Gewone grootoorvleermuis

De gewone grootoorvleermuis is een middelgrote vleermuis met zeer brede en relatief lange vleugels. Het gewicht ligt tussen de 4,5 en 12 gram en de spanwijdte bedraagt 24 tot 28,5 cm.
Uiterlijke kenmerken
Zijn naam zegt het al: de gewone grootoorvleermuis (Plecotus auritus) is herkenbaar aan zijn grote oren. De oren kunnen 3 tot 4 cm lang zijn en zijn ruim half zo lang als het lichaam. De gewone grootoorvleermuis is een middelgrote vleermuis met zeer brede en relatief lange vleugels met een spanwijdte van 24 tot 28,5 cm. Het gewicht ligt tussen de 4,5 en 12 gram.
De gewone grootoorvleermuis wordt ook wel de bruine grootoorvleermuis genoemd: de rugvacht is geelbruin tot bruin en de buikvacht is grijs- tot geelwit. Buik en rug hebben een donkerbruine ondervacht. De kleur van de snuit is variabel, van roze tot bruin getint. Grootoorvleermuizen hebben vrij grote ogen. De wratjes boven de ogen zijn bij de gewone grootoorvleermuis goed zichtbaar. In winterslaap vouwen grootoorvleermuizen hun oren onder hun vleugels en blijft van het oor alleen het oorklepje (tragus) zichtbaar. De tragus is bijna half zo lang als het oor en is bij de gewone grootoorvleermuis egaal roze/bruin van kleur.
Afmetingen
gewicht: 4,5-12 gr
spanwijdte: 24-28,5 cm
Gelijkende soorten
We kunnen deze soort makkelijk verwarren met de grijze grootoorvleermuis. Hoe onderscheid je een gewone grootoorvleermuis van een grijze grootoorvleermuis? Het meest betrouwbare onderscheid leveren de maten van de schedel en de vorm van de penis. Bij levende dieren die je niet in de hand hebt is het redelijk goed mogelijk het verschil te zien voor ervaren waarnemers, omdat beide dieren toch een geheel ander voorkomen hebben. Het verschil in kopvorm tussen beide soorten is het verschil in de vorm van de cabine van een gemiddelde Amerikaanse vrachtwagen (de grijze) en een Europese vrachtwagen (de gewone): langgerekt versus compact en stomp. In onderstaande tabel staan de verschillen weergegeven. Bij het determineren op basis van deze kenmerken is voorzichtigheid de beste houding: de verschillen zijn relatief klein en daardoor ligt de mogelijkheid van een foute determinatie op de loer!
LICHAAMS- KENMERK | GRIJZE GROOTOORVLEERMUIS | GEWONE GROOTOORVLEERMUIS |
Kop | ||
- huidskleur snuit | donker (grijs-roze tot bruin-zwart) | licht (vleeskleurig) |
- wrat bij oog | klein | groot |
- vorm snuit | langgerekt, spits | stomp |
Oren | ||
- tragus (oorklepje) | grotendeels of geheel donker gepigmenteerd | niet of nauwelijks donker gepigmenteerd |
Vachtkleur | ||
- rug | licht- tot donkergrijs | geelachtig tot roodachtig bruin |
- buik | witachtig tot witgrijs | gelig/bruinachtig wit tot geel-beige |
Habitat
Gewone grootoorvleermuizen jagen in de directe omgeving van de verblijfplaats tot op een afstand van maximaal 3 km. Ze volgen hagen en houtwallen, maar vooral in bos of kleinschalig landschap vliegen ze gewoon tussen de bomen door. De paartijd loopt van de herfst tot in het voorjaar. In de herfst en het voorjaar worden grootoorvleermuizen waargenomen, die vanaf een hangplaats aan bijvoorbeeld een boomstam, luid roepend de aandacht trekken. In die tijd worden seksueel actieve mannetjes in boomholtes, op zolders en in nest- en vleermuiskasten gevonden.
Jachtgedrag
De grootoorvleermuis jaagt met een langzame, zeer wendbare vlucht dicht op of door de vegetatie, waar insecten van bladeren of uit de lucht worden gegrepen. Vaak vliegen ze in een langzame, stijgende vlucht verticaal van onderen naar boven langs vegetatie of wanden. Soms blijven ze stil hangen (bidden) in de lucht. De prooien worden dan direct van de vegetatie afgepikt.
Verschillende soorten nachtvlinders kunnen de geluiden horen die vleermuizen maken voor hun echolocatie. Als reactie hierop laten ze zich vallen. Om dit te voorkomen gebruiken grootoorvleermuizen zeer zachte echolocatiegeluiden. Ze ontdekken de prooien niet alleen met hun echolocatie, maar ook met hun ogen en door te luisteren naar het ritselende geluid dat een prooidier maakt. Soms landen ze op de grond om een prooi uit het gras te pakken. Gewone grootoorvleermuizen jagen op beschutte plekken in bos en kleinschalig parkachtig landschap, boven bospaden, in lanen en open plekken, langs bosranden en laag boven (bloeiende) kruidenvegetaties of langs en door de kroon van (bloeiende) bomen. Als wendbare vlieger jagen ze ook veel in gebouwen, bijvoorbeeld op zolders, in schuren en in stallen met vee.
Gewone grootoorvleermuizen vangen diverse relatief grote, vaak dagactieve of niet-vliegende prooien, zoals dagpauwogen, langpootmuggen, spinnen, kevers, schietmoten, vliegen, rupsen, steekmuggen en oorwormen. Grote prooien worden meegenomen naar een hangplaats en daar opgegeten. Deze hangplaatsen kunnen bestaan uit een boomtak of plafondbalk. Dergelijke hangplekken zijn herkenbaar aan de vleermuiskeutels en de afgebeten vlindervleugels die onder de hangplek te vinden zijn.
