Bruine rat
De bruine rat (Rattus norvegicus) is van oorsprong een exoot. In de Middeleeuwen kwam hij vanuit Azië naar Europa en vanaf de 18e eeuw werd hij ook in onze streken geïntroduceerd. De bruine rat en de zwarte rat zijn in ons land de grootste vertegenwoordigers van de ware muizen. Van deze twee is de bruine rat het meest wijdverspreid. De soort is vaak te vinden rond menselijke bebouwing.
Uiterlijke kenmerken
De bruine rat is een middelgroot knaagdier met een vacht die op de bovenzijde geel- tot grijsbruin, op de flanken lichter en aan de onderzijde lichtgrijs tot vuilwit is. De vacht is lang en stug. In het wild komen verscheidene (vrij zeldzame) kleurvariaties voor, zoals zwarte en albino dieren. Jongere dieren hebben een zachtere, lichtergrijze vacht. Soms zijn de voorpoten zeer licht van kleur en/of heeft de borst een witte vlek. De bruine rat heeft een vrij korte, spitse snuit met lange snorharen, kleine, duidelijk zichtbare en behaarde oren en donkere ogen. De staart is rond en bijna kaal, altijd korter dan het lichaam, en heeft 163 tot 205 ringen. De poten zijn kort met vier tenen aan de voorpoten en vijf aan de achterpoten.
Afmetingen
lengte kop-romp: 190-300 mm
lengte staart: 150-220 mm
gewicht: 200-500 g
Mannetjes worden groter dan vrouwtjes.
Determinatie
Voor de in Nederland voorkomende muizen (ware muizen, woelmuizen en spitsmuizen), waartoe ook de bruine rat behoort, heeft de Zoogdiervereniging in samenwerking met Naturalis soortzoekers gemaakt om mensen te helpen bij de determinatie van deze lastige groep zoogdieren. Selecteer links in beeld de waargenomen kenmerken, waarna enkel nog de soorten worden getoond die hieraan voldoen.
Er zijn voor muizen drie soortzoekers gemaakt:
Gelijkende soorten
Verwarring met zwarte rat is mogelijk omdat er ook melanistische zwarte bruine ratten bestaan. De zwarte rat komt echter, in tegenstelling tot de bruine rat, nauwelijks in het vrije veld voor. Een kenmerkend verschil tussen de bruine rat en de zwarte rat is de lengte van de staart. Deze is bij de bruine rat korter en bij de zwarte rat juist langer dan het lichaam. Ook zijn de oren van de bruine rat klein en behaard, terwijl die van de zwarte rat groot en bijna kaal zijn. Verwarring met de woelrat en muskusrat is bij het in het water zwemmende dieren mogelijk. De muskusrat is echter veel groter en de woelrat ligt hoger in het water, heeft een meer stompe snuit, en kleine oren en ogen. De staart van de bruine rat is duidelijk dikker, ronder en langer en zijn ogen en oren zijn groter en duidelijker zichtbaar.
Ook verwarring tussen jonge bruine ratten en huismuizen is mogelijk, maar bruine ratten hebben een relatief grote kop en achtervoet (minimaal 30 mm) en een dikkere staart.
Habitat
De bruine rat komt voor in allerlei soorten leefgebieden. Hij heeft een voorkeur voor een vochtige en niet te warme omgeving en komt vaak voor in de buurt van de mens. Hij is een echte cultuurvolger en leeft in en bij boerderijen, woningen, stallen, pakhuizen, fabrieken, winkels en vuilstortplaatsen. In waterrijke gebieden in de gematigde streken komt de bruine rat ook buiten voor zoals in rietvelden en in watergangen langs agrarisch bouwland, maar ook in riolen. De buiten levende dieren trekken in het najaar vaak naar en in bebouwing. De aanwezigheid van water, dekking en voedsel in de nabijheid is bepalend voor het leefgebied.
