Beoordeling vleermuizen, das, vogels en licht A73, traject Neerbosch tot Rijkevoort
Rijkswaterstaat wil voor het gedeelte A73 van Rijkevoort tot aan knooppunt Neerbosch bepalen welk verlichtingsregime vanuit de verkeersveiligheid nodig is. Bij het aanpassen van het verlichtingsregime dient rekening te worden gehouden met voorwaarden die vanuit de Wet natuurbescherming worden gesteld. Rijkswaterstaat heeft de Zoogdiervereniging in samenwerking met SOVON gevraagd de voorwaarden voor verlichting op de A73 tussen knooppunt Rijkevoort en knooppunt Neerbosch vanuit beschermde soorten, in dit geval vleermuizen, overige zoogdieren en vogels, in kaart te brengen en te onderbouwen. Voor de vleermuizen is door middel van een veldbezoek, op basis van expert judgement van het landschap en met behulp van bestaande verspreidingsgegevens, bekeken welke vleermuissoorten of soortgroepen (representatief voor het beoordelen van effecten van licht) direct langs de weg zouden kunnen voorkomen, daar foerageren en/of via een passeerplek over of onder de A73 zouden kunnen passeren. Voor de das is voornamelijk gebruik gemaakt van luchtfoto’s en aangeleverd kaartmateriaal. In een laatste stap zijn de bevindingen van veldbezoek, luchtfoto’s en aangeleverd kaartmateriaal gerelateerd aan de huidige verlichting en aan de effecten van de gewenste aangepaste verlichting ten behoeve van de verbetering van de verkeersveiligheid. De resultaten hebben de vorm van een GIS-shapefile met een daaraan gekoppelde informatietabel. In de rapportage worden de shapefile en informatietabel toegelicht en geïllustreerd met enkele voorbeelden. Verder worden aanbevelingen gedaan om lichthinder voor vleermuizen en de das te voorkomen. De effecten van maatregelen die genomen kunnen worden om lichthinder te voorkomen of te beperken worden ter verduidelijking getoond in een aantal illustraties