Noordse woelmuis
De noordse woelmuis (Alexandromys oeconomus arenicola) (voorheen Microtus oeconomus arenicola) behoort tot de familie van de woelmuizen. In Nederland leeft een aparte ondersoort van de noordse woelmuis, die verder nergens anders ter wereld voorkomt. De soort wordt in de volksmond ook rattekop, rottekop en zeemol genoemd. Er kan gemakkelijk verwarring met andere woelmuizen optreden.
Woelmuizen
De noordse woelmuis behoort tot de woelmuizen. Woelmuizen kenmerken zich door een gedrongen, ietwat lompe bouw en een stompe kop met kleine ogen en oren. De staart is korter dan het lichaam (tot maximaal 80% van kop-romplengte).
Uiterlijk
De noordse woelmuis is een grote woelmuis met een brede kop en een relatief lange staart. Meestal heeft de noordse woelmuis een donkerbruine rugvacht en een donkergrijze buikvacht, maar ook lichtere exemplaren komen voor. De vacht is lang en glanzend. De oren vallen nauwelijks op. De staart is ruim 33% van de kop-romplengte.
De vrij grote, donkergekleurde achtervoeten hebben contrasterende witte nageltjes. De noordse woelmuis lijkt sterk op de aardmuis en de veldmuis, die beide echter wat kleiner zijn en een kortere staart hebben. Ook lijkt hij op de woelrat, die groter is.
Afmetingen
kop-romplengte: 95-161 mm.
staartlengte: 24-77 mm.
gewicht: 15-103 gr.
Determinatie
Voor de in Nederland voorkomende muizen (ware muizen, woelmuizen en spitsmuizen) heeft de Zoogdiervereniging in samenwerking met Naturalis de soortzoekers gemaakt om mensen te helpen bij de determinatie van deze lastige groep zoogdieren. Selecteer links in beeld de waargenomen kenmerken, waarna enkel nog de soorten worden getoond die hieraan voldoen.
Er zijn voor muizen drie soortzoekers gemaakt:
De noordse woelmuis komt in Europa met name voor in Noord-Scandinavië en ten oosten van de Elbe. Geïsoleerde populaties bevinden zich in Noorwegen, Finland, het grensgebied van Slowakije, Hongarije en Oostenrijk en in Nederland. De in ons land levende vorm wordt tot een aparte ondersoort gerekend (Alexandromys oeconomus arenicola), die nergens anders in de wereld voorkomt. Het verspreidingsgebied valt uiteen in vijf delen: Texel, Friesland, Noord-Holland boven het Noordzeekanaal, het Utrechts-Hollands veenweidegebied en het Deltagebied (Zeeland, Zuid-Holland, Brabant).
De Nederlandse populatie is een overblijfsel van de laatste ijstijd (10.000 jaar geleden). De noordse woelmuis kwam toen tot aan de Alpen en in Engeland voor. Bij het terugtrekken van het landijs is de soort in West- en Midden-Europa vrijwel overal verdwenen. In Nederland heeft hij zich tot nu toe kunnen handhaven, hoewel het verspreidingsgebied recent ingekrompen is en steeds meer versnipperd raakt.
De noordse woelmuis leeft in hoge vegetaties met vooral grasachtige planten. In gebieden waar andere woelmuizen voorkomen, leeft de soort veel in natte terreinen, zoals rietland, moeras, zeer extensief gebruikte weilanden, drassige hooilanden, vochtige duinvalleien en periodiek overstroomde terreinen. Doordat de noordse woelmuis geen watervrees heeft, kan hij goed eilandjes bereiken, waar hij dan vaak als enige woelmuis voorkomt. In gebieden waar geen andere woelmuizen leven, wordt hij ook wel aangetroffen in drogere gedeelten, zoals in wegbermen of zelfs in droog naaldbos. De noordse woelmuis is gevoelig voor concurrentie met andere woelmuizen, maar kan uit de voeten in natte terreinen met dynamiek waar andere soorten niet tegen kunnen.
Leefwijze en voedsel
De noordse woelmuis is ’s zomers vooral 's nachts actief en ’s winters meer overdag. Daarbij rust hij regelmatig tussendoor. Hij kan goed zwemmen en duiken en doet dit ook vrijwillig. De dieren kunnen goed graven, waarbij kleine 'molshopen' gevormd worden.
