Meervleermuis
De meervleermuis (Myotis dasycneme) is een vrij grote vleermuis met lange en relatief brede vleugels. Hij jaagt langs oevers en boven grote wateren, zoals riveren en meren. De prooien worden met de grote voeten van het wateroppervlak geharkt of met de staartvlieghuid gevangen.
Uiterlijke kenmerken
De meervleermuis is een vrij grote vleermuis met lange, relatief brede vleugels. De dichbehaarde, middel- tot donkerbruingrijze rugvacht steekt duidelijk af tegen de wit of witgrijze buikvacht. De haren zijn tweekleurig en hebben een donkere basis. De snuit is bruin met - in verhouding tot andere Myotis-soorten - vrij grote neusknobbels. De oren zijn vrij lang, de tragus is kort voor een Myotis en licht naar binnen gebogen en aan het einde afgerond. Net als de watervleermuis heeft de meervleermuis opvallend grote voeten met lange tastharen, die hij gebruikt om insecten van het wateroppervlak te scheppen. De leeftijd kan worden geschat aan de hand van de kinvlek, die bij jonge dieren donker is en bij het ouder worden lichter wordt.
Afmetingen
Lengte kop-romp: 57-67 mm
Gewicht: 14-20 g
Spanwijdte: 20-30 cm
Lengte onderarm: 43-49 mm
Gelijkende soorten
De watervleermuis is kleiner en heeft kortere oren. Ook ontbreken bij de watervleermuis de karakeristieke neusknobbels.
Leefwijze vleermuizen algemeen
Vleermuizen vormen een soortenrijke groep van actief vliegende zoogdieren, die in staat zijn hun voedsel te vangen in het nachtelijk luchtruim. Ze gebruiken hierbij echolocatie (sonar) om te navigeren en hun voedsel te lokaliseren. Alle in Nederland voorkomende soorten vleermuizen houden een winterslaap van oktober-november tot maart-mei. Tijdens de winterslaap worden de lichaamsfuncties (spijsvertering, hartslag) van de vleermuis tot een minimum teruggebracht en de lichaamstemperatuur sterk verlaagd, waardoor de vleermuis weinig energie verbruikt en kan overleven op de verbranding van lichaamsvet. In het voorjaar worden de jongen geboren en grootgebracht door groepen vrouwtjes in kraamkolonies. De mannetjes verblijven overdag alleen of in kleine groepjes in hun zomerverblijven. Rond zonsondergang verlaten vleermuizen hun verblijven om op insecten of andere geleedpotigen te gaan jagen. Vooral in de nazomer en herfst komen vleermuizen in groepen bij elkaar op bepaalde locaties om te zwermen. Aan dit intense, sociale gedrag, waarover nog steeds veel onduidelijkheid bestaat, worden vooral twee functies toegedicht. Ten eerste vindt paring plaats op en rond deze locaties, waarbij genetische uitwisseling plaatsvindt tussen dieren afkomstig van verschillende kolonies. Daarnaast lijkt het zwermen een functie te hebben bij de inspectie van en informatieoverdracht tussen adulte dieren, en mogelijk ook tussen adulte en jonge dieren, over geschikte winterverblijven. In het najaar, voorafgaand aan de winterslaap, vetten vleermuizen op, zodat zij voldoende vetvoorraad hebben om de winterslaapperiode door te komen. Vrouwelijke vleermuizen slaan het sperma op tot in het voorjaar, wanneer de daadwerkelijke bevruchting van de eicel plaatsvindt.
Habitat
Meervleermuizen prefereren een landschap met grote, langzaam stromende en stilstaande wateren, zoals rivieren, kanalen, vaarten en meren. Ook worden meervleermuizen waargenomen boven vochtige weilanden en langs bosranden, binnen een straal van 500 meter van water. Incidenteel jagen meervleermuizen boven brakke wateren bij de kust.
Voedsel
De meeste prooien zijn insecten die op het wateroppervlak of vlak daarboven leven, zoals muggen (vooral dansmuggen) en nachtvlinders. Daarnaast eten meervleermuizen onder meer schietmotten, (water)kevers, strontvliegen en bootsmannetjes.
