Inventarisatie van kleine marterachtigen in vier onderzoeksgebieden rond Deventer
“Al sinds lange tijd gaan soorten van het kleinschalige cultuurlandschap achteruit, waaronder de kleine marterachtigen wezel, hermelijn en bunzing”. De eerste zin uit de Aanleiding van een fondsaanvraag ‘Projectplan beheerondersteunend onderzoek en beheerwijzer kleine marters’ geeft aan dat het niet goed gaat met de kleine marterachtigen in Nederland. Maar wat zijn daar de oorzaken van? Die vraag is lastig te beantwoorden, omdat over kleine marters een chronisch gebrek aan informatie is. Het is geen makkelijke soortgroep om te onderzoeken. Al jaren zijn verkeersslachtoffers de enige structurele bron van informatie over deze soortgroep. Om meer te weten te komen over hun aantallen en populatieontwikkeling is intensief en innovatief onderzoek noodzakelijk. Met een bijdrage van het Prins Bernhard Cultuurfonds is in 2016 en 2017 een eerste stap gezet door deze studie uit te voeren. Op relatief grote schaal, en gedurende een wat langere periode, is gestandaardiseerd onderzoek uitgevoerd naar het voorkomen van wezel en hermelijn in vier onderzoeksgebieden rond Deventer. Ook is via interviews gezocht naar informatie over historische gegevens van wezel en hermelijn in de onderzoeksgebieden en er is in literatuur gespeurd naar informatie over referentiesituaties. De bevindingen van deze studie worden in deze rapportage beschreven en daarnaast worden in een aparte beheerwijzer promotionele maatregelen voor wezel, hermelijn en bunzing aangereikt aan beheerders om terreinen beter geschikt te maken voor deze doelsoorten.