Eekhoorn

De eekhoorn (Sciurus vulgaris) is een echte boombewoner, die als een acrobaat door de bomen rent en springt. Eekhoorns zijn knaagdieren, net als bevers, hamsters en muizen. De wetenschappelijke naam van de eekhoorn betekent ‘gewone schaduwstaart’. Dat is vanwege zijn karakteristieke zithouding, met de staart over de rug.
Uiterlijke kenmerken
Eekhoorns vallen op door hun grote pluimstaart, gepluimde oren, grote ogen en lange tenen met lange, scherpe nagels. Bij volwassen dieren zijn de oorpluimen in de winter veel langer dan in de zomer. De vachtkleur van rug en staart varieert van rood(oranje) tot kastanje- of donkerbruin. De buik heeft een witte vacht die duidelijk afsteekt tegen de rugvacht. De wintervacht is donkerder en grijzer dan de zomervacht. De staart wordt recht gehouden bij het rennen. Staart en oren hebben ook een signaalfunctie naar soortgenoten toe. De voorpoten zijn veel korter dan de achterpoten.
Afmetingen
kop-romplengte: 21-25 cm
staartlengte: 14–22 cm
gewicht: 230–415 g
Mannetjes en vrouwtjes zijn doorgaans even groot.
Habitat
Eekhoorns komen voor in loofbos, naaldbos en gemengd bos, maar ook in tuinen, parken en houtwallen in de buurt van bos. Ze komen ook in bebouwd gebied, mits er voldoende voedsel beschikbaar is. Hun voorkeur gaat uit naar ouder bos (naaldbomen ouder dan 20 jaar en loofbomen ouder dan 40-80 jaar), omdat daar meer voedsel en nestgelegenheid is.
Leefwijze
Eekhoorns zijn vooral in de vroege ochtend en namiddag actief. In de winter zijn ze slechts enkele uren per dag actief, afhankelijk van de weersomstandigheden. Hoewel ze in de winter minder actief zijn, kennen eekhoorns geen winterslaap. Bij regen, storm, ijzel of wanneer er een dik pak sneeuw ligt, blijft de eekhoorn (hooguit enkele dagen) in zijn nest. De eekhoorn is een echte boombewoner die behendig door de bomen springt en over takken rent. De staart dient daarbij als evenwichtsorgaan. De eekhoorn daalt altijd af van een boomstam met de kop naar beneden. Voedsel zoeken ze in bomen, maar ook op de grond, waarbij ze zich ze zich van boom naar boom verplaatsen. Eekhoorns kunnen prima zwemmen.
Voedsel
Het voedsel van eekhoorns bestaat hoofdzakelijk uit boomzaden zoals eikels, noten en kegels van naaldbomen. Ook eten ze als aanvulling daarop (afhankelijk van het jaargetijde) knoppen, bladeren, bessen, schors, paddenstoelen, en soms ook rupsen, vogeleieren en jonge vogels.
Met name in de herfst eten ze extra veel om een vetreserve op te bouwen. Ze leggen dan voedselvoorraden aan om de wintermaanden door te komen. Eekhoorns verstoppen voedsel in de grond, tussen de bladeren, maar ook in boomholtes of de oksel van een boomstam. De plek waar ze hun voedsel hebben verstopt (slechts enkele noten bij elkaar) kunnen ze dankzij hun reukvermogen weer opsporen. Ze vinden niet alle voedsel terug, en dragen zo bij aan de verspreiding van boomzaden in het bos. Eekhoorns ‘stelen’ geen eten van soortgenoten.
Territorium
Eekhoorns leven solitair. Het leefgebied waarbinnen voedsel wordt gezocht, is in de herfst en winter, wanneer de zaden rijp zijn, kleiner dan in de zomer. De leefgebieden kunnen elkaar overlappen en worden niet verdedigd; alleen het slaapnest wordt verdedigd. De territoria van mannetjes zijn groter dan die van vrouwtjes. In de paartijd slapen mannetje en vrouwtje geregeld in eenzelfde nest, maar zodra de jongen geboren zijn wordt het mannetje niet meer bij het nest geduld.