Leefwijze
De bruine rat is voornamelijk ’s nachts actief, vooral direct na de avondschemering en voor de ochtendschemering. In koude nachten is hij ook wel overdag actief. Voordat de bruine rat zijn hol verlaat, onderzoekt één rat (ook wel ‘pionierrat’ genoemd) ongeveer 2 minuten lang de omgeving. Dit gedrag wordt ‘zekeren’ genoemd. Pas daarna verlaten de andere ratten het hol. Veranderingen in de omgeving heeft de bruine rat direct door, daarom is het ook zeer moeilijk hem in vallen te vangen.
Bruine ratten kunnen goed zwemmen, duiken en springen, maar niet zo goed klimmen. Ze klimmen bij ons zelden in bomen. Ze bewegen zich meestal stapvoets voort, soms ook in sprongengalop. Bruine ratten leven in kleine sociale groepen, bestaande uit een dominant mannetje, een harem vrouwtjes en enkele ondergeschikte mannetjes. Deze kunnen zich samenvoegen tot grotere groepen van tientallen dieren, soms meer. De hiërarchie binnen een groep bepaalt wie mag paren en eten. Tegen dieren uit andere, en daarmee anders ruikende, populaties wordt agressief opgetreden. Buiten levende dieren zijn minder agressief, waarschijnlijk omdat zij in lagere dichtheden leven.
Voedsel
De bruine rat is een alleseter, die voornamelijk leeft van eiwit- en zetmeelrijk voedsel. Zo eet hij graan, zaden, slakken, larven, amfibieën, jonge zoogdieren, vogeleieren en aas. Maar hij knaagt ook aan botten en producten zoals zeep en kaarsen. Kannibalisme komt voor, voornamelijk ten gevolge van een eiwittekort. De bruine rat neemt zijn voedsel vaak mee naar schuilplaatsen om het daar op te eten. Soms legt hij voedselvoorraden aan. Dit gebeurt voornamelijk door niet dominante ratten en zogende vrouwtjes.
Territorium
Individuele bruine ratten hebben geen territorium dat verdedigd wordt tegen soortgenoten. Ze hebben wel een vast leefgebied, waarbinnen de dieren meestal niet meer dan 40-150 meter afleggen. Bij voldoende voedsel verplaatsen ze zich zelfs nog minder. Groepen zijn wel territoriaal en dieren uit andere populaties worden geweerd.
Verblijfplaats
De bruine rat heeft als rustplaats een nest in een holenstelsel. Buiten levende ratten maken hun holenstelsels in oevers, tussen stenen, onder bestrating en aan de voet van bomen. Dit stelsel ligt tot op een diepte van 50 cm onder de grond en heeft gangen van ongeveer 9 cm in doorsnede. Het nest zelf wordt of bovengronds of ondergronds gemaakt en wordt vaak door meerdere generaties gebruikt. Het hol is 6-9 cm in doorsnede en de verschillende holen zijn bovengronds met elkaar verbonden door paadjes. Bij de ingang van het hol laat de rat meestal hopen aarde achter, die in de loop van de tijd vanzelf wordt platgestampt. Binnen levende ratten maken hun nesten onder vloeren, in hooimijten, tussen muren en in andere holle ruimtes rond menselijke nederzettingen, maar anders dan de zwarte rat altijd op of onder de vloer. De zwarte rat leeft eerder op zolders van gebouwen en verplaatst zich langs balken en richels.
Voortplanting
Bruine ratten planten zich het gehele jaar door voort, mits er voldoende voedsel is, met een piek in maart en in september-oktober. Na een draagtijd van 20-23 dagen, krijgt het vrouwtje gemiddeld 7 (1 tot 15) jongen. Het aantal worpen dat een vrouwtje per jaar krijgt bedraagt drie tot vijf. Grotere vrouwtjes krijgen grotere worpen dan kleinere vrouwtjes. Bij een daling van de populatiedichtheid (bijvoorbeeld door menselijk ingrijpen) neemt de frequentie van voortplanting en het aantal jongen per worp toe.
