Voorstel voor monitoring van de noordse woelmuis d.m.v. van eDNA in N2000-gebieden en andere leefgebieden
In het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM) wordt de noordse woelmuis (Microtus oeconomus arenicola) gemonitord door middel van het pluizen van uilenballen. Dat levert voldoende informatie op voor een landelijke trend van de verspreiding van de soort. De uitkomsten daarvan zijn voldoende voor de EU rapportages over de landelijke staat van instandhouding van deze soort.
Voor de monitoring van de noordse woelmuis met betrekking tot Natura 2000 doelstellingen (verder N2000) is echter ook informatie op gebiedsniveau nodig, evenals bijvoorbeeld voor beheervragen die spelen in leefgebieden waar de noordse woelmuis voorkomt (ook buiten N2000 gebieden). Monitoring d.m.v. de eDNA methodiek (Herder et al. 2015) zou een mogelijkheid kunnen zijn om deze monitoring op te zetten. Dit rapport is bedoeld om te verkennen of monitoring van de noordse woelmuis met behulp van de eDNA methodiek haalbaar en betaalbaar is.