Verblijfplaats
Eekhoorns bouwen nesten in bomen die vooral in de winter, wanneer er geen blad aan de bomen zit, goed waarneembaar zijn. Het nest is bolvormig en heeft een doorsnede van 30 tot 50 cm. Het wordt op minstens 5 meter boven de grond gebouwd, in de boomkroon of een takvork, meestal niet ver van de stam. Van binnen zijn de nesten bekleed met zacht materiaal zoals bast, gras, mos of wol. Soms gebruiken ze ook boomholten, oude kraaien- of eksternesten of grote nestkasten als nestplaats. Naast één hoofdnest zijn ook vijf tot zes kleinere 'reservenesten' in gebruik. Soms bouwen eekhoorns nesten hoog in de boomkroon. Daardoor kan verwarring met eksternesten ontstaan, maar de eekhoorn gebruikt naast twijgen ook bladeren en de takken zijn dunner dan de takken die eksters doorgaans gebruiken.
Voortplanting
De voortplantingsperiode is van december tot februari en van mei tot juni. In slechte voedseljaren slaan de vrouwtjes de eerste periode vaak over. Verschillende mannetjes achtervolgen in de paartijd eenzelfde vrouwtje en proberen met haar te paren. Na de paring leven ze weer apart. De draagtijd duurt 5-6 weken. In deze periode bouwt het vrouwtje haar kraamnest. Dit is steviger dan een gewoon nest en gemaakt van gevlochten takken en dik bekleed met gras. Hierin worden 2 tot 5 kale en blinde jongen geboren. Met drie weken zijn ze behaard en na vier weken gaan de ogen open. De jongen worden tien weken gezoogd, waarna ze vrij snel zelfstandig worden. Na drie maanden worden ze door de moeder uit haar territorium gejaagd. Na tien maanden zijn de jongen geslachtsrijp.
Leeftijd
In het wild kunnen eekhoorns 7 jaar oud worden, maar meestal sterven ze jonger. Slechts een kwart van de jongen haalt het eerste levensjaar en slechts 1% van alle eekhoorns wordt 5 jaar of ouder.
De natuurlijke vijanden van de eekhoorn zijn de boommarter en havik en op de grond de vos. Vooral jonge, net zelfstandige eekhoorns vallen aan hen ten prooi. In het verkeer vallen ook veel slachtoffers. Hoewel eekhoorn snel kunnen rennen, hebben ze de neiging bij het oversteken van de weg, wanneer er gevaar dreigt, stil te gaan zitten ‘als een bolletje’.
De populatiegrootte is sterk afhankelijk van de hoeveelheid aanwezig voedsel. Na een minder goede zomer en herfst sterven vele eekhoorns in de winter. Ook neemt de vruchtbaarheid het jaar daarna aanzienlijk af waardoor de populatie nog meer afneemt en langzaam over meerdere jaren pas herstelt.
In veel gebieden in Groot-Brittannië is de rode eekhoorn vrijwel geheel verdwenen en ‘teruggedrongen’ naar gebieden met naaldbossen door de grijze eekhoorn, een exoot ingevoerd vanuit Noord-Amerika. Ook in Nederland leven er in het wild inmiddels levensvatbare populaties van uitheemse eekhoornsoorten, zoals Pallas’ eekhoorn (bij Weert). De Zoogdiervereniging pleit voor het verbieden van deze exoten en extra waakzaamheid.
De eekhoorn is in Nederland beschermd. Dat betekent dat het verboden is eekhoorns te vangen, te doden, in gevangenschap te houden of dit te proberen. Ook mag niet worden gehandeld in eekhoorns of delen van eekhoorns. Het is bovendien verboden eekhoorns te verontrusten of het nest te beschadigen of te bemachtigen (of dit te proberen).
Mocht een zieke eekhoorn of een in de steek gelaten jong worden aangetroffen, kun je Stichting Eekhoornopvang bellen. Dit is het enige gespecialiseerde opvangcentrum in Nederland waar zieke of jonge eekhoorns kunnen worden ondergebracht om, zodra het kan, weer te worden teruggezet in de vrije natuur.
Zicht
Eekhoorns zijn overdag actief en zijn tamelijk makkelijk waar te nemen.
