Rosse vleermuis
De rosse vleermuis (Nyctalus noctula) is een van de grootste vleermuizensoorten van Europa. Het is een snelle vlieger die vaak hoog boven het landschap vliegt en flinke afstanden kan afleggen.
Uiterlijke kenmerken
De rosse vleermuis is een van de grootste Europese vleermuizensoorten. Zoals zijn naam al aangeeft is zijn vacht rossig tot roodbruin. De vrijwel eenkleurige, korte en dichte beharing geven dit dier een fluweelachtig, glanzend aanzien. De snuit is donkerbruin en stomp. De oren zijn kort (ongeveer even lang als breed) en rond, de tragus is paddenstoelvormig. Rosse vleermuizen zijn gebouwd voor een snelle vlucht: het lichaam is compact en gestroomlijnd van vorm, de vleugels zijn lang, smal en puntig en hebben een relatief klein oppervlak.
Afmetingen
Lengte kop-romp: 60-89 mm
Gewicht: ongeveer 17-44 g
Spanwijdte: 32-40 cm
Lengte onderarm: 48-58 mm
Gelijkende soorten
De rosse vleermuis kan verward worden met twee nauw verwante soorten, de bosvleermuis en de grote rosse vleermuis. De bosvleermuis is kleiner, donkerder en duidelijker tweekleurig. Het onderscheid is het best te maken aan de hand van de onderarmlengte (rosse vleermuis 48-58 mm - bosvleermuis 39-46,4 mm). De grote rosse vleermuis, die niet in Nederland voorkomt, is duidelijker groter dan de rosse vleermuis (onderarmlengte 63-69 mm).
Leefwijze vleermuizen algemeen
Vleermuizen vormen een soortenrijke groep van actief vliegende zoogdieren, die in staat zijn hun voedsel te vangen in het nachtelijk luchtruim. Ze gebruiken hierbij echolocatie (sonar) om te navigeren en hun voedsel te lokaliseren. Alle in Nederland voorkomende soorten vleermuizen houden een winterslaap van oktober-november tot maart-mei. Tijdens de winterslaap worden de lichaamsfuncties (spijsvertering, hartslag) van de vleermuis tot een minimum teruggebracht en de lichaamstemperatuur sterk verlaagd, waardoor de vleermuis weinig energie verbruikt en kan overleven op de verbranding van lichaamsvet. In het voorjaar worden de jongen geboren en grootgebracht door groepen vrouwtjes in kraamkolonies. De mannetjes verblijven overdag alleen of in kleine groepjes in hun zomerverblijven. Rond zonsondergang verlaten vleermuizen hun verblijven om op insecten of andere geleedpotigen te gaan jagen. Vooral in de nazomer en herfst komen vleermuizen in groepen bij elkaar op bepaalde locaties om te zwermen. Aan dit intense, sociale gedrag, waarover nog steeds veel onduidelijkheid bestaat, worden vooral twee functies toegedicht. Ten eerste vindt paring plaats op en rond deze locaties, waarbij genetische uitwisseling plaatsvindt tussen dieren afkomstig van verschillende kolonies. Daarnaast lijkt het zwermen een functie te hebben bij de inspectie van en informatieoverdracht tussen adulte dieren, en mogelijk ook tussen adulte en jonge dieren, over geschikte winterverblijven. In het najaar, voorafgaand aan de winterslaap, vetten vleermuizen op, zodat zij voldoende vetvoorraad hebben om de winterslaapperiode door te komen. Vrouwelijke vleermuizen slaan het sperma op tot in het voorjaar, wanneer de daadwerkelijke bevruchting van de eicel plaatsvindt.
Habitat
Rosse vleermuizen jagen vooral boven open wateren, zoals meren en rivieren, en boven moerassen en graslanden. Ook langs bosranden, boven de bebouwde omgeving en bij straatverlichting wordt gejaagd. Voor hun verblijfplaatsen, die op grote afstand (tot >20 km) van de jachtgebieden kunnen liggen, zijn zij afhankelijk van oude loofbomen, zoals die te vinden zijn in bossen, op landgoederen en in lanen.
Voedsel
Het voedselspectrum van rosse vleermuizen is breed. Ze jagen op wat beschikbaar is, waardoor er een grote variatie is tussen locaties en perioden van het jaar. (Grote) kevers en nachtvlinders worden onder meer veel gegeten, maar ook wel kleinere, in zwermen vliegende insecten, zoals dansmuggen.
