Woelmuizen, een onmisbare schakel in de natuur

Kerkuil met muis (bron: Nick Hurst)
Kerkuil met muis (bron: Nick Hurst)

Het monitoren van zoogdieren gebeurt op verschillende manieren. Zo wordt er geïnventariseerd door middel van wildcamera’s of batdetectors of gaan enthousiaste vrijwilligers het veld in om uitwerpselen of andere sporen te zoeken. Ook het verspreidingsonderzoek naar muizen gebeurt op een unieke manier. Daarvoor wordt namelijk een andere diersoort ingezet; de kerkuil.

Wat is ook alweer een braakbal?

Braakballen, vaak ook wel uilenballen genoemd, zijn uitgebraakte ballen van onverteerbare voedselresten, zoals botjes, haren en veren, die een dier na het verteren van zijn prooi uitspuwt. Omdat de muis vaak in zijn geheel verorberd wordt door de uil kunnen de volledige schedelresten in een braakbal worden aangetroffen. Aan de hand van deze resten kan vervolgens worden vastgesteld welke muizensoort het was. Deze informatie, in combinatie met de gegevens over de verzamellocatie van de braakballen, geeft een beeld van de verspreiding van muizen.

Decennia aan data uit de Hoeksche Waard

Een van de meest actieve leveranciers van pluisdata is Vereniging Hoekschewaards Landschap (HWL). Al ruim 32 jaar leveren zij waardevolle gegevens. Ooit begon dit met enkele honderden prooidieren, tegenwoordig zijn dat er ongeveer 3.000 per jaar! Deze kleine, maar enthousiaste groep vrijwilligers vindt het elk jaar weer een feest om honderden braakballen uit elkaar te halen en de schedels op naam te brengen. 

Ook uit pluisgegevens van seizoen ’24 blijkt dat het een slecht jaar was voor de woelmuizen. Nog nooit werden er in de regio zo weinig jongen grootgebracht van de kerkuil en de torenvalk en ook de velduil gaat achteruit. Allemaal soorten waarvan woelmuizen een groot deel van het menu uitmaken. 

Het afgelopen seizoen determineerden vrijwilligers van het HWL 3.301 prooidieren uit de Hoeksche Waard, met verhoudingsgewijs bijzonder weinig woelmuizen. Gemiddeld is het percentage woelmuizen 59%. Dit jaar was dit afgenomen tot 45%. Opvallend is de toename van het aantal spitsmuizen als prooi.

Verhouding woelmuizen/spitsmuizen/overig (bron: Merijn van den Hoogenhoff)
Verhouding woelmuizen/spitsmuizen/overig (bron: Merijn van den Hoogenhoff)

De veldmuis is nog steeds de meest gegeten prooi, maar minder sterk dan andere jaren. Van alle kerkuilpartijen die jaarlijks worden geplozen waren er normaal één à twee met als hoofdprooi huisspitsmuis en de rest veldmuis. Dit jaar waren er van de 23 kerkuilpartijen elf met als hoofdprooi veldmuis, maar ook elf met als hoofdprooi huisspitsmuis. Bij een zeer slecht woelmuizenjaar is de huisspitsmuis in de Hoeksche Waard van levensbelang voor het overleven van de kerkuilen.

Lijkt het je leuk om eens mee te pluizen? Kijk op de website van het HWL of de Zoogdiervereniging voor activiteiten in het Jaar van de woelmuis.

Meer weten?

  • Lees het volledige artikel en ander interessant nieuws over de natuur in de Hoeksche Waard in de ‘Waardzegger’.
  • Kijk voor meer informatie over het Jaar van de woelmuis op de website van de Zoogdiervereniging.
  • Kom naar de Zoogdierdag op 29 maart en ontmoet de experts op het gebied van (woel)muizen.

Tekst: Merijn van den Hoogenhoff en Eveline van der Jagt
Grafieken: Merijn van den Hoogenhoff