Jachtgedrag
Meervleermuizen verlaten 30-90 minuten na zonsondergang de verblijfplaats om te gaan jagen. Ze jagen in een snelle rechtlijnige vlucht in lange trajecten langs oevers of vlak (10-60 cm) boven het open water. Ze jagen vooral op die insecten die op het wateroppervlak zitten of daar vlak boven vliegen. De prooien worden met de relatief grote achterpoten van het water geharkt of met de staartvlieghuid gevangen. Boven oevers en langs vegetatie vangen ze insecten (vooral dansmuggen) uit de lucht. De watervleermuis is de enige Nederlandse vleermuissoort met eenzelfde jachttechniek.
Meervleermuizen jagen tot op 10-20 km van de verblijfplaats. Grote afstanden naar het uiteindelijke jachtgebied worden vooral via kanalen, beken, vaarten en brede sloten afgelegd. Boven land volgen ze vaak lijnvormige landschapselementen als bomenrijen, houtwallen en dijken. De meervleermuis is een snelle vleermuis, bij het jagen behalen ze snelheden tot wel 35 km/u.
Verblijfplaatsen
Zomer- en wintergebieden liggen 200-340 km van elkaar verwijderd.
- Kraamkolonie
Kolonies van meervleermuizen bevinden zich vrijwel altijd in gebouwen zoals op kerkzolders, in spouwmuren en onder dakpannen. Kraamkolonies variëren in grootte van enkele tientallen tot enkele honderden dieren. In Nederland zijn kraamkolonies tot nu toe vooral gevonden in het westen en noorden van Nederland en in veenweidegebieden in Oost-Nederland. Maar ook bij de randmeren van het IJsselmeer en in de buurt van de grote rivieren zijn verblijfplaatsen gevonden. In totaal zijn in Nederland 45 kraamverblijven van meervleermuizen bekend. De totale populatie wordt geschat op 10.000 dieren. - Paarverblijfplaats
Vleermuiskasten en woonhuizen zijn bekend als paarverblijven; ook vindt de paring net als bij de andere soorten van het geslacht Myotis in de winterverblijven plaats. Paarverblijven van meervleermuizen liggen over het algemeen langs trekroutes van zomerverblijven naar winterverblijven. Belangrijke paargebieden zijn onder andere Zeeuws-Vlaanderen (trek naar Noord-Frankrijk en Antwerpen), Flevoland en Gelderland (trek naar Duitsland) en Noord-Brabant (trek naar Zuid-Limburg). - Winterverblijfplaats
In de winter verdwijnen de meeste meervleermuizen op mysterieuze wijze. In Nederland worden in de winter totaal ongeveer 400 meervleermuizen waargenomen, in buurlanden nog eens maximaal 350 dieren. Voor zover we weten overwinteren meervleermuizen in Nederland in mergelgroeven, bunkers, forten, vestingwerken, oude steenfabrieken en kelders. Ook worden af en toe dieren waargenomen in gebouwen. Belangrijke overwinteringsplaatsen zijn bunkers in de duinen van Zuid- en Noord-Holland en de mergelgroeven in Limburg. Over het algemeen is de meervleermuis een middellange- tot lange afstandstrekker, maar in de bunkers in de duinen overwinteren ook regelmatig meervleermuizen die in de zomer in de directe omgeving verblijven.
Voortplanting
De geboortes van één jong per vrouwtje vinden plaats in de eerste helft van juni. De vrouwtjes nemen in hun tweede levensjaar deel aan de voortplanting. Gepaard wordt in de paarverblijven of in de winterverblijfplaatsen.
Leeftijd
De waargenomen maximumleeftijd is 20 jaar.
Natuurlijke vijanden
Uilen (vooral bosuil en kerkuil) en roofvogels (boomvalk, sperwer) pakken soms vleermuizen in de vlucht, vaak in de buurt van de verblijfplaats. In of bij de verblijfplaatsen worden vleermuizen soms gepredeerd door huiskatten en steenmarters. Vleermuizen in winterslaap kunnen ook ten prooi vallen aan bosmuizen.
