Otter

De otter (Lutra lutra) behoort tot de marterachtigen. Het is een echte viseter, die zeer goed kan zwemmen en duiken, maar zich ook op het land goed voortbeweegt. De otter leeft in oeverzones met voldoende dekking en rust. In de jaren 1980 werd de otter als uigestorven beschouwd in Nederland. In de periode 2002-2009 werd de soort succesvol geherintroduceerd. Momenteel komt de otter vooral in het noorden van ons land weer in toenemende aantallen voor. Ook elders vestigen zich populaties.
Algemeen
De marterachtigen vormen de grootste groep landroofdieren in Nederland. Deze familie omvat in ons land de volgende soorten, in afnemende grootte: das, otter, boommarter en steenmarter, bunzing, hermelijn en wezel.
Uiterlijke kenmerken
De otter heeft op de rug en de flanken een glanzende, fluweelachtige, dichte, donkerbruine vacht. De onderzijde is lichter gekleurd. Soms is er een licht gekleurd vlekkenpatroon aanwezig op de kin en rond de lippen. De otter heeft een lange bovenvacht, die zorgt dat de dichte ondervacht een isolerende luchtlaag vasthoudt en droog blijft onder water.
Het lichaam is gestroomlijnd en lang. De staart is krachtig, spits toelopend en rond. De poten zijn kort en sterk. Zowel de achter- als de voorpoten zijn uitgerust met zwemvliezen tussen de tenen. De ogen, neusgaten en kleine oren liggen in één vlak bovenop de platte kop met de brede snuit, zodat deze bij het zwemmen boven het water uitsteken. De otter heeft een sterk ontwikkelde neus (1000 x sterker dan de mens), zeer gevoelige snorharen en stevige wenkbrauwen die, vooral in troebel water, dienst doen als tastzintuigen.
Afmetingen
Lengte kop-romp: 50–95 cm
Lengte staart: 26–55 cm
Gewicht: mannetje 10-12 kg, vrouwtje 5-7 kg
Het mannetje heeft een zwaardere kop en een dikkere hals dan het vrouwtje en is groter en zwaarder.
Habitat
De otter leeft in oeverzones met voldoende dekking en rust van allerlei soorten stromende wateren, zoals meren, plassen, rivieren, kanalen, beken en moerassen. Otters komen ook voor langs kusten en estuaria. In brakke en zoute wateren komen ze alleen voor als er zoet water in de omgeving is, omdat ze dit nodig hebben voor het schoonhouden van hun pels en als drinkwater. Ook in de bebouwde omgeving leven soms otters.
Leefwijze
De otter is een schuw dier, dat solitair leeft en meestal 's nachts actief is. Maar otters liggen ook wel overdag te zonnebaden. De meeste tijd wordt doorgebracht in het water, en otters kunnen dan ook uitstekend zwemmen en duiken. Meestal blijft een otter minder dan een minuut onder water, maar hij kan tot 4 minuten onderduiken. Bij het zwemmen en duiken functioneert de staart als roer. Oren en neusgaten gaan onder water dicht, de ogen blijven open. Een otter besteedt veel tijd aan het poetsen van zijn vacht. Net als alle martersoorten heeft ook de otter een opvallende manier om zijn omgeving te onderzoeken; het zogenaamde 'kegelen'. Hij staat dan op de achterpoten met het lichaam rechtop, op de uitkijk.
Voedsel
Het voedsel van de otter bestaat voornamelijk uit vissen kleiner dan 25 cm, zoals paling, baars, snoek, karper en zalm. Hij eet ook amfibieën, watervogels, woelratten, ratten, rivierkreeften, krabben, wormen en grotere insecten. In de winter zoekt de otter zijn voedsel in stromend water of meren met wakken. In helder water spoort de otter zijn prooi met zijn ogen op. In troebel water schakelt de otter over op zijn snorharen, waarmee hij de bewegingen van vissen in het water kan voelen. Om zijn prooi te vangen jaagt de otter deze vaak op naar een stuk riet, zodat de prooi moeilijker kan ontsnappen.
Als de otter iets heeft gevangen, neemt hij de prooi tussen zijn tanden mee om het aan het wateroppervlak op te eten. Grote vissen brengt hij, tegen de borst gedrukt, aan land om ze daar op te eten. Per dag eet de otter 1 tot 1,5 kilo voedsel, waarvan 80-90 % uit vissen bestaat.