De jongen worden blind en naakt geboren. Na zeven tot tien dagen hebben ze de ogen geopend en zijn ze volledig behaard. De groei wordt beïnvloed door de worpgrootte; dieren in kleinere worpen groeien sneller. Enkel het vrouwtje zorgt voor de jongen. Jongen die zich te ver van het nest wagen, worden teruggebracht, indringers worden weggejaagd en bij verstoring zal een vrouwtje de jongen verplaatsen naar een ander nest. Na 21 dagen, als de dieren ongeveer 40 g zwaar en 110 mm lang zijn, worden de dieren gespeend. De jongen zijn na 3 tot 4 maanden geslachtsrijp en kunnen dan deelnemen aan de voortplanting.
Leeftijd
De bruine rat wordt maximaal vier jaar oud, maar meestal wordt hij niet ouder dan een jaar. Vrouwtjes leven gemiddeld langer dan mannetjes en de levensverwachting hangt onder andere af van de voedselkwaliteit.
Natuurlijke vijanden van de bruine rat zijn marterachtigen, uilen en katten. Een agressieve bruine rat is in staat wezels en andere kleine roofdieren weg te jagen. Bruine ratten worden bestreden met (chemische) bestrijdingsmiddelen. Dit laatste heeft geleid tot een zekere mate van resistentie in delen van Nederland.
Daarnaast hebben onder meer het maaien van slootkanten, renovatie van gebouwen en het afdekken van afvalstorten een negatieve invloed op rattenpopulaties.
Zicht
Op plekken waar veel bruine ratten voorkomen, zijn ze ook overdag te zien. De bruine rat is zeer moeilijk te vangen in vallen want hij is zeer achterdochtig ten opzichte van vreemde voorwerpen.
Sporen
- Hol
Bij de uitgangen van het holenstelsel liggen hoopjes uitgewaaierde aarde, die echter moeilijk te onderscheiden zijn van die van de bunzing. - Vraatsporen
Op voedselresten van de bruine rat zijn soms afdrukken van de twee snijtanden te zien. Deze tandafdrukken zijn samen 2-6 mm breed en zijn te vinden op fruit dat van de boom is afgehaald of gevallen, maïskorrels die geheel of gedeeltelijk zijn weggevreten of suikerbieten die van bovenaf zijn aangevreten en uitgehold. Graankorrels waarvan slechts het eindstukje over is, zijn het werk van de bruine rat. Ook visresten, leeggegeten mosselen, kreeften- en krabbenpantsers en grote aantallen gekraakte slakkenhuizen, kunnen vraatsporen van de bruine rat zijn maar zijn niet karakteristiek voor deze soort. Alleen aan de hand van andere sporen kan dan eventueel worden herleid welk roofdier daar heeft gegeten. Verder zijn op allerlei soorten materialen en voorwerpen zoals hout, plastic, kabels, verpakkingsmateriaal, schuimrubber en zeep knaagsporen van de bruine rat te vinden. - Uitwerpselen
Keutels van de bruine rat zijn 12-20 mm lang en 5-7 mm in doorsnede. Ze zijn groot en dik en cilindervormig, hebben een grove structuur en zijn aan één, soms twee zijde puntig. Ze worden in grote hoeveelheden gevonden; een rat produceert 40 keutels per dag. Ze deponeren deze zowel op willekeurige plaatsen als in een latrine, bijvoorbeeld aan de voet van een boom, tegen een steen, bij een baal stro of in hoeken van bebouwing. Meestal hebben ze een onaangename geur. Keutels van jonge ratten kunnen verward worden met die van de huisspitsmuis. - Loopsporen
Pootafdrukken van de voorvoet van de bruine rat zijn 18-22 mm lang en 18-22 mm breed en die van de achtervoet zijn meer dan 40 mm lang en 20-25 mm breed. De voorvoet heeft 4 tenen, de achtervoet 5. In stap staan de pootafdrukken van de voorvoet en achtervoet voor of achter elkaar, terwijl in sprongengalop de pootafdrukken naast elkaar staan. De lange hielafdruk onderscheidt het loopspoor van dat van de woelrat. Loopsporen van de bruine rat zijn te vinden op oevers van plassen, sloten en beken, maar ook op vuilstortplaatsen en akkers. Looppaadjes in gebouwen zijn vaak als onderbroken vetvegen op de vloer of langs de muur te zien. Vanuit het holenstelsel lopen meerdere wissels die 5-10 cm breed zijn. - Braakballen
In braakballen van kerkuil komen soms resten van jonge ratten voor.
