Monitoring van de meervleermuis in Natura 2000-gebied Veluwe (057). Voortgangsrapportage 2017-2018
De monitoring van de meervleermuis op de Veluwe heeft als doel basisgegevens te leveren voor de evaluatie van het Natura 2000 beheerplan voor dit gebied. Met deze basisgegevens moet kunnen worden beoordeeld of de instandhoudingsdoelstellingen voor het gebied gehaald worden. Het huidige meetnet NEM-wintertellingen met gecontroleerde gegevens van winterverblijfplaatsen is van voldoende kwaliteit om zowel trends in de ontwikkeling in verspreiding en bezetting (occupancy) en in aantallen (abundantie) te berekenen. Zowel de trend in aantallen als de trend in bezetting van de objecten is positief. Wel is de aantalstrend voor de laatste 10 jaar ‘onzeker’ en vertoont de bezettingstrend een hoge dynamiek. Wel is er een punt van zorg ten aanzien van de toegankelijkheid van deze objecten voor vrijwilligers. Er bestaat nog geen meetnet voor het volgen van de kwaliteit en kwantiteit van de nazomerzwermlocaties van meervleermuizen. Met de monitoring van dit aspect is voor de Veluwe in 2017 en 2018 een begin gemaakt. Er bestaan verschillende technieken om het nazomerzwermen van meervleermuizen vast te stellen. Akoestische monitoring is het breedst inzetbaar en levert geen noemenswaardige verstoring op. Voor de functie nazomerzwermen zijn in 2017 en 2018 real-time recorders geplaatst bij de ingang van winterverblijfplaatsen van meervleermuizen. Na analyse van de gegevens is gebleken dat er bij een ruime meerderheid van de opnamen onderscheid gemaakt kan worden tussen opnamen van meervleermuizen en opnamen van andere soorten. Daarnaast werd duidelijk dat op 8 van de in totaal 10 bemonsterde locaties opnamen zijn gemaakt van meervleermuizen. Verder is gebleken dat er een zeer grote spreiding kan zijn in het aantal opnamen bij een locatie op twee verschillende momenten. In 2018 is ook gestart met het werven en trainen van vrijwilligers. Het is moeilijk gebleken om voor dit project voldoende vrijwilligers te motiveren en te mobiliseren. Daarnaast bleek ook de toegang tot de defensieterreinen een beperkende factor. Mogelijk kan een gezamenlijke bijeenkomst met terreineigenaren, provincie, vrijwilligers en Zoogdiervereniging helpen deze organisatorische aspecten beter te laten verlopen. Op basis van de ervaringen met het monitoren van het nazomerzwermen in 2017 en 2018 wordt een voorstel geformuleerd voor de aanpak van het monitoren van dit aspect van de instandhoudingsdoelstelling. De naar onze mening optimale aanpak omvat het jaarlijks roulerend bij 2 meervleermuis-winterverblijven vaststellen van de aanwezigheid van zwermende meervleermuizen door middel van het plaatsen van batloggers en het uitwerken van de opnamen. Deze werkzaamheden zouden kunnen worden uitgevoerd door professionals óf door vrijwilligers/terreinbeheerders met training en coördinatie door professionals. Daarnaast wordt aangeraden om bij een nog te selecteren meervleermuis-winterverblijf met grotere aantallen meervleermuizen, jaarlijks door een professional de verschillende zwerm-sublocaties in beeld te brengen. Hiermee wordt de omvang en kwaliteit van die belangrijke zwermlocatie gemonitord