Gewone grootoorvleermuis

De gewone grootoorvleermuis (Plecotus auritus) is een middelgrote vleermuis die direct opvalt door de brede en zeer lange oren. Ook hun vleugels zijn breed en lang, waardoor ze goed in kleine ruimtes kunnen manoeuvreren. Gewone grootoorvleermuizen zoeken hun prooien vaak op de vegetatie, en sporen deze op met hun grote ogen en door te luisteren naar de ritselgeluiden die ze maken.
Uiterlijke kenmerken
Zijn naam zegt het al: de gewone grootoorvleermuis heeft zeer grote oren. Deze zijn breed en kunnen 3 tot 4 cm lang zijn, ruim half zo lang als het lichaam. De gewone grootoorvleermuis is een middelgrote vleermuis met zeer brede en relatief lange vleugels.
De gewone grootoorvleermuis wordt ook wel bruine grootoorvleermuis genoemd: de rugvacht is geelbruin tot bruin en de buikvacht is grijs- tot geelwit. Buik en rug hebben een donkerbruine ondervacht. De kleur van de snuit is variabel, van roze tot bruin getint. Grootoorvleermuizen hebben vrij grote ogen. De wratjes boven de ogen zijn bij de gewone grootoorvleermuis goed zichtbaar. In winterslaap vouwen grootoorvleermuizen hun oren onder hun vleugels en blijft van het oor alleen de tragus zichtbaar. De tragus is bijna half zo lang als het oor en is bij de gewone grootoorvleermuis niet of weinig gepigmenteerd.
Afmetingen
Lengte kop-romp: 42-53 mm
Gewicht: 6-9 g
Spanwijdte: 24-28,5 cm
Lengte onderarm: 35,5-42,8 mm
Gelijkende soorten
De gewone grootoorvleermuis lijkt sterk op de grijze grootoorvleermuis. Het meest betrouwbare onderscheid leveren de maten van de schedel en de vorm van de penis. Bij levende dieren die je niet in de hand hebt is het redelijk goed mogelijk het verschil te zien voor ervaren waarnemers, omdat beide dieren toch een geheel ander voorkomen hebben. Het verschil in kopvorm tussen beide soorten is het verschil in de vorm van de cabine van een gemiddelde Amerikaanse vrachtwagen (de grijze) en een Europese vrachtwagen (de gewone): langgerekt versus compact en stomp. In onderstaande tabel staan de verschillen weergegeven. Bij het determineren op basis van deze kenmerken is voorzichtigheid de beste houding: de verschillen zijn klein en daardoor ligt een foute determinatie op de loer.
LICHAAMS- KENMERK | GRIJZE GROOTOORVLEERMUIS | GEWONE GROOTOORVLEERMUIS |
Kop | ||
- huidskleur snuit | donker (grijs-roze tot bruin-zwart) | licht (vleeskleurig) |
- wrat bij oog | klein | groot |
- vorm snuit | langgerekt, spits | stomp |
Oren | ||
- tragus (oorklepje) | grotendeels of geheel donker gepigmenteerd | niet of nauwelijks donker gepigmenteerd |
Vachtkleur | ||
- rug | licht- tot donkergrijs | geelachtig tot roodachtig bruin |
- buik | witachtig tot witgrijs | gelig/bruinachtig wit tot geel-beige |
Leefwijze vleermuizen algemeen
Vleermuizen vormen een soortenrijke groep van actief vliegende zoogdieren, die in staat zijn hun voedsel te vangen in het nachtelijk luchtruim. Ze gebruiken hierbij echolocatie (sonar) om te navigeren en hun voedsel te lokaliseren. Alle in Nederland voorkomende soorten vleermuizen houden een winterslaap van oktober-november tot maart-mei. Tijdens de winterslaap worden de lichaamsfuncties (spijsvertering, hartslag) van de vleermuis tot een minimum teruggebracht en de lichaamstemperatuur sterk verlaagd, waardoor de vleermuis weinig energie verbruikt en kan overleven op de verbranding van lichaamsvet. In het voorjaar worden de jongen geboren en grootgebracht door groepen vrouwtjes in kraamkolonies. De mannetjes verblijven overdag alleen of in kleine groepjes in hun zomerverblijven. Rond zonsondergang verlaten vleermuizen hun verblijven om op insecten of andere geleedpotigen te gaan jagen. Vooral in de nazomer en herfst komen vleermuizen in groepen bij elkaar op bepaalde locaties om te zwermen. Aan dit intense, sociale gedrag, waarover nog steeds veel onduidelijkheid bestaat, worden vooral twee functies toegedicht. Ten eerste vindt paring plaats op en rond deze locaties, waarbij genetische uitwisseling plaatsvindt tussen dieren afkomstig van verschillende kolonies. Daarnaast lijkt het zwermen een functie te hebben bij de inspectie van en informatieoverdracht tussen adulte dieren, en mogelijk ook tussen adulte en jonge dieren, over geschikte winterverblijven. In het najaar, voorafgaand aan de winterslaap, vetten vleermuizen op, zodat zij voldoende vetvoorraad hebben om de winterslaapperiode door te komen. Vrouwelijke vleermuizen slaan het sperma op tot in het voorjaar, wanneer de daadwerkelijke bevruchting van de eicel plaatsvindt.