Territorium en leefgebied
Otters van hetzelfde geslacht leven in gescheiden leefgebieden, waarbij het territorium van één mannetje dat van een aantal vrouwtjes overlapt. Territoria worden verdedigd tegen soortgenoten van hetzelfde geslacht. De grootte van het leefgebied hangt af van de beschikbaarheid van voedsel, dekking en de dichtheid aan otters. Uit verschillende studies komt naar voren dat leefgebieden van mannetjes tussen de 7 en 21 km aan oever bedragen. Vooral de dominante mannetjes hebben grote leefgebieden. Leefgebieden van vrouwtjes zijn kleiner, rond de 7,5 km oever.
Verblijfplaats
Overdag verblijft de otter in een dagrustplaats die zich bovengronds bevindt op oevers in dichte oevervegetaties (o.a. riet), struwelen en bosschages, maar ook ondergronds in natuurlijke en soms kunstmatig aangelegde of door andere dieren gegraven holten. Dit kunnen zijn boomstronken en holtes tussen boomwortels, door bevers, muskusratten of konijnen gegraven holen, constructies van takken en modder gemaakt door bevers, nissen onder bruggen en betonpijpen. De rustplaatsen zijn 50-100 cm in doorsnee en worden niet bekleed. De plek kan per dag verschillen. De kraamnesten, waar de jongen worden geworpen, liggen vaak in overstromingsvrije oeverholtes op plaatsen waar de kans op verstoring klein is. De jongen worden regelmatig door de moeder verplaatst. Binnen een leefgebied van een vrouwtje kunnen twee of meer nestplekken aanwezig zijn.
Voortplanting
Otters krijgen meestal jongen in de lente en zomer, maar in principe kunnen ze het hele jaar door jongen krijgen. Otters zijn na 1-2 jaar geslachtsrijp. De gemiddelde leeftijd waarop vrouwtjes voor het eerst jongen krijgen is 2 jaar. Na een draagtijd van ongeveer 62 dagen worden meestal 2-3 (maximaal 5, soms maar 1) jongen geboren. De otter heeft voor zover bekend geen uitgestelde implantatie, hoewel een enkele keer bevruchte eicellen zijn gevonden die nog niet waren ingenesteld.
De jongen worden blind en zonder tanden geboren in een kraamnest, in een rustig gedeelte van het territorium van het wijfje. De jongen zijn 15 cm lang en hebben een donzige, grijze vacht. Na 35 dagen openen ze hun ogen en ze worden tot gemiddeld 16 weken gezoogd. Op een leeftijd van twee tot drie maanden krijgen ze de volwassen vacht.
Zodra de jongen een waterdichte vacht hebben, leert de moeder hen zwemmen. Jonge otters spelen graag met elkaar. Na 10-12 maanden zijn ze zelfstandig, maar vaak blijven de jongen nog enkele maanden in het territorium van de moeder tot ze uiteindelijk door de moeder worden verjaagd. De vader helpt niet met het grootbrengen van de jongen.
Leeftijd
Otters worden gemiddeld 3 tot 4 jaar oud. Leeftijden van maximaal 12, of zelfs 16 jaar, komen in het wild voor. In gevangenschap kunnen otters 15 tot 22 jaar oud worden.
Tot het begin van de vorige eeuw was de otter vrij algemeen in Nederland. Door verkeer, jacht, verdrinking in fuiken, gif, watervervuiling en verdwijning van geschikt biotoop verdween de otter in Nederland. Tot in 1954 de jacht definitief werd verboden, is de otter sterk bejaagd. Bij de herintroductie in Nederland in de periode 2002-2009 zijn maatregelen genomen om bedreigingen weg te nemen, maar desondanks zorgen verdrinking in fuiken, watervervuiling en verkeer nog steeds voor sterfte onder otters.
Zicht
De otter is erg schuw. Zichtwaarnemingen zijn daarom zeldzaam.
Sporen
- Vraatsporen
Etensresten van de otter zijn te vinden op eetplekjes aan de oever. Dit zijn vissenkoppen, resten van kreeftachtigen en van amfibieën, aas en afgestroopte paddenhuiden. - Uitwerpselen
Uitwerpselen van de otter, zogeheten spraints, hebben gevarieerde afmetingen en zijn meestal 10-15 mm dik en 2-10 cm lang. In de uitwerpselen van de otter zijn vaak visschubben te vinden, maar soms ook haren of botten. Vers zijn de uitwerpselen donkergroen tot zwart, teerachtig en vrij stevig. Hoe ouder, hoe grijzer en brozer. De typische geur, een zoete tot levertraanachtige geur, ook wel ‘koeienstallenlucht’ blijft wel behouden en is goed te ruiken.