Zicht
Meervleermuizen kunnen worden waargenomen door met een zaklamp over het water te schijnen. Dit moet echter niet te lang worden gedaan i.v.m. verstoring.
Sporen
- Uitwerpselen
- Keutels van vleermuizen zijn zeer moeilijk op naam te brengen. Keutels van de meervleermuis hebben een diameter van 2,5-3 mm en een lengte van 6-14 mm.
Geluid
Jagend boven het open water zijn luide, lange QCF-signalen te horen met een piekfrequentie van 36 kHz en lange pulsintervallen. In meer besloten omgeving sneller herhaalde FM-signalen met een piekfrequentie van rond 39 kHz en een pulsduur van 2-4 ms.
Waarnemingen doorgeven
Wereld
Het areaal van de meervleermuis omvat Europa en het westelijk deel van Azië, tot aan de Oeral en de Jenisej in Centraal-Rusland.
Europa
De meervleermuis komt in Europa voor vanaf Noord-Frankrijk over Midden-Europa tot in het westen van Rusland. Hij ontbreekt in Zuid- en Noord-Europa. Kraamkolonies zijn vrijwel uitsluitend te vinden in Nederland, de Baltische Staten en Rusland.
Nederland
Het zwaartepunt van de verspreiding in de zomer ligt in het westen en noordwesten van het land. De meeste dieren overwinteren in de duinen en in de Limburgse mergelgroeven.
- Staat van Instandhouding 2018: matig ongunstig
- Staat van Instandhouding 2013: gunstig
- Rode Lijst NL Zoogdieren 2020: thans niet bedreigd
- Rode Lijst NL Zoogdieren 2009: thans niet bedreigd
- Rode Lijst NL Zoogdieren 1994: thans niet bedreigd
- Omgevingswet: artikel 11.46, lid 1 (Europees beschermd)
- Habitatrichtlijn (1992): bijlage II en IV
- Conventie van Bern (1982): appendix II
- Nederlands Soortenregister
Klasse: Mammalia (Zoogdieren)
Orde: Chiroptera (Vleermuizen)
Familie: Vespertilionidae (Gladneuzen)
Geslacht: Myotis
Soort: Myotis dasycneme
-
2024 Rapportages onderzoek (pdf)
Mogelijke effecten van Bufferscenario's voor Meervleermuisverblijfplaatsen voor na-isolatie
-
2024 Rapportages onderzoek (pdf)
Monitoring meervleermuis Rijntakken
-
2024 Rapportages onderzoek (pdf)
Keuringen mergelgroeves in Zuid-Limburg in 2024
-
2023 Rapportages onderzoek (pdf)
Monitoring meervleermuis Veluwe
-
2023 Rapportages onderzoek (pdf)
Monitoring foerageergebied meervleermuis Natura 2000-gebied Rijntakken: Resultaten 2023
-
2023 Rapportages onderzoek (pdf)
Monitoring foerageergebied meervleermuis Natura 2000-gebied Rijntakken: Coördinatie vrijwilligers 2023
-
2023 Rapportages onderzoek (pdf)
Effecten van koeler blauw licht op vleermuizen
-
2023 Rapportages onderzoek (pdf)
Uitbreiding NEM meetprogramma Zoldertellingen Vleermuizen ten bate van zomertellingen meervleermuis: Pakket van eisen
-
2023 Rapportages onderzoek (pdf)
Monitoring meervleermuis Natura 2000-gebied Veluwe, 2017-2022
-
2023 Rapportages onderzoek (pdf)
Onderzoekslocaties en -methoden voor verblijfplaatsen meervleermuis
-
2023 Rapportages onderzoek (pdf)
Keuringen mergelgroeves in Zuid-Limburg in 2023
-
2023 Tijdschrift Zoogdier (digitaal)
Zoogdier digitaal / jaargang 34 / nr.4 / winter 2023
-
2022 Rapportages onderzoek (pdf)
Monitoring foerageergebied meervleermuis Natura 2000-gebied Rijntakken: Resultaten 2022
-
2022 Rapportages onderzoek (pdf)
Monitoring foerageergebied meervleermuis Natura 2000-gebied Rijntakken: Coördinatie vrijwilligers 2022
-
2022 Rapportages onderzoek (pdf)
Monitoring nazomerzwermen meervleermuis in Natura 2000-gebied Veluwe, 2021