Habitat
De gewone grootoorvleermuis is een soort van bossen. Loof- en gemengde bossen hebben de voorkeur. Daarnaast jaagt hij langs bosranden, in tuinen en parken en bij individuele bomen. De jachtgebieden liggen doorgaans in de directe omgeving van de verblijfplaats, soms ook verder, tot maximaal 3 km. Vliegroutes naar jachtgebieden liggen in het bos of langs bosranden, of volgen beschutting van lijnvormige vegetatie, zoals singels en houtwallen. Open gebieden worden gemeden.
Als wendbare vlieger jagen ze ook veel in gebouwen, bijvoorbeeld op zolders, in schuren en in stallen met vee.
Grootoorvleermuizen verdampen veel via de vlieghuid en de oren, en moeten veel drinken. De aanwezigheid van water in een gebied is daarom belangrijk.
Voedsel
Nachtvlinders vormen de hoofdmoot van het dieet. Daarnaast vangen gewone grootoorvleermuizen diverse relatief grote, vaak dagactieve of niet-vliegende prooien, zoals dagpauwogen, langpootmuggen, spinnen, kevers, schietmotten, vliegen, rupsen, steekmuggen en oorwormen.
Jachtgedrag
Pas als het volledig donker is verlaten gewone grootoorvleermuizen hun verblijfplaats om te gaan jagen. Ze jagen met een langzame, zeer wendbare vlucht dicht op of door de vegetatie, waar prooien van bladeren worden gevangen en (minder vaak) uit de lucht worden gegrepen. Vaak vliegen ze in een langzame, stijgende vlucht verticaal van onderen naar boven langs vegetatie of wanden. Soms blijven ze stil hangen (bidden) in de lucht. De prooien worden dan direct van de vegetatie geplukt.
Verschillende soorten nachtvlinders kunnen de geluiden horen die vleermuizen maken voor hun echolocatie. Als reactie hierop laten ze zich vallen. Om dit te voorkomen gebruiken grootoorvleermuizen zeer zachte echolocatiegeluiden. Ze ontdekken de prooien vooral door te luisteren naar het ritselende geluid dat een prooidier maakt en met hun grote ogen. Hun sonar speelt hierbij een ondergschikte rol. Soms landen ze op de grond om een prooi uit het gras te pakken.
Grotere prooien worden op een hangplaats opgegeten. Deze hangplaatsen kunnen bestaan uit een boomtak of plafondbalk. Hangplaatsen zijn herkenbaar aan de vleermuiskeutels en de afgebeten vlindervleugels die eronder te vinden zijn.
Verblijfplaatsen
De gewone grootoorvleermuis geldt als standvleermuis. Meestal overwinteren ze in de onmiddellijke nabijheid van hun zomerverblijfplaatsen. De maximale afstand waarover verplaatsingen van geringde dieren zijn geregistreerd is circa 50 km.
- Zomerverblijf
De gewone grootoorvleermuis gebruikt zeer uiteenlopende soorten verblijfplaatsen. Ze worden in de zomer aangetroffen op zolders, achter betimmeringen, daklijsten en vensterluiken, in spouwmuren en onder dakpannen, in holten en spleten in bomen en in nest- en vleermuiskasten. Ze vormen meestal groepen van 5 tot 25 dieren, in uitzonderingen tot 80 dieren. Deze gebruiken, verdeeld over kleine groepjes, een aantal verblijfplaatsen in de buurt van elkaar. Ze verhuizen vaak. Winterverblijf
Als winterverblijf worden vooral ondergrondse ruimten gebruikt, zoals grotten, kalksteengroeven, oude steenfabrieken, bunkers, forten, vestingwerken, ijskelders en (kasteel)kelders. Overwinterende gewone grootoorvleermuizen zijn echter ook op zolders en in kerktorens, en een enkele keer in boomholtes gevonden.Gewone grootoorvleermuizen zijn geen stabiele slapers. Vooral in winterverblijven met wisselende temperaturen worden ze, ook bij koud weer, regelmatig wakker. Ze jagen dan bijvoorbeeld op zolders op de daar overwinterende vlinders.
Voortplanting
Paringen vinden plaats vanaf de herfst, bij de zwermplaatsen, tot in het voorjaar, in de winterverblijven. In de herfst en het voorjaar worden grootoorvleermuizen waargenomen die vanaf een hangplaats aan bijvoorbeeld een boomstam, luid roepend de aandacht trekken. In die tijd worden seksueel actieve mannetjes in boomholtes, op zolders en in nest- en vleermuiskasten gevonden.
De geboorte van één, soms twee jongen vindt plaats in de laatste drie weken van juli. Vanaf 3-4 weken worden de eerste vliegpogingen gedaan en na 6 weken zijn de jongen vliegvlug.
Leeftijd
De gemiddelde levensverwachting bedraagt 4 jaar. De maximale waargenomen leeftijd is 30 jaar.