Daarnaast produceert de otter met anale klieren een soort geleiachtige substantie, het zogenaamde ottergeil, wat waarschijnlijk dient om op seksueel gebied signalen af te geven en het territorium te markeren. Het wordt door zowel het mannetje als het vrouwtje afgegeven.
Belangrijke plekken in het territorium, markeert de otter met uitwerpselen en ottergeil. Zowel de spraints als het ottergeil zijn (vaak tezamen) te vinden op oevers en zandbanken, vaak op een wat hogere plek in het landschap (graspollen, keien in het water). Vooral ook daar waar waterstromen bij elkaar komen, naast wissels en op richels rond bruggen, duikers, steigers en andere objecten. - Loopsporen
Prenten zijn vooral te vinden op klei- en zandoevers en zandbanken en bij dichtgevroren water op het ijs en bij de oeverlijn. Loopsporen van de otter variëren afhankelijk van de ondergrond en de manier van voortbewegen. De voorvoet is 55 mm breed en 60-65 mm lang en de achtervoet is 55-60 mm breed en 60-90 cm lang. Van de vijf tenen zijn vaak maar drie duidelijk te zien. De nagels zijn goed herkenbaar, maar de zwemvliezen zijn alleen bij een dun laagje sneeuw of zeer zachte ondergrond te zien. Soms is een sleepspoor van de staart te zien. De otter verplaatst zich maar weinig in stap maar vaker via een afwisseling van draf en galop. Bij galopsprongen staan de vier prenten los van elkaar in een schuine lijn (de zogenaamde viersprong) met een paslengte van 40 tot 80 cm.
Wissels van otters zijn te vinden op de plek waar het dier steeds het water in- en uitgaat en waar op de oever ook ‘glijbanen’ kunnen ontstaan. Wissels liggen vooral tussen de oeverbegroeiing en in rietzomen, glijbanen zijn te vinden op steile, glibberige of besneeuwde oevers die bedekt zijn met sneeuw of modder. Otters kunnen hier keer op keer vanaf glijden, schijnbaar louter als spel. De breedte van deze wissels en glijbanen is 15-30cm.
Geluid
De otter maakt scherpe, heldere, fluitende geluiden. Bij de paringsroep van een mannetje eindigt dit trillend. Bij onderlinge gevechten klinkt een hees, katachtig geblaas en spelende otters kunnen schreeuwen of krijsen. Wanneer otters elkaar vriendschappelijk ontmoeten maken ze regelmatige knorgeluidjes.
Dode of verweesde otter gevonden?
Via de onderstaande links vind je meer informatie over de handelswijze wanneer je een dode of verweesde otter vindt:
Wereld
Het areaal van de otter omvat Europa, Azië en Noordwest-Afrika. Ongeveer 40 % van het areaal ligt in Rusland. De otter komt oostwaarts voor tot in China, Taiwan en Zuid-Korea. Nadat de ondersoort L. lutra withney in Japan in 2012 als uitgestorven was beschouwd, werd het land vanuit Zuid-Korea recentelijk gekolonieerd door L. lutra lutra.
Europa
De otter kwam oorspronkelijk in geheel Europa voor, met uitzondering van IJsland en eilanden in de Middellandse Zee). Halverwege de 20e eeuw ging de otter vooral in West-Europese landen sterk achteruit of verdween hij. Alleen in Ierland en Portugal hield de otter stand, en ook in Oost-Europa bleven de populaties op peil. Sinds het begin van de 21e eeuw is er herstel in veel West-Europese landen, of is de soort weer terug na herintroductie. In een deel van Centraal-Europa (o.a. Duitsland, de Alpenlanden en Italië) ontbreekt de otter en in enkele Balkanlanden is hij zeldzaam.
Nederland
In Nederland is de otter in de late jaren 1980 uitgestorven. Herintroductie van in totaal 31 otters vond plaats in de periode 2002-2009. Momenteel komt de otter weer voor in Noordwest-Overijssel, Friesland, Groningen, Drenthe, Gelderland en langs de Overijsselse Vecht. Ook in Zuid-Holland, rond de Nieuwkoopse Plassen leeft inmiddels een kleine populatie, die zich langzaam ook naar de omgeving lijkt uit te breiden. In de winter van 2020/2021 werd de Nederlandse populatie geschat op 450 dieren.
