Alternatieve verblijfplaats voor steenmarter
De steenmarter (Martes foina) is een middelgrote marter die vroeger met name in de oostelijke provincies van Nederland aanwezig was, maar tegenwoordig overal in Nederland is aan te treffen (met uitzondering van de Waddeneilanden). Wel zijn de aantallen (dichtheden) in het westen van Nederland wat lager dan in andere delen van Nederland. De soort wordt niet bedreigd en staat niet op de Rode Lijst in Nederland. De steenmarter is een cultuurvolger en bewoont een veelheid aan landschappen en habitattypen. Van puur stedelijk gebied, tot goed ontwaterde veenweidegebieden (met verblijfplaatsen op boerenerven). Binnen zijn leefgebied heeft een steenmarter meerdere schuilplaatsen, die hij echter niet allemaal even frequent gebruikt. Dit kunnen bijvoorbeeld takkenhopen, hooi- en stro-opslag, dichte struwelen en hagen, zolders of kruipruimtes zijn. Maar ook rommelschuurtjes of ruimten onder de dakbedekkingen bij voorkeur met isolatiemateriaal als glaswol en steenwol. Mannetjes en vrouwtjes hebben ieder een eigen territorium dat verdedigd wordt tegen steenmarters van hetzelfde geslacht. Het territorium van een mannetje omvat vaak de territoria van meerdere vrouwtjes. Alle verblijfplaatsen van steenmarters gelden voor de wet Natuurbescherming als ‘vaste rust- en verblijfplaatsen’ en zijn als zodanig beschermd. In het geval dat een vaste rust- en verblijfplaats aangetroffen wordt en verwijderd moet worden of ongeschikt wordt, dan stelt de huidige wet- en regelgeving dat het noodzakelijk is om een alternatieve verblijfplaats aan te bieden. Ecologisch gezien is het verdwijnen van een enkele verblijfplaats geen probleem, omdat een steenmarter binnen het territorium meerdere alternatieven zal hebben. De periode waarin een verblijfplaats wordt ontmanteld is veel belangrijker dan het verdwijnen van de verblijfplaats an sich. Voorkomen moet worden dat een verblijfplaats ongeschikt wordt gemaakt in de periode van half februari tot half mei als er kleine jongen aanwezig kunnen zijn. Als toch in deze periode gewerkt moet worden, dan kan maatwerk een oplossing zijn, onder voorwaarde dat het ontmantelen van de verblijfplaats begeleid wordt door een deskundige.