NEM Verspreidingsonderzoek Otter
Nadat de otter rond 1988 in Nederland was uitgestorven, zijn tussen 2002 en 2008 in het kader van deze herintroductie 33 otters uitgezet in de Kop van Overijssel en Zuidwest-Friesland. Sindsdien heeft de otter zich over een groter gebied verspreid en daarom heeft het ministerie van Economische Zaken de Zoogdiervereniging in 2012 gevraagd een landelijk verspreidingsonderzoek voor de otter op te zetten. Otters zijn dieren die zich weinig laten zien, doorgaans zijn ze nachtactief. Wel zijn met enige moeite en kennis sporen van otters te vinden. Vooral de uitwerpselen zijn te vinden, op markante plekken in het veld.
Het verspreidingsonderzoek aan de otter beoogd een compleet overzicht te verkrijgen van het voorkomen van de otter in Nederland. Het meetprogramma is in 2012 gestart.
Wie voeren de inventarisaties uit?
De landelijke coördinatie ligt bij het bureau van de Zoogdiervereniging. De uitvoering van het veldonderzoek naar de verspreiding van de otter wordt gedaan door vrijwilligers, die georganiseerd zijn in de bever- en otterwerkgroep van de Zoogdiervereniging (CaLutra). De vrijwilligers worden aangestuurd door regio coördinatoren van CaLutra. Inventarisaties kunnen door een persoon alleen worden uitgevoerd of in een groepje. Bij een groepje vrijwilligers wordt per inventarisatiegebied een contactpersoon aangewezen. Deze is aanspreekpunt voor de regiocoördinator, coördineert het veldwerk en verzamelt en verstuurd de gegevens.
Informatie voor deelnemers
Meedoen aan de tellingen?
Landelijk coördinator: Ellen van Norren (ellen.vannorren@zoogdiervereniging.nl)
Benodigde kennis: Het herkennen van ottersporen is, met enige training, gemakkelijk te doen. Vrijwilligers kunnen meelopen met ervaren personen om de benodigde kennis op te doen.
Tijdsinspanning: per inventarisatiegebied minimaal één tot drie bezoeken overdag in oktober - april.
Uitvoering: In principe kan het veldwerk worden uitgevoerd door een persoon of door een groepje vrijwilligers.
Geïnteresseerden worden door de Zoogdiervereniging in contact gebracht met de desbetreffende regiocoördinator en kunnen daar verdere afspraken mee maken. Voor een uitgebreide beschrijving van de methoden wordt verwezen naar bovenstaande handleiding.
Meedoen? Meld je hier aan.