Streng beschermd
- Rode Lijst NL 2020: thans niet bedreigd
- Rode Lijst NL 2009: verdwenen uit NL*
* Nakomelingen van herintroductie (2002) planten zich in 2009 nog geen tien jaar voort. Daardoor is de otter volgens de criteria in dat jaar nog niet officieel teruggekeerd. - Rode Lijst NL 1994: verdwenen uit NL
- Omgevingswet: artikel 11.46, lid 1 (Europees beschermd)
- Habitatrichtlijn (1992): bijlage II en IV
- Conventie van Bern (1982): appendix II
- Nederlands Soortenregister
- IUCN Red List
Klasse: Mammalia (Zoogdieren)
Orde: Carnivora (Roofdieren)
Familie: Mustelidae (Marterachtigen)
Geslacht: Lutra
Soort: Lutra lutra
-
2024 Telganger
Telganger / 2024-1 / mei
-
2023 Rapportages onderzoek (pdf)
Otter in Natura 2000-gebieden, deel 2
-
2023 Rapportages onderzoek (pdf)
Advies modellen ecologische verbindingszones, Provincie Gelderland
-
2023 Telganger
Telganger / 2023-2 / november
-
2022 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Enjoying Lutra!
-
2022 Telganger
Telganger / 2022-2 / december
-
2021 Rapportages onderzoek (pdf)
Otter in Natura 2000-gebieden Beoordeling van populatie en leefgebied in de Standard Data Forms
-
2021 Rapportages onderzoek (pdf)
Otter in Natura 2000-gebieden
-
2021 Telganger
Telganger / 2021-2 / november
-
2021 Rapportages onderzoek (pdf)
Final report otter improvements
-
2021 Telganger
Telganger / 2021-1 / juni
-
2021 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Activity patterns of otters (Lutra lutra) in De Onlanden Nature Reserve, the Netherlands
-
2021 Tijdschrift Lutra (pdf)
Lutra 64-1 2021
-
2021 Tijdschrift Zoogdier (digitaal)
Zoogdier / jaargang 32 / nr.2 / zomer 2021
-
2021 Tijdschrift Zoogdier (digitaal)
Zoogdier / jaargang 32 / nr.1 / voorjaar 2021
-
2020 Rapportages onderzoek (pdf)
Soorten voor beleid in Noord-Holland
-
2020 Rapportages onderzoek (pdf)
Bestendig voorkomen van de habitatrichtlijnsoorten Otter, Drijvende waterweegbree en Brede geelgerande waterroofkever
-
2020 Werkgroepverslag (pdf)
Jaarverslag Calutra 2020
-
2020 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Zoeken naar een historische referentie voor otters (Lutra lutra) in Nederland
-
2020 Losse artikelen - Lutra (pdf)
A new Dutch Red List!
-
2020 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Lutra 63(1-2)_De Rijk_2020_Bijlage 2
-
2020 Tijdschrift Lutra (pdf)
Lutra 63-1-2 2020
-
2020 Tijdschrift Zoogdier (digitaal)
Zoogdier / jaargang 31 / nr.4 / winter 2020
-
2020 Telganger
Telganger / 2020-2/ oktober
-
2020 Tijdschrift Zoogdier (digitaal)
Zoogdier / jaargang 31 / nr.3 / herfst 2020
-
2020 Telganger
Telganger / 2020-1 / april
-
2019 Rapportages onderzoek (pdf)
Jaarverslag NEMZoogdieren 2019
-
2019 Rapportages onderzoek (pdf)
Werkwijze baggeren bij bevers en otters
-
2019 Rapportages onderzoek (pdf)
Staat van instandhouding Gelderland, factsheets voor 24 soorten
-
2019 Werkgroepverslag (pdf)
Werkgroep Kleine Marterachtigen Bommelerwaard Jaarverslag 2019
-
2019 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Skeleton of an otter (Lutra lutra) with some regular and remarkable alterations
-
2019 Tijdschrift Lutra (pdf)
Lutra 62-2 2019
-
2019 Tijdschrift Zoogdier (digitaal)
Zoogdierdigitaal/ jaargang 30/ nr.2 / zomer 2019
-
2019 Telganger
Telganger / 2019-2 / oktober
-
2019 Telganger
Telganger / 2019-1 / mei
-
2018 Telganger
Telganger / 2018-2 / oktober
-
2017 Rapportages onderzoek (pdf)
MITIGATIEPLAN BEVER & OTTER IN DE VELPERWAARDEN
-
2017 Telganger
Telganger / 2017-2 / oktober (pdf)
-
2017 NEM Nieuwsbrief (pdf)
NEM Nieuwsbrief 2017-4
-
2017 NEM Nieuwsbrief (pdf)
NEM Nieuwsbrief 2017-3
-
2016 NEM Nieuwsbrief (pdf)
NEM Nieuwsbrief 2016-3
-
2016 NEM Nieuwsbrief (pdf)
NEM Nieuwsbrief 2016-2
-
2015 Nieuwsbrief Marterpassen (pdf)
