Advies modellen ecologische verbindingszones, Provincie Gelderland
Sinds begin 2000 probeert Provincie Gelderland natuurgebieden met elkaar te verbinden door middel van ecologische verbindingszones (EVZ), een uitwerking van de Ecologische Hoofdstructuur (tegenwoordig Natuur Netwerk Nederland). Voor het inrichten van deze verbindingen maakt de provincie gebruik van zeven modellen: Model das, -kamsalamander, -hagedis, -vuurvlinder, - ijsvogelvlinder, -rietzanger en -winde. Dit zijn geen rekenkundige modellen maar een combinatie van een visueel voorbeeld van de inrichting (zie titelpagina), gecombineerd met een aantal voorwaarden waar het model in de praktijk aan moet voldoen. Deze voorwaarden richten zich op het kwantificeren van de lengte, breedte en oppervlakte van elementen in de verbindingszone en de maximale onderbreking hiervan. Alsmede het type landschap van deze elementen. Deze modellen zijn gebaseerd op een modelsoort waarbij het idee is dat andere doelsoorten kunnen meeliften. Provincie Gelderland is nu bezig met een evaluatie van de gehanteerde modellen, hiervoor wordt informatie ingewonnen bij verschillende soortenorganisaties.
Het doel van de evaluatie is het updaten van de modellen met nieuwe kennis, de modellen meer toespitsen op locatie en afzonderlijke doelsoorten. Om invulling te geven aan deze evaluatie wordt in deze rapportage een aantal vragen beantwoord met betrekking tot de zoogdieren van Model das en Model winde. Dit zijn voor Model das: das, boommarter, bunzing, wezel, baardvleermuis, Bechsteins vleermuis, bosvleermuis, franjestaart, gewone grootoorvleermuis, rosse vleermuis en watervleermuis. Voor Model winde zijn dit otter en waterspitsmuis. In deze rapportage worden de volgende vragen beantwoord voor de bovengenoemde modellen en doelsoorten. 1. Zijn de modellen geschikt om alle genoemde doelsoorten te bedienen? 2. Welke doelsoorten hebben speciale voorzieningen nodig? 3. Zijn alle soorten op de doelsoortenlijst nog relevant/ zijn er soorten die kunnen worden toegevoegd? 4. Liggen de huidige EVZ’s op de juiste plek? 5. Welke huidige EVZ is voor welke soort relevant op basis van de huidige verspreiding?