Net als de meeste andere woelmuizen is de noordse woelmuis een vegetariër. Op het menu prijken allerhande plantendelen: groene delen van riet, biezen, zeggen en grassen maar, vooral ’s winters, ook wortels, zaden en schors. Af en toe wordt het dieet aangevuld met insecten. Het voedsel wordt vaak meegenomen onder de grond om op te eten of te bewaren.
Territorium en verblijfplaats
Tijdens het voortplantingsseizoen zijn mannetjes territoriaal. Gemiddeld leeft een mannetje in een gebied van 2000 m2, dat van vrouwtjes is 500 m2. Het leefgebied van een mannetje kan dat van meerdere vrouwtjes overlappen. Soms leven vrouwtjes in kleine groepjes, vaker alleen.
De soort maakt gangen onder de grond met nest- en voorraadkamers waarbij bovengronds kleine molshopen ontstaan. De diameter van de holletjes bedraagt 4 tot 5 cm, die van de aardhopen 10 tot 20 cm. De holen zijn met paadjes verbonden. In ondiepe kamers worden 's winters voedselvoorraden bewaard en vooral gevuld met korte stukjes stengels van kruiden en grassen. Het nest bevindt zich ook wel bovengronds, bijvoorbeeld onder riethopen, en bestaat uit mos, biezen en grassen. ’s Winters worden grotere en zorgvuldiger gemaakte nesten gebouwd dan ’s zomers.
Voortplanting en leeftijd
De periode van voortplanting bij de noordse woelmuis is april tot oktober. Het vrouwtje krijgt 3 tot 4 worpen in die periode, met gemiddeld 3 tot 7 jongen. De draagtijd is ongeveer 21 dagen.
Noordse woelmuizen worden doorgaans niet ouder dan 18 maanden.
De noordse woelmuis staat op de Rode Lijst van zoogdieren in Nederland en komt voor op de lijst van beschermde diersoorten behorend bij de Conventie van Bern. Bovendien is de noordse woelmuis als enige prioritaire soort van ons land genoemd in de Habitatrichtlijn.
De soort heeft veel concurrentie van de aardmuis en veldmuis, twee andere woelmuisachtigen. Op vele plaatsen is de soort verdrongen door veldmuis of aardmuis of dreigt dit te gebeuren. In combinatie met het verdwijnen van drassig gras- en rietland leidt dit tot sterke achteruitgang.
In de Noordoostpolder zijn bij het droger worden de noordse woelmuizen verdrongen door veldmuizen. Op Noord-Beveland heeft de veldmuis de noordse woelmuis teruggedrongen na de aanleg van twee dammen. In een deel van de Biesbosch heeft de aardmuis de plaats van de noordse woelmuis ingenomen na het grotendeels verdwijnen van de getijdenbeweging. Op Texel, waar de noordse woelmuis lange tijd de enige woelmuis was, is sedert 1985 het voorkomen van de aardmuis bekend en sinds 1998 dat van de rosse woelmuis. Het is nog niet duidelijk of deze een bedreiging voor de noordse woelmuis gaan vormen.
Veranderingen waardoor aardmuis en/of veldmuis voorkomen in gebieden waar de noordse woelmuis van oudsher als enige woelmuissoort voorkwam, maar ook veranderingen in de waterhuishouding (waterpeilverlaging, opheffen getijdenbeweging) vormen de grootste bedreigingen. Ook intensiever landgebruik (zowel maaien als beweiding), het verdwijnen van moerasgebieden, industrievestiging, vuilstort en toenemende recreatiedruk hebben een nadelige invloed.
Om de noordse woelmuis te behouden moet gestreefd worden naar behoud van het isolement van de terreinen waar de soort als enige woelmuissoort leeft. Verder kunnen aanpassingen in het oeverbeheer leiden tot biotoopbescherming of –verbetering en helpt periodiek maaien in plaats van het hele terrein in één keer.
Geluid
De noordse woelmuis maakt zelden geluid. Soms een laag gekwetter, bij bedreiging of angst een hoog snerpend, kwetterend geluid.