Natuurlijke vijanden
Uilen (vooral bosuil en kerkuil) en roofvogels (boomvalk, sperwer) pakken soms vleermuizen in de vlucht, vaak in de buurt van de verblijfplaats. In of bij de verblijfplaatsen worden vleermuizen soms gepredeerd door huiskatten en steenmarters. Vleermuizen in winterslaap kunnen ook ten prooi vallen aan bosmuizen.
Zicht
Gewone grootoorvleermuizen zijn moeilijk in de vlucht waar te nemen, omdat ze pas tevoorschijn komen als het volledig donker is.
Sporen
- Uitwerpselen
Keutels van vleermuizen zijn zeer moeilijk op naam te brengen. Keutels van gewone grootoorvleermuizen zijn middelgroot: diameter 2-3 mm, lengte 4-12 mm.
Geluid
Zachte, korte FM-pulsen van 80-18 kHz. Pulsduur 1-2 ms. Reikwijdte tot 5 m. In open gebieden FM-qcf pulsen van 60-12 kHz, die tussen 25 en 12 kHz overgaan in een kort qcf-deel. Reikwijdte 20-25 m. Pulsreeks 50 ms (ca. 20 pulsen/s). Grootoorvleermuizen 'fluisteren' tijdens de jacht en 'bidden' en circelen rond bladeren en twijgen. Daarbij stoten ze ook luide 'knallen' van 42-12 kHz uit met een pulsduur van 7 ms. Pulsreeks 180-200 ms (ca. 5,4 pulsen/s).
Waarnemingen doorgeven
Wereld
De gewone grootoorvleermuis komt alleen in Europa voor.
Europa
Het areaal omvat een groot deel van europa, van het Iberisch Schiereiland (met uitzondering van het zuidelijk deel) tot aan de Oeral in het oosten. Ook in Zuid-Italië en Zuid-Griekenland ontbreekt de soort. Noordelijk komt hij voor tot 65° NB.
Nederland
De gewone grootoorvlermuis komt in Nederland voor waar bos is. Alleen in de bossen Flevoland is hij vrijwel niet waargenomen.
- Staat van Instandhouding 2018: matig ongunstig
- Staat van Instandhouding 2013: matig ongunstig
- Rode Lijst NL Zoogdieren 2020: thans niet bedreigd
- Rode Lijst NL Zoogdieren 2009: thans niet bedreigd
- Rode Lijst NL Zoogdieren 1994: kwetsbaar
- Omgevingswet: artikel 11.46, lid 1 (Europees beschermd)
- Habitatrichtlijn (1992): bijlage IV
- Conventie van Bern (1982): appendix II
- Nederlands Soortenregister
Klasse: Mammalia (Zoogdieren)
Orde: Chiroptera (Vleermuizen)
Familie: Vespertilionidae (Gladneuzen)
Geslacht: Plecotus
Soort: Plecotus auritus
-
2023 Rapportages onderzoek (pdf)
Potentiële onderzoekslocaties gewone grootoorvleermuizen in de gemeente Utrecht
-
2023 Rapportages onderzoek (pdf)
Advies modellen ecologische verbindingszones, Provincie Gelderland
-
2022 Losse artikelen - Lutra (pdf)
The monitoring of hibernating bats in marl quarries in the period 1979–2020
-
2022 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Effects on hibernating bats of ambient temperatures and the characteristics of winter roosts in a dune area
-
2022 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Lutra Special 65 (1)- Preface
-
2022 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Hibernating bats along the Dutch coast
-
2022 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Automated long-term registration of bat activity at Fort Steendorp (Flanders, Belgium)
-
2022 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Hibernating bats in the Amsterdamse Waterleidingduinen
-
2022 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Hibernating bats in the Netherlands in 1986-2020, based on the National Monitoring Scheme of Bat Hibernacula
-
2022 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Eighty years of hibernation surveys: from banding to monitoring and protection
-
2022 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Hibernating bats at Klein Heidekamp (Schaarsbergen, Arnhem, the Netherlands)
-
2022 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Bats in the Voorberg and the Jezuïetenberg
-
2022 Losse artikelen - Lutra (pdf)
De samenhang tussen aantallen overwinterende gewone grootoorvleermuizen (Plecotus auritus) en weersomstandigheden (temperaturen en neerslag)
-
2022 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Het effect van buitentemperatuur en eigenschappen van winterverblijven in de duinen op overwinterende vleermuizen
-
2021 Rapportages onderzoek (pdf)
De gewone grootoorvleermuizen van de boerderij Smitzigt. Beoordeling op het inpassingsplan
-
2020 Rapportages onderzoek (pdf)
Soorten voor beleid in Noord-Holland
-
2019 Rapportages onderzoek (pdf)
Staat van instandhouding Gelderland, factsheets voor 24 soorten
-
2015 Rapportages onderzoek (pdf)
Ecologische begeleiding MOB Wanroij: Verslaglegging stavaza maart 2015
-
2014 Rapportages onderzoek (pdf)
Ecologische begeleiding MOB Wanroij: Verslaglegging veldbezoek augustus