Jachtgedrag
Rosse vleermuizen verlaten al vrij vroeg, 6-25 na zonsondergang, hun verblijplaats om te gaan jagen. Om die reden wordt de soort ook wel ‘vroegvlieger’ genoemd. De vlucht van de rosse vleermuis doet enigszins denken aan die van de gierzwaluw: hoog en snel. De vleugels zijn dan ook lang en smal. De afstand tussen dagrustplaats en jachtgebied wordt in de regel in een snelle, rechte vlucht afgelegd, op een hoogte van 100 m of meer. Het jagen gebeurt veelal op een hoogte van ca. 13 m, maar rosse vleermuizen jagen geregeld ook veel hoger, tot honderden meters hoogte. In open terrein wordt vaak met snelle duikvluchten op insecten gejaagd. Jachtperioden liggen vooral in de avond- en ochtendschemering, en duren ongeveer een uur. Tussentijds keren de dieren terug naar hun verblijfplaatsen.
Verblijfplaatsen
De rosse vleermuis is in West-Europa een uitgesproken boombewonende soort. Zowel solitaire mannetjes, groepen vrouwtjes met jongen, als dieren in winterslaap gebruiken boomholten als onderkomen. Vaak huizen ze in verlaten spechtenholen in oude, dikke loofbomen. Deze liggen op 5-22 m hoogte. Ook vleermuiskasten worden gebruikt door rose vleermuizen, en een enkele keer gebouwen of brugpijlers. De groepsgroottes variëren van 10 tot 125 dieren.
Voortplanting
In de eerste helft van juni worden een of twee jongen geboren. In de loop van juli zijn de jongen zelfstandig. Dan begint ook de paartijd, waarin mannetjes een territorium afbakenen. Paringen vinden vooral plaats in augustus en september. Mannetjes vormen paargroepjes met gemideld 4-5 (maximaal 20) vrouwtjes die ze in een paarverblijf in een boomholte lokken middels een speciale werfroep. Mannetjes zijn in deze periode ook aggressief naar andere mannetjes en dulden alleen vrouwtjes in hun paarverblijf.
Migratie
In Midden-Europa staat de rosse vleermuis bekend als een trekkende soort. Afstanden tussen zomer- en wintergebieden kunnen oplopen tot honderden (maximaal 1600) km. Afstanden waarover rosse vleermuizen migreren kunnen sterk variëren, maar uit onderzoek is gebleken dat dieren trouw zijn aan hun individuele migratieafstand. Vrouwtjes trekken vaker en over grotere afstanden dan mannetjes. In het noordoosten van Europa worden in de zomer wel kraamkolonies gevonden, maar zijn in de winter weinig of geen dieren aanwezig. In Zwitserland zijn geen kraamkolonies bekend, en verschijnen in het najaar grote aantallen vrouwtjes. Met behulp van ringonderzoek zijn in het verleden ook in Nederland waarnemingen gedaan die wijzen op trek. Anderzijds zijn er gebieden waar tijdens alle seizoenen rosse vleermuizen gevonden kunnen worden. Mogelijk trekt een deel van de Nederlandse rosse vleermuizen weg, en een deel niet, en wellicht wordt de Nederlandse populatie in de winter daarnaast aangevuld door dieren uit gebieden ten noordoosten van Nederland.
Leeftijd
Rosse vleermuizen worden meestal niet ouder dan 10 jaar. De hoogste waargenomen leeftijd van een in het wild levende rosse vleermuis was 12 jaar.
Natuurlijke vijanden
Uilen (vooral bosuil en kerkuil) en roofvogels (boomvalk, sperwer) pakken soms vleermuizen in de vlucht, vaak in de buurt van de verblijfplaats. In of bij de verblijfplaatsen worden vleermuizen soms gepredeerd door huiskatten en steenmarters. Vleermuizen in winterslaap kunnen ook ten prooi vallen aan bosmuizen.
Zicht
Rosse vleermuizen verlaten hun verblijfplaatsen als het nog vrij licht is en zijn dan soms goed waar te nemen.
Sporen
- Uitwerpselen
Keutels van vleermuizen zijn zeer moeilijk op naam te brengen. Keutels van de rosse vleermuis zijn vrij groot en relatief lang: diameter 2,5-3,5 mm, lengte 7-16 mm.