Sporen
Het is vrijwel onmogelijk om aan de hand van pootafdrukken, knaagsporen, uitwerpselen en andere sporen de aanwezigheid van noordse woelmuizen vast te stellen. Deze sporen lijken te veel op die van andere woelmuizen. Stengels van biezen worden, net als door de aardmuis, verknaagd tot lucifergrote stokjes. De ‘molshopen’ zijn soms goed waar te nemen.
Uitwerpselen
Uitwerpselen zijn eenvormig, klein en cilindervormig met meestal stompe polen. De keutels zijn helder- tot donkergroen (na het eten van groene plantendelen) en heidebruin (na het eten van boomschors en wortels). Uitgedroogde keutels zijn grijsgroen van kleur. De uitwerpselen zijn nauwelijks te onderscheiden van andere woelmuizen en bosmuis. Op basis van DNA zijn de drolletjes heel goed op soort te brengen, maar dit vergt een relatief kostbare genetische analyse.
Vangen
Met inloopvallen (live-traps) in geschikte terreinen is het goed mogelijk noordse woelmuizen te vangen. In de praktijk blijkt eDNA-onderzoek aan de hand van drollen een effectievere en efficiëntere wijze van inventariseren.
Braakballen
In de provincies waar de soort voorkomt, kunnen in uilenballen de schedels van noordse woelmuizen worden aangetroffen.
Waarnemingen doorgeven
Rode Lijst NL (2009): kwetsbaar
Rode Lijst NL (1994): kwetsbaar
Wet Natuurbescherming: Europees beschermd (art. 3.5 t/m 3.9)
Habitatrichtlijn (1992): bijlage II en V
Conventie van Bern (1982): appendix II
Klasse: Mammalia (Zoogdieren)
Orde: Rodentia (Knaagdieren)
Familie: Cricetidae (Woelmuisachtigen)
Geslacht: Alexandromys (voorheen Microtus)
Soort: Alexandromys oeconomus (arenicola)
-
2023 Rapportages onderzoek (pdf)
Onderzoek naar de aanwezigheid van noordse woelmuis in de provincie Zuid-Holland met behulp van de eDNA methode in 2022
-
2023 Tijdschrift Lutra (pdf)
Lutra 66-1 2023
-
2022 Rapportages onderzoek (pdf)
Noordse woelmuis-onderzoek middels eDNA provincie Utrecht 2021
-
2022 Rapportages onderzoek (pdf)
Noordse woelmuis-monitoring middels eDNA provincie Zeeland 2020-2021
-
2021 Losse artikelen - Lutra (pdf)
The habitat preference of root voles in Nieuwkoopse Plassen, the Netherlands
-
2021 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Our fellow mammalians
-
2021 Tijdschrift Lutra (pdf)
Lutra 64-2 2021
-
2020 Rapportages onderzoek (pdf)
Noordse woelmuis-monitoring middels eDNA provincie Zeeland 2020
-
2020 Rapportages onderzoek (pdf)
Onderzoek naar de aanwezigheid van noordse woelmuis in de provincie Zeeland met behulp van de eDNA methode in 2019
-
2020 Rapportages onderzoek (pdf)
Onderzoek naar de aanwezigheid van noordse woelmuis in de provincie Zuid-Holland met behulp van de eDNA methode in 2018-2019
-
2020 Tijdschrift Zoogdier (digitaal)
Zoogdier / jaargang 31 / nr.4 / winter 2020
-
2019 Rapportages onderzoek (pdf)
eDNA onderzoek noordse woelmuis zuidkust Schouwen-Duiveland 2018
-
2019 Rapportages onderzoek (pdf)
Onderzoek naar de aanwezigheid van noordse woelmuis in de provincie Zuid-Holland met behulp van de eDNA methode in 2018-2019
-
2018 Tijdschrift Lutra (pdf)
Lutra 61-2 2018
-
2017 Rapportages onderzoek (pdf)
Soort- en individuele herkenning van noordse woelmuis met eDNA: een pilot langs het kanaal Omval Kolhorn
-
2017 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Lutra 61(2)_van Laar_2018
-
2016 Rapportages onderzoek (pdf)
Zoogdieren in Zuid-Holland: noordse woelmuis, bever in N2000 gebieden en konijnen-tellingen
-
2016 Rapportages onderzoek (pdf)
