Faunasoorten van bossen
De VBNE heeft namens een aantal terreinbeherende organisaties aan de Zoogdiervereniging (namens de soortenorganisaties) gevraagd hoe zij kunnen worden ondersteund met een methodiek die beschikbare kennis ontsluit, zodat beheerders zonder veel werk kunnen bepalen wat belangrijke soorten zijn waarvoor zij zich willen inzetten in hun bos-regio.
Dit rapport geeft een methodiek die de terreinbeherende organisaties (maar ook provincie, samenwerkende gemeenten en soortenorganisaties) stapsgewijs meeneemt door de benodigde data over welke soorten belangrijk zijn in een bepaald gebied, hoe het landelijk gaat met deze soorten, hoe ze komen tot een prioritering van aandacht voor bossoorten en wat de belangrijkste mogelijke drukfactoren zijn.
Terreinbeheerders willen inzicht in het effect van hun beheermaatregelen op de staat van instandhouding van bosfauna. De soortbescherming vindt vooral plaats gedreven door de vereisten volgend op de Wet Natuurbescherming (Wnb) op momenten dat er ingrepen plaatsvinden, bijvoorbeeld houtexploitatie. Een proactieve benadering van soortenbescherming kan dit ombuigen. Als de kwaliteit van het bos hoog is en er is volop divers leefgebied voor een diversiteit aan soorten op voldoende schaalniveau, dan heeft een lokale ingreep zoals houtexploitatie niet zo snel negatieve invloed op de staat van instandhouding van de fauna. De opdrachtgevers willen werken naar een optimale basiskwaliteit van bossen.