-
2022 Rapportages onderzoek (pdf)
Concrete gebiedsdoelstelling en aanbevolen maatregelen voor de meervleermuis in Natura 2000- gebied Veluwe
-
2022 Losse artikelen - Lutra (pdf)
The monitoring of hibernating bats in marl quarries in the period 1979–2020
-
2022 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Effects on hibernating bats of ambient temperatures and the characteristics of winter roosts in a dune area
-
2022 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Lutra Special 65 (1)- Preface
-
2022 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Hibernating bats in Flemish marlland: an overview of the period 1989-2020
-
2022 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Hibernating bats along the Dutch coast
-
2022 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Automated long-term registration of bat activity at Fort Steendorp (Flanders, Belgium)
-
2022 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Hibernating bats in the Amsterdamse Waterleidingduinen
-
2022 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Hibernating bats in the Netherlands in 1986-2020, based on the National Monitoring Scheme of Bat Hibernacula
-
2022 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Eighty years of hibernation surveys: from banding to monitoring and protection
-
2022 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Hibernating bats at Klein Heidekamp (Schaarsbergen, Arnhem, the Netherlands)
-
2022 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Bats in the Voorberg and the Jezuïetenberg
-
2022 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Het effect van buitentemperatuur en eigenschappen van winterverblijven in de duinen op overwinterende vleermuizen
-
2022 Tijdschrift Lutra (pdf)
Lutra 65-1 2022
-
2021 Rapportages onderzoek (pdf)
Monitoring foerageergebied meervleermuis Natura 2000-gebied Rijntakken: Resultaten 2021
-
2021 Rapportages onderzoek (pdf)
Monitoring foerageergebied meervleermuis Natura 2000-gebied Rijntakken: Coördinatie vrijwilligers 2021
-
2021 Tijdschrift Zoogdier (digitaal)
Zoogdier / jaargang 32 / nr.2 / zomer 2021
-
2020 Rapportages onderzoek (pdf)
Soorten voor beleid in Noord-Holland
-
2020 Rapportages onderzoek (pdf)
Monitoring foerageergebied meervleermuis in Natura 2000-gebied Rijntakken Resultaten 2020
-
2020 Rapportages onderzoek (pdf)
Monitoring meervleermuis in Natura 2000-gebied Veluwe, 2017-2020
-
2020 Rapportages onderzoek (pdf)
Vleermuisonderzoek IJburg fase II Gebruik Strandeiland en omgeving door (meer)vleermuizen
-
2020 Rapportages onderzoek (pdf)
Op weg naar monitoring van foerageergebied van de meervleermuis in Natura 2000-gebied Rijntakken Analyse van een pilot in 2019
-
2019 Rapportages onderzoek (pdf)
Monitoring nazomerzwermen Natura 2000-gebied Veluwe 2019
-
2019 Rapportages onderzoek (pdf)
Staat van instandhouding Gelderland, factsheets voor 24 soorten
-
2018 Rapportages onderzoek (pdf)
Monitoring van de meervleermuis in Natura 2000-gebied Veluwe (057). Voortgangsrapportage 2017-2018
-
2018 Rapportages onderzoek (pdf)
De meervleermuis en de reset van het westelijke deel van de OVP
-
2017 Rapportages onderzoek (pdf)
Belang zomermeetnet voor monitoring van meervleermuizen
-
2017 Rapportages onderzoek (pdf)
Aanpak voor monitoring van de meervleermuis in Natura 2000-gebied Rijntakken