Verblijfplaatsen
De gewone grootoorvleermuis geldt als standvleermuis. Meestal overwinteren ze in de onmiddellijke nabijheid van hun zomerverblijfplaatsen. De maximale afstand waarover verplaatsingen van geringde dieren zijn geregistreerd is circa 50 km.
- Zomerverblijf
De gewone grootoorvleermuis gebruikt zeer uiteenlopende soorten verblijfplaatsen. Ze worden in de zomer aangetroffen op zolders, achter betimmeringen, daklijsten en vensterluiken, in spouwmuren en onder dakpannen, in holten en spleten in bomen en in nest- en vleermuiskasten. Ze vormen meestal groepen van 5 tot 25 dieren, in uitzonderingen tot 80 dieren. Deze gebruiken in kleine groepjes verspreid een groot aantal verblijfplaatsen naast elkaar. Ze verhuizen vaak. - Winterverblijf
Als winterverblijf worden vooral ondergrondse ruimten gebruikt, zoals grotten, kalksteengroeven, oude steenfabrieken, bunkers, forten, vestingwerken, ijskelders en (kasteel)kelders. Overwinterende gewone grootoorvleermuizen zijn echter ook op zolders en in kerktorens, en een enkele keer in boomholtes gevonden. De winterslaapperiode duurt van oktober/november tot maart/april. Het zijn echter geen stabiele slapers. Vooral grootoorvleermuizen die in winterverblijven met wisselende temperaturen overwinteren, worden, ook bij koud weer, regelmatig wakker. Ze jagen dan bijvoorbeeld op zolders op de daar overwinterende vlinders.
Geluid
Zachte, korte FM-pulsen van 80-18 kHz. Pulsduur 1-2 ms. Reikwijdte tot 5 m. In open gebieden FM-qcf pulsen van 60-12 kHz, die tussen 25 en 12 kHz overgaan in een kort qcf-deel. Reikwijdte 20-25 m. Pulsreeks 50 ms (ca 20 pulsen/sec). Grootoorvleermuizen 'fluisteren' tijdens de jacht en 'bidden' en circelenrond bladeren en twijgern. Daarbij stoten ze ook luide 'knallen' van 42-12 kHz uit met een pulsduur van 7 ms. Pulsreeks 180-200 ms (ca 5,4 pulsen/sec.).
Waarnemingen doorgeven
- Staat van Instandhouding (2018): matig ongunstig
- Staat van Instandhouding (2013): matig ongunstig
- Rode Lijst NL Zoogdieren (2020): thans niet bedreigd
- Rode Lijst NL Zoogdieren (2009): thans niet bedreigd
- Rode Lijst NL Zoogdieren (1994): kwetsbaar
- Wet natuurbescherming: Europees beschermd (art. 3.5 t/m 3.9)
- Habitatrichtlijn (1992): bijlage IV
- Conventie van Bern (1982): appendix II
- Nederlands Soortenregister
Klasse: Mammalia (Zoogdieren)
Orde: Chiroptera (Vleermuizen)
Familie: Vespertilionidae (Gladneuzen)
Geslacht: Plecotus
Soort: Plecotus auritus
-
2023 Rapportages onderzoek (pdf)
Potentiële onderzoekslocaties gewone grootoorvleermuizen in de gemeente Utrecht
-
2023 Rapportages onderzoek (pdf)
Advies modellen ecologische verbindingszones, Provincie Gelderland
-
2022 Losse artikelen - Lutra (pdf)
The monitoring of hibernating bats in marl quarries in the period 1979–2020
-
2022 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Effects on hibernating bats of ambient temperatures and the characteristics of winter roosts in a dune area
-
2022 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Lutra Special 65 (1)- Preface
-
2022 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Hibernating bats along the Dutch coast
-
2022 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Automated long-term registration of bat activity at Fort Steendorp (Flanders, Belgium)
-
2022 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Hibernating bats in the Amsterdamse Waterleidingduinen
-
2022 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Hibernating bats in the Netherlands in 1986-2020, based on the National Monitoring Scheme of Bat Hibernacula
-
2022 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Eighty years of hibernation surveys: from banding to monitoring and protection
-
2022 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Hibernating bats at Klein Heidekamp (Schaarsbergen, Arnhem, the Netherlands)
-
2022 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Bats in the Voorberg and the Jezuïetenberg
-
2022 Losse artikelen - Lutra (pdf)
De samenhang tussen aantallen overwinterende gewone grootoorvleermuizen (Plecotus auritus) en weersomstandigheden (temperaturen en neerslag)
-
2022 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Het effect van buitentemperatuur en eigenschappen van winterverblijven in de duinen op overwinterende vleermuizen
-
2021 Rapportages onderzoek (pdf)
De gewone grootoorvleermuizen van de boerderij Smitzigt. Beoordeling op het inpassingsplan
-
2020 Rapportages onderzoek (pdf)
Soorten voor beleid in Noord-Holland
-
2019 Rapportages onderzoek (pdf)
Staat van instandhouding Gelderland, factsheets voor 24 soorten
-
2015 Rapportages onderzoek (pdf)
Ecologische begeleiding MOB Wanroij: Verslaglegging stavaza maart 2015
-
2014 Rapportages onderzoek (pdf)
Ecologische begeleiding MOB Wanroij: Verslaglegging veldbezoek augustus