Geluid
Echolocatiesignalen bestaan uit een afwisseling van hoge en lage geluiden, die op de bat-detector klinken als plip-plop-plip-plop etc. De hoge (plip) FM-signalen zijn tot 13 ms lang en lopen van 60-30 kHz. De lagere plop-signalen zijn tot 28 ms lang en hebben een bijna constante frequentie tussen 19 en 22 kHz; ze zijn met het blote oor hoorbaar voor mensen met een goed gehoor. De signalen van de rosse vleermuis zijn zeer luid in vergelijking met andere vleermuizen.
Mannetjes produceren een groot repertoire aan sociale geluiden. Meestal worden deze vanaf een vaste post uitgezonden. Veel voorkomend is een langzaam herhaalde, in de herfst uitgezonden, werfroep, die in 50 ms daalt van 17 naar 13 kHz en op 15 kHz het best is te horen. Daarnaast zijn er lange (> 100 ms) en luide, golvende signalen tussen 32 en 17 kHz, die op de batdetector klinken als knallende trillers.
Doordat rosse vleermuizen tamelijk luidruchtig zijn in hun boomholte, en deze geluiden ook zonder hulpmiddelen goed te horen zijn, zijn de verblijfplaatsen relatief makkelijk op te sporen.
Waarnemingen doorgeven
Wereld
Het areaal omvat Europa en delen van Centraal-Azië. In het Midden-Oosten en op het Arabisch Schiereiland is de soort waarschijnlijk zeldzaam. Het voorkomen in Noord-Afrika is onzeker.
Europa
Rosse vleeermuizen komen vooral voor in het laagland van Noordwest- en Centraal-Europa. In Zuid-Europa is hij zeldzamer of ontbreekt hij. In Zuid-Scandinavië komt hij voor in gebieden waar loofbossen de overhand hebben.
Nederland
De rosse vleermuis komt verspreid over het hele land voor, met nadruk op de hoge zandgronden en de kustgebieden van Noord- en Zuid-Holland en Zeeland. Op de Waddeneilanden worden ze incidenteel waargenomen.
- Staat van Instandhouding 2018: zeer ongunstig
- Staat van Instandhouding 2013: zeer ongunstig
- Rode Lijst NL Zoogdieren 2020: onvoldoende gegevens
- Rode Lijst NL Zoogdieren 2009: kwetsbaar
- Rode Lijst NL Zoogdieren 1994: kwetsbaar
- Omgevingswet: artikel 11.46, lid 1 (Europees beschermd)
- Habitatrichtlijn (1992): bijlage IV
- Conventie van Bern (1982): appendix II
- Nederlands Soortenregister
Klasse: Mammalia (Zoogdieren)
Orde: Chiroptera (Vleermuizen)
Familie: Vespertilionidae (Gladneuzen)
Geslacht: Nyctalus
Soort: Nyctalus noctula
-
2024 Rapportages onderzoek (pdf)
Vleermus Woonkwartier 2023
-
2024 Rapportages onderzoek (pdf)
VleerMUS Servatius 2023
-
2024 Losse artikelen - Lutra (pdf)
De aantalsontwikkeling van de rosse vleermuis (Nyctalus noctula) in West-Nederland
-
2023 Rapportages onderzoek (pdf)
VleerMUS Woningbelang 2022
-
2023 Rapportages onderzoek (pdf)
VleerMUS gemeente Helpt Elkander 2022
-
2023 Rapportages onderzoek (pdf)
VleerMUS Woonkwartier2022
-
2023 Rapportages onderzoek (pdf)
VleerMUS gemeente Den Haag 2022
-
2023 Rapportages onderzoek (pdf)
Advies modellen ecologische verbindingszones, Provincie Gelderland
-
2023 Tijdschrift Lutra (pdf)
Lutra 66-1 2023
-
2023 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Are offshore wind farms in the Netherlands a potential threat for coastal populations of noctule?
-
2022 Tijdschrift Lutra (pdf)
Lutra 65-1 2022
-
2021 Telganger
Telganger / 2021-2 / november
-
2021 Telganger
Telganger / 2021-1 / juni
-
2019 Rapportages onderzoek (pdf)
Staat van instandhouding Gelderland, factsheets voor 24 soorten