Voorstel voor monitoring van de noordse woelmuis d.m.v. van eDNA in N2000-gebieden en andere leefgebieden
-
2015 Rapportages onderzoek (pdf)
Veldonderzoek noordse woelmuis in het Oostzanerveld met eDNA
-
2015 Rapportages onderzoek (pdf)
De noordse woelmuis langs het Haringvliet, het Hollandsch Diep, de Oude Maas en het Krammer Volkerak in 2014 en 2015 (Natura 2000)
-
2015 Rapportages onderzoek (pdf)
Onderzoek naar het voorkomen van de noordse woelmuis in plangebied Schoteroog bij Haarlem 2015
-
2015 Rapportages onderzoek (pdf)
Onderzoek naar het voorkomen van noordse woelmuis en waterspitsmuis bij Spaarndam 2015
-
2015 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Lutra 58(2)_Thissen et al_2015
-
2015 Telganger
Telganger / 2015-2 / oktober (pdf)
-
2015 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Lutra 58(1)_Thissen et al_2015
-
2014 Rapportages onderzoek (pdf)
2014.030 Noordse woelmuis & waterspitsmuis Hoorn & Etersheim 2014
-
2013 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 24 / nr.2 / zomer 2013
-
2013 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 24 / nr.1 / voorjaar 2013
-
2012 Rapportages onderzoek (pdf)
2013.10 eindrapport VONZ 2012
-
2012 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 23 / nr. 1 / voorjaar 2012
-
2012 Telganger
Telganger / 2012-1 / april (pdf)
-
2011 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Lutra 54(2)_van den Brink et al_2011
-
2011 Tijdschrift Lutra (pdf)
Lutra 54-2 2011
-
2011 Telganger
Telganger / 2011-1 / april (pdf)
-
2010 Rapportages onderzoek (pdf)
2011.51 Noordse woelmuis Tiengemeten 1993-2010
-
2010 Tijdschrift Lutra (pdf)
Lutra 53-1 2010
-
2010 Rapportages onderzoek (pdf)
2010.62 Noordse woelmuis en terreinbeheer Texel
-
2010 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 21 / nr. 4 / winter 2010
-
2010 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 21 / nr. 1 / voorjaar 2010
-
2010 Telganger
Telganger / 2010-2 / oktober (pdf)
-
2010 Telganger
Telganger / 2010-1 / april (pdf)
-
2009 Rapportages onderzoek (pdf)
2010.07 Verspreidingsonderzoek Nederlandse zoogdieren VONZ 2009
-
2009 Telganger
Telganger / 2009-1 / april (pdf)
-
2009 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 20 / nr. 4 / winter 2009
-
2009 Rapportages onderzoek (pdf)
2009.57 Onderzoek naar aanwezigheid noordse woelmuis en waterspitsmuizen aan het Spui, te Voorne-Putten
-
2009 Rapportages onderzoek (pdf)
2009.56 Onderzoek naar het voorkomen van (noordse woel)muizen rond Oosterend, Texel 2009
-
2009 Rapportages onderzoek (pdf)
2009.54 Zoogdieronderzoek Vuurtoreneiland bij Durgerdam
-
2009 Rapportages onderzoek (pdf)
2009.26 Onderzoek naar (noordse woel)muizen in Staatsbosbeheerterreinen de Korverskooi, Texel 2009
-
2009 Rapportages onderzoek (pdf)
2009.25 Onderzoek naar belang van de Bosschendijk voor de noordse woelmuispopulatie van de Oude Maas
-
2009 Rapportages onderzoek (pdf)
2009.17 Onderzoek naar het voorkomen van de noordse woelmuis in relatie tot het project Zuiderklip
-
2009 Rapportages onderzoek (pdf)
2009.16 Kansenkaarten Zoogdieren Flevoland
-
2009 Rapportages onderzoek (pdf)
2009.07 Verspreidingsonderzoek Zoogdieren 2008: Noordse Woelmuis
-
2009 Rapportages onderzoek (pdf)
2009.03 Coördinatie Beschermingsplan noordse woelmuis
-
2009 Rapportages onderzoek (pdf)
2009.02 Verspreidingsonderzoek Nederlandse Zoogdieren VONZ 2008
-
2008 Telganger
Telganger / 2008-VONZspecial / maart (pdf)
