Monitoring van de Noordse woelmuis in Fryslân in 2019-2021 Een onderzoek op basis van DNA uit keutels
Om de Noordse woelmuis (Alexandromys oeconomus arenicola, voorheen Microtus oeconomus arenicola) beter te kunnen beschermen, heeft de provincie Fryslân behoefte aan informatie over de actuele verspreiding van de soort in Fryslân. Dat geldt met name voor de Natura 2000gebieden Oudegaasterbrekken, Fluessen en omstreken, Grutte Wielen, Alde Feanen en IJsselmeer. De Noordse woelmuis is voor deze gebieden aangewezen en daarom geldt er een monitoringsverplichting. Hiernaast worden ook de Natura 2000-gebieden Sneekermeergebied en de Witte & Zwarte Brekken meegenomen in het onderzoek. De Noordse woelmuis is voor deze gebieden weliswaar niet aangewezen, maar het zijn (of waren tot voor kort) wel belangrijke leefgebieden. Buiten de Natura 2000-gebieden worden enkele (mogelijk voormalige) leefgebieden van de Noordse woelmuis onderzocht en gebieden met een afgesloten beheer Natte Dooradering ten behoeve van de Noordse woelmuis.
De huidige Friese leefgebieden van de Noordse woelmuis zijn klein en versnipperd. Door onvoldoende waterpeildynamiek ondervindt de Noordse woelmuis in toenemende mate concurrentie van andere soorten woelmuizen (o.a. La Haye & Drees 2004, Beemster & Mulder 2018, Beemster & Bakker 2019). Van deze soorten is de Aardmuis (Microtus agrestis) de grootste concurrent voor de Noordse woelmuis, omdat beide soorten een voorkeur hebben voor meer structuurrijke, vochtige vegetaties. De Veldmuis (Microtus arvalis) heeft een voorkeur voor lagere, grazige vegetaties en is daardoor een minder grote concurrent voor de Noordse woelmuis. De Rosse woelmuis (Myodes glareolus) is mogelijk een derde concurrerende soort (vergelijk Beemster & Bakker 2019).
In eerste instantie wordt door de maatregelen in het kader van de Natura 2000-beheerplannen Merengebied, Grutte Wielen, Alde Feanen en IJsselmeer gewerkt aan het vergroten van geschikt leefgebied voor de Noordse woelmuis. Monitoring moet in de komende jaren uitwijzen of de maatregelen succesvol zijn.
De monitoring in 2019-2021 is een vervolg op de nulmonitoring in 2017 (Beemster et al. 2018) en dient een goed beeld op te leveren van ontwikkelingen in de verspreiding van de Noordse woelmuis (en van concurrerende soorten woelmuizen) in Fryslân en daarbinnen de Natura 2000gebieden en de gebieden met een afgesloten beheer Natte Dooradering ten behoeve van de Noordse woelmuis.