Omgevingswet

Bomenkap in een leefgebied van vleermuizen

De regels van de Habitatrichtlijn zijn opgenomen in de Omgevingswet. Binnen de Omgevingswet zijn soorten en gebieden beschermd. Er zijn bepalingen opgesteld waarin staat welke schadelijke flora- en fauna-activiteiten verboden zijn. Dit noemen we passieve soortbescherming. Daarnaast kan er gericht gestuurd worden op het beschermen, herstellen en in stand houden van beschermde natuurgebieden. Dat heet actieve soortbescherming, ook wel gebiedsbescherming genoemd. Afhankelijk van de status van een soort of gebied kan de mate van bescherming verschillen. Sommige soorten of landschappen hebben extra bescherming nodig.

Omgevingswet

De Omgevingswet is een verzameling van diverse wetgevingen waarbij algemene maatregelen van bestuur horen (AMvB’s). Veel regels over de bescherming van onze natuur zijn vastgelegd in één zo’n AMvB, het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Sommige soorten worden wettelijk beschermd omdat ze onder de Habitatrichtlijn vallen. In het Besluit activiteiten leefomgeving is ook opgenomen dat iedereen voldoende zorg in acht neemt voor Natura 2000- gebieden, bijzondere nationale natuurgebieden en voor in het wild levende dieren en planten en hun directe leefomgeving. Dit is de (specifieke) zorgplicht. Deze bepalingen gelden voor soorten die niet onder de habitatrichtlijn vallen. In bijlage IX van het Besluit activiteiten leefomgeving worden deze soorten benoemd. Klik op de links voor meer informatie hierover.

Meer informatie over de specifieke zorgplicht:

Welke soorten vallen onder bijlage IX van Bal? 

De volgende zoogdieren vallen onder bijlage IX van het Besluit activiteiten leefomgeving:  ware muizenwoelmuizen en spitsmuizen m.u.v zwarte en bruine rat en huismuis, das, boommarter, steenmarter, bunzing, wezel en hermelijndamhert, edelhert, ree, en wild zwijnhaas en konijneekhoornegeleikelmuisgewone zeehond en grijze zeehond en vos.

Bescherming met uitzonderingen

Een deel van de zoogdieren is iets minder streng beschermd, maar nog steeds beschermd onder artikel 11.54 van het Besluit activiteiten leefomgeving. Deze bescherming is bepaald op nationaal niveau. Hoewel dit inhoudt dat deze dieren beschermd zijn, is er een aantal uitzonderingen wettelijk geregeld. Zo kan in het kader van het voorkomen van schade aan gewassen beheer worden uitgevoerd op bijvoorbeeld edelhert, ree en wild zwijn. Hiervoor moet in een faunabeheerplan worden vastgesteld welke schade voorkomen moet worden en hoe dit beheer hierin voorziet. Daarnaast staan twee beschermde zoogdiersoorten op de wildlijst (artikel 8.3 van de Omgevingswet), hierdoor mag er jaarrond (zonder vergunning of vastgesteld faunabeheerplan) gejaagd worden op haas en konijn. Een provincie is gemachtigd de jacht op konijn en haas te verbieden als dit nodig is.

Voorbeelden zijn:
Boommarterbunzingdasedelherteekhoornhaashermelijnrosse woelmuissteenmarterwaterspitsmuis en wezel.

Thermometers over de populaties wilde zoogdieren

De bescherming van de natuur in Nederland en de populaties wilde zoogdieren in het bijzonder vereist op de eerste plaats het systematisch verkrijgen en bijhouden van betrouwbare data. Binnen de meetnetten van het Netwerk Ecologische Monitoring maar ook via dataplatforms als waarneming.nl wordt veel data verzameld. Met behulp van deze data kunnen er analyses worden gemaakt over de toestand waarin een populatie verkeert. De meest gebruikte indicatoren die deze toestand beschrijven zijn de Rode Lijst van de Nederlandse Zoogdieren en de Staat van Instandhouding (SvI). De Rode Lijst kijkt meer achteruit en vergelijkt nieuwere data met oudere gegevens, terwijl de SvI bekijkt hoe de huidige situatie zich verhoudt tot een toekomstig streefdoel.

Meer info over het NEM: Netwerk Ecologische Monitoring | Het NEM (Netwerk Ecologische Monitoring) onderzoekt de natuur in Nederland structureel.

Meer info over de Rode Lijsten: IUCN Red List of Threatened Species

Meer info over de SVI: Zoogdieren van de Habitatrichtlijn, 1992-2022 | Compendium voor de Leefomgeving (clo.nl)