Marterpassen 021 / 2015
-
2015 Telganger
Telganger / 2016-2 / oktober (pdf)
-
2015 Telganger
Telganger / 2016-1 / april (pdf)
-
2015 Telganger
Telganger / 2015-2 / oktober (pdf)
-
2015 Telganger
Telganger / 2015-1 / april (pdf)
-
2013 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 24 / nr.3 / herfst 2013
-
2013 Telganger
Telganger / 2013-1 / april (pdf)
-
2012 Nieuwsbrief Castor (pdf)
Castor 21/ 2012 (pdf)
-
2012 Rapportages onderzoek (pdf)
2012.12 Handleiding ottermonitoring
-
2012 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 23 / nr. 4 / winter 2012
-
2012 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 23 / nr. 3 / herfst 2012
-
2012 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 23 / nr. 2 / zomer 2012
-
2012 Telganger
Telganger / 2012-1 / april (pdf)
-
2011 Rapportages onderzoek (pdf)
2011.26 Plan van Aanpak Verspreidingsonderzoek Bever en Otter
-
2011 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 22 / nr. 1 / voorjaar 2011
-
2011 Telganger
Telganger / 2011-2 / oktober (pdf)
-
2010 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 21 / nr. 4 / winter 2010
-
2009 Rapportages onderzoek (pdf)
2009.16 Kansenkaarten Zoogdieren Flevoland
-
2008 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 19 / nr. 2 / juni 2008
-
2008 Rapportages onderzoek (pdf)
2008.59 Kansenkaarten Zoogdieren Flevoland
-
2007 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Lutra 50(2)_Broekhuizen et al_otter_2007
-
2007 Tijdschrift Lutra (pdf)
Lutra 50-2 2007
-
2006 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Lutra 49(1)_McMahon & McCafferty_2006
-
2005 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Lutra 48(2)_van Liere & van Liere_comments_2005
-
2005 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Lutra 48(2)_van 't Hof & van Langevelde_comments_2005
-
2005 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Lutra 48(1)_Ruiz-Olmo et al_2005
-
2005 Tijdschrift Lutra (pdf)
Lutra 48-1 2005
-
2005 Tijdschrift Lutra (pdf)
Lutra 48-2 2005
-
2004 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Lutra 47(1)_Forman et al_2004
-
2004 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Lutra 47(2)_Van 't Hof & Langevelde_opinion_2004
-
2004 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Lutra 47(2)_Broekhuizen et al_2004
-
2004 Tijdschrift Lutra (pdf)
Lutra 47-2 2004
-
2004 Tijdschrift Lutra (pdf)
Lutra 47-1 2004
-
2004 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 15 / nr. 2 / juni 2004
-
2003 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Lutra 46(1)_Sidorovich et al_2003
-
2003 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Lutra 46(1)_Jansman et al_2003
-
2003 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 14 / nr. 4 / december 2003
-
2002 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 13 / nr. 4 / december 2002
-
2002 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 13 / nr. 2 / juni 2002
-
1999 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 10 / nr. 1 / mei 1999
-
1998 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 09 / nr. 3-4 / december 1998
-
1996 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 07 / nr. 1 / maart 1996
-
1993 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 04 / nr. 4 / december 1993
-
1993 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 04 / nr. 3 / september 1993
-
1992 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 03 / nr. 2 / juni 1992
-
1990 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 01 / nr. 3 / oktober 1990
-
1990 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 01 / nr. 2 / juli 1990
-
1990 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 01 / nr. 1 / april 1990