Geluid
De bruine rat kan piepen, grommen, knorren en krijsen. Bij sociale contacten tussen moeders en hun jongen worden veel ultrasone geluiden gemaakt (tot 100 kHz).
Waarnemingen doorgeven
Wereld
De bruine rat heeft een wereldwijde verspreiding. Het is een van de meest wijdverbreide en succesvolle zoogdieren van de wereld. In de tropen komt hij alleen voor nabij grote steden en havens. In de Arctische gebieden komt hij niet voor. Oorspronkelijk kwam de bruine rat alleen in Azië voor, maar in de 18de eeuw is hij waarschijnlijk via schepen vanuit Siberië en China ingevoerd in Europa.
Europa
De bruine rat komt in geheel Europa voor, met uitzondering van enkele arctische streken.
Nederland
In Nederland komt de bruine rat vrijwel overal voor. Terschelling was lange tijd vrij van ratten, maar vanaf de zomer van 2024 werden ook daar bruine ratten gesignaleerd.
- Rode Lijst NL (2020): thans niet bedreigd
- Rode Lijst NL (2009): thans niet bedreigd
- Rode Lijst NL (1994): thans niet bedreigd
- Omgevingswet: niet vermeld
- Habitatrichtlijn (1992): niet vermeld
- Conventie van Bern (1982): niet vermeld
- Nederlands Soortenregister
- IUCN Red List
Klasse: Mammalia (Zoogdieren)
Orde: Rodentia (Knaagdieren)
Familie: Muridae (Ware muizen)
Geslacht: Rattus (Echte ratten)
Soort: Rattus norvegicus
-
2017 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Lutra 60(2)_Thissen & Uiterwijk_2017
-
2015 Telganger
Telganger / 2015-2 / oktober (pdf)
-
2013 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 24 / nr.3 / herfst 2013
-
2013 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Lutra 56(2)_van Adrichem et al_2013
-
2013 Tijdschrift Lutra (pdf)
Lutra 56-2 2013
-
2010 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Lutra 53(1)_Camphuysen et al_2010
-
2010 Tijdschrift Lutra (pdf)
Lutra 53-1 2010
-
2008 Rapportages onderzoek (pdf)
2008.57 Onderzoek naar het voorkomen van de noordse woelmuis in Polder de Gagel en de Molenpolder
-
2008 Rapportages onderzoek (pdf)
2008.44 Effect van terreinbeheer op muizen in het zuidelijke deel van Natura-2000 gebied ‘Duinen van Texel’
-
2008 Rapportages onderzoek (pdf)
2008.35 Het belang van de Nieuwe Stadse Zeedijk bij Stad aan ’t Haringvliet voor de noordse woelmuis
-
2007 Rapportages onderzoek (pdf)
2007.34 Zoogdieronderzoek Kanaalzonde Zeeuws-Vlaanderen
-
2002 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 13 / nr. 3 / september 2002
-
1999 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 10 / nr. 1 / mei 1999
-
1996 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 07 / nr. 1 / maart 1996
-
1993 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 04 / nr. 3 / september 1993