Sporen
- Vraatsporen
De eekhoorn bijt de schubben van dennenappels af om bij de zaden te komen en laat de kern liggen. Er blijft aan de dennenkegel een rafelige kern over. Schubben en kern zijn te vinden op ‘eetplekjes’ op de grond of meer verspreid onder een boom wanneer de eekhoorn in een boom heeft zitten eten. Paddenstoelen vastgeklemd in de oksel van een boomstam zijn ook het werk van eekhoorns. Verder zijn ervaren eekhoorns heel bedreven in het splijten van hazelnoten in twee gelijke helften. De minder ervaren dieren laten meer tandkrassen op de hazelnoot achter. Vraatsporen aan beukennootjes, eikels, walnoten, etc. zijn lastig te onderscheiden van die van (grote) bosmuis of rosse woelmuis. Eekhoorns bijten soms twijgen van naaldbomen af om de jonge knoppen leeg te eten. Om hun nest te bekleden, strippen eekhoorns in lange repen de schors van takken, waarbij op rafelranden op de scheurvlakken ontstaan. - Uitwerpselen
De keutels van de eekhoorn zijn 4-6 mm dik en 5-8 mm lang. De keutels zijn kogelrond tot ovaal, zwartbruin tot zwart en vrij vast van samenstelling. De keutels zijn lastig te vinden, want eekhoorns laten ze willekeurig vanaf bomen vallen. Door het ontbreken van loopsporen in dat geval te onderscheiden van konijnenkeutels. - Loopsporen
De prent van een eekhoorn is heel herkenbaar aan de afdruk van de voorvoet met 4 lange tenen met flinke nagels en de achtervoet met 5 tenen, waarvan de twee buitenste een beetje opzij gericht zijn. De hielafdruk is vaak te zien. Het spoor loop vaak van boom naar boom. De paslengte varieert van 45 tot 100 cm. Eekhoorns bewegen zich altijd voort in viersprong (sprongengalop). - Bewoningssporen
In de winter zijn nesten in loofbomen goed waar te nemen in de doorzichtige boomkroon.
Geluid
De eekhoorn maakt per situatie een ander geluid. Bij opwinding klinkt een scherp ‘tjuk-stuk-tjuk’, bij alarm ‘chroe-roe-roe’ en ter begroeting van een bekende soortgenoot ‘moek-moek-moek’. Maar ook fluitende tonen (jongen), kakelen, grommen en jammeren komen voor.
Waarnemingen doorgeven
Wereld
Eekhoorns komen voor in Europa en oostwaarts over een brede zone tot Kamtsjatka in het oosten van Rusland. De soort ontbreekt in boomloze artische gebieden.
Europa
Het verspreidingsgebied van de eekhoorn strekt zich uit over heel Europa, met uitzondering van het zuidwestelijk deel van het Iberisch Schierleiland en het zuiden van de Britse Eilanden (Engeland en Wales). Ook niet op IJsland en in toendragebieden in het noorden. Ze leven tot op een hoogte van 2000 meter.
Nederland
De eekhoorn ontbreekt in grote open gebieden en komt vooral voor in de provincies Drenthe, Overijssel, Utrecht, Gelderland, Noord-Brabant en Limburg. Ook in de duinen van Noord- en Zuid-Holland komen eekhoorns voor, en in Zeeuws-Vlaanderen. Tussen 1960 en 1970 brak een virusziekte uit waardoor de eekhoorn in het hele land zeldzaam werd. Na 1970 heeft herstel plaatsgevonden.