-
2008 Telganger
Telganger / 2008-2 / oktober (pdf)
-
2008 Rapportages onderzoek (pdf)
2008.59 Kansenkaarten Zoogdieren Flevoland
-
2008 Rapportages onderzoek (pdf)
2008.57 Onderzoek naar het voorkomen van de noordse woelmuis in Polder de Gagel en de Molenpolder
-
2008 Rapportages onderzoek (pdf)
2008.44 Effect van terreinbeheer op muizen in het zuidelijke deel van Natura-2000 gebied ‘Duinen van Texel’
-
2008 Rapportages onderzoek (pdf)
2008.35 Het belang van de Nieuwe Stadse Zeedijk bij Stad aan ’t Haringvliet voor de noordse woelmuis
-
2008 Rapportages onderzoek (pdf)
2008.28 Projectcoördinatie beschermingsplan noordse woelmuis 2007/2008
-
2008 Rapportages onderzoek (pdf)
2008.12 Onderzoek naar het belang van de Buitenhavendijk te Middelharnis voor de noordse woelmuis
-
2008 Rapportages onderzoek (pdf)
2008.043 (Vleer)muisonderzoek Boonervliet / Bommeer
-
2008 Rapportages onderzoek (pdf)
2008.01 Inhaalslag Verspreidings Onderzoek Nederlandse Zoogdieren (VONZ) 2007
-
2007 Telganger
Telganger / 2007-VONZspecial / oktober (pdf)
-
2007 Telganger
Telganger / 2007-VONZspecial / juli (pdf)
-
2007 Rapportages onderzoek (pdf)
2007.54 Onderzoek naar het voorkomen van de noordse woelmuis in de Jan Durkspolder, Wolwarren, Wolwarren,
-
2007 Rapportages onderzoek (pdf)
2007.51 Mogelijke knelpunten beschermde zoogdieren bij verbreding A13 en aanleg bypass A13/A16
-
2007 Rapportages onderzoek (pdf)
2007.38 Inhaalslag Verspreidingsonderzoek Nederlandse Zoogdieren (VONZ)
-
2007 Rapportages onderzoek (pdf)
2007.19 Inhaalslag Verspreidingsonderzoek Nederlandse Zoogdieren VONZ 2006 Deel 2: De Noordse Woelmuis
-
2007 Rapportages onderzoek (pdf)
2007.02 Onderzoek naar de relatie beheer - woelmuizen -blauwe kiekendieven en velduilen op Texel
-
2006 Telganger
Telganger / 2006-VONZspecial / oktober (pdf)
-
2006 Telganger
Telganger / 2006-2 / november (pdf)
-
2006 Telganger
Telganger / 2006-1 / juli (pdf)
-
2006 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 17 / nr. 1 / maart 2006
-
2006 Rapportages onderzoek (pdf)
2006.48 Inhaalslag Verspreidings Onderzoek Nederlandse Zoogdieren (VONZ) 2006/2007
-
2006 Rapportages onderzoek (pdf)
2006.01 Verspreidingsonderzoek muizen en spitsmuizen in 2005
-
2005 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 16 / nr. 2 / juni 2005
-
2004 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 15 / nr. 3 / september 2004
-
2001 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 12 / nr. 2 / juli 2001
-
1999 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 10 / nr. 4 / december 1999
-
1999 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 10 / nr. 2 / september 1999
-
1999 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 10 / nr. 1 / mei 1999
-
1997 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 08 / nr. 1 / maart 1997
-
1996 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 07 / nr. 4 / december 1996
-
1996 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 07 / nr. 3 / oktober 1996
-
1996 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 07 / nr. 1 / maart 1996
-
1994 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 05 / nr. 4 / december 1994
-
1994 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 05 / nr. 2 / juni 1994
-
1993 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 04 / nr. 4 / december 1993
-
1991 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 02 / nr. 2 / juni 1991