- Rode Lijst NL (2020): thans niet bedreigd
- Rode Lijst NL (2009): thans niet bedreigd
- Rode Lijst NL (1994): thans niet bedreigd
- Omgevingswet: bijlage IX van artikel 11.54
- Habitatrichtlijn (1992): niet vermeld
- Conventie van Bern (1982): appendix III
- Nederlands Soortenregister
- IUCN Red List
Klasse: Mammalia (Zoogdieren)
Orde: Rodentia (Knaagdieren)
Familie: Sciuridae (Eekhoorns)
Geslacht: Sciurus
Soort: Sciurus vulgaris
-
2021 Kijk op Exoten
Kijk op Exoten 35
-
2021 Tijdschrift Zoogdier (digitaal)
Zoogdier / jaargang 32 / nr.1 / voorjaar 2021
-
2020 Rapportages onderzoek (pdf)
Monitoren soorten Berchmanianum Monitoren van de eekhoorn, havik en vleermuizen in 2020
-
2019 Rapportages onderzoek (pdf)
Monitoren soorten Berchmanianum Monitoren van de eekhoorn, havik en vleermuizen in 2019
-
2019 Rapportages onderzoek (pdf)
Staat van instandhouding Gelderland, factsheets voor 24 soorten
-
2018 Rapportages onderzoek (pdf)
Monitoren soorten Berchmanianum
-
2018 Rapportages onderzoek (pdf)
Faunasoorten van bossen
-
2017 Telganger
Telganger / 2017-2 / oktober (pdf)
-
2017 Kijk op Exoten
Kijk op Exoten 19
-
2015 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Lutra 59(1-2)_Suzuki et al_2016
-
2015 Telganger
Telganger / 2016-2 / oktober (pdf)
-
2015 Kijk op Exoten
Kijk op Exoten 11
-
2012 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 23 / nr. 2 / zomer 2012
-
2011 Rapportages onderzoek (pdf)
2011.21 Inschatting Vlierweg Nunspeet
-
2011 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 22 / nr. 4 / winter 2011
-
2011 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 22 / nr. 2 / zomer 2011
-
2009 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 20 / nr. 3 / herfst 2009
-
2009 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 20 / nr. 2 / zomer 2009
-
2009 Rapportages onderzoek (pdf)
2009.02 Verspreidingsonderzoek Nederlandse Zoogdieren VONZ 2008
-
2008 Telganger
Telganger / 2008-1 / juli (pdf)
-
2008 Rapportages onderzoek (pdf)
2008.42 Vleermuisvoorkomen in het plangebied Ursulineweg te Leusden
-
2008 Rapportages onderzoek (pdf)
2008.10 Risico-assessment uitheemse eekhoorns
-
2007 Nieuwsbrief Marterpassen (pdf)
Marterpassen 013 / 2007
-
2007 Telganger
Telganger / 2007-1 / maart (pdf)
-
2006 Telganger
Telganger / 2006-2 / november (pdf)
-
2006 Rapportages onderzoek (pdf)
2006.37 Parkbos Voorstonden vanuit een vleermuisperspectief
-
2005 Telganger
Telganger / 2005-1 / maart (pdf)
-
2005 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 16 / nr. 3 / september 2005
-
2004 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Lutra 47(1)_Hoekstra_2004
-
2004 Tijdschrift Lutra (pdf)
Lutra 47-1 2004
-
2004 Telganger
Telganger / 2004-2 / september (pdf)
-
2004 Telganger
Telganger / 2004-1 / mei (pdf)
-
2003 Telganger
Telganger / 2003-3 / oktober (pdf)
-
2003 Telganger
Telganger / 2003-2 / juni (pdf)
-
2002 Telganger
Telganger / 2002-3 / oktober (pdf)
-
2002 Telganger
Telganger / 2002-1 / maart (pdf)
-
2002 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 13 / nr. 2 / juni 2002
-
2001 Telganger
Telganger / 2001-1 / april (pdf)
-
2000 Telganger
Telganger / 2000-4 / december (pdf)
-
2000 Telganger
Telganger / 2000-3 / september (pdf)
-
2000 Telganger
Telganger / 2000-1 / maart (pdf)
-
2000 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 11 / nr. 4 / december 2000
-
1999 Telganger
Telganger / 1999-3 / november (pdf)
-
1999 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 10 / nr. 4 / december 1999
-
1999 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 10 / nr. 2 / september 1999
-
1998 Telganger
Telganger / 1998-4 / november (pdf)
-
1998 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 09 / nr. 2 / november 1998
-
1998 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 09 / nr. 1 / september 1998
-
1997 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 08 / nr. 4 / december 1997
-
1997 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 08 / nr. 2 / juni 1997
-
1993 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 04 / nr. 1 / maart 1993
-
1992 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 03 / nr. 2 / juni 1992