Tweekleurige vleermuis

De tweekleurige vleermuis (Vespertilio murinus) is een middelgrote vleermuis. De gelig tot lichtbruine onderzijde van het dier contrasteert opvallend met de donkere rugvacht, die een donkere basis heeft en zilverwitte haarpunten. De tweekleurige vleermuis is in Nederland een zeer zeldzame soort. Zo nu en dan wordt er een met de bat-detector waargenomen. Er zijn ook enkele gevallen van voortplanting bekend.
Uiterlijke kenmerken
De tweekleurige vleermuis is een middelgrote vleermuis. De vachtkleur is in vergelijking met de andere Nederlandse vleermuizen erg opvallend. De gelig tot lichtbruine vacht aan de onderzijde contrasteert opvallend met de donkere rugvacht, die donker aan de basis is en zilverachtige haarpunten heeft. Rond de schouders heeft de tweekleurige vleermuis vaak een donkere band. De oren zijn kort, de tragus kort en breed. De snuit en oren zijn zwart. Het vrouwtjes heeft vier tepels, een unieke eigenschap binnen de Europese vleermuizen.
Afmetingen
Lengte kop-romp: 48-64 mm
Gewicht: 10-23 g
Spanwijdte: 27-31 cm
Lengte onderarm: 41-50
Leefwijze vleermuizen algemeen
Vleermuizen vormen een soortenrijke groep van actief vliegende zoogdieren, die in staat zijn hun voedsel te vangen in het nachtelijk luchtruim. Ze gebruiken hierbij echolocatie (sonar) om te navigeren en hun voedsel te lokaliseren. Alle in Nederland voorkomende soorten vleermuizen houden een winterslaap van oktober-november tot maart-mei. Tijdens de winterslaap worden de lichaamsfuncties (spijsvertering, hartslag) van de vleermuis tot een minimum teruggebracht en de lichaamstemperatuur sterk verlaagd, waardoor de vleermuis weinig energie verbruikt en kan overleven op de verbranding van lichaamsvet. In het voorjaar worden de jongen geboren en grootgebracht door groepen vrouwtjes in kraamkolonies. De mannetjes verblijven overdag alleen of in kleine groepjes in hun zomerverblijven. Rond zonsondergang verlaten vleermuizen hun verblijven om op insecten of andere geleedpotigen te gaan jagen. Vooral in de nazomer en herfst komen vleermuizen in groepen bij elkaar op bepaalde locaties om te zwermen. Aan dit intense, sociale gedrag, waarover nog steeds veel onduidelijkheid bestaat, worden vooral twee functies toegedicht. Ten eerste vindt paring plaats op en rond deze locaties, waarbij genetische uitwisseling plaatsvindt tussen dieren afkomstig van verschillende kolonies. Daarnaast lijkt het zwermen een functie te hebben bij de inspectie van en informatieoverdracht tussen adulte dieren, en mogelijk ook tussen adulte en jonge dieren, over geschikte winterverblijven. In het najaar, voorafgaand aan de winterslaap, vetten vleermuizen op, zodat zij voldoende vetvoorraad hebben om de winterslaapperiode door te komen. Vrouwelijke vleermuizen slaan het sperma op tot in het voorjaar, wanneer de daadwerkelijke bevruchting van de eicel plaatsvindt.
Habitat
Tweekleurige vleermuizen zijn aangepast aan het jagen in open gebied. Vrouwtjes jagen voornamelijk boven grote wateren. Jachtgebieden van de mannetjes zijn diverser, en omvatten naast grote wateren zoals plassen, meren en rivieren, graslanden en bebouwd gebied.
Voedsel
Vooral dansmuggen en bladluizen worden gegeten. Daarnaast ook kokerjuffers, kevers en nachtvlinders.
Jachtgedrag
Het jachtgedrag van de tweekleurige vleermuis lijkt op dat van de laatvlieger en de rosse vleermuis. Hij jaagt voornamelijk in rechtlijnige vlucht of in grote cirkels op 5-40 m hoogte.
Verblijfplaatsen
- Kraamverblijfplaats
In Nederland zijn slechts enkele kraamkolonies bekend. Eén hiervan werd gevonden in Maarsenbroek in de provincie Utrecht en twee, mogelijk drie, in het noordoosten van de provincie Groningen. De kolonies bevonden zich in woonhuizen. - Zomerverblijfplaats
In het buitendland is de tweekleurige vleermuis in de zomer een bewoner van kieren en spleten in rotsen in bosachtig berglandschap en steppegebieden. In vlakke gebieden verblijft deze soort echter ook in muurspleten en zolderruimten van hoge gebouwen. Winterverblijfplaats
Als winterslaapplaats worden grotten, kelders maar ook spleten in hoge gebouwen gebruikt. In de herfst (het paarseizoen) zijn tweekleurige vleermuizen in Zweden en Denemarken in grote aantallen rond hoge gebouwen in steden aanwezig. De mannetjes voeren dan in hun territorium baltsvluchten uit om vrouwtjes te lokken. Tot nu toe werd er maar één keer een baltsende tweekleurige vleermuis in Nederland aangetroffen.In Nederland zijn slechts enkele kraamkolonies bekend. Eén hiervan werd gevonden in Maarsenbroek in de provincie Utrecht en twee, mogelijk drie, in het noordoosten van de provincie Groningen. De kolonies bevonden zich in woonhuizen.
Migratie
Van tweekleurige vleermuizen is bekend dat zij over grote afstanden kunnen trekken, de maximale bekende migratieafstanden zijn 1440 en 1787 km. Sommige populaties vertonen dit trekgedrag echter niet. De tweekleurige vleermuizen die in het najaar en winter sporadisch in vooral de steden van kustgebieden in Nederland worden waargenomen zijn waarschijnlijk dieren die op doortrek zijn.
Voortplanting
Tweekleurige vleermuizen paren in de late herfst, tijdens de balts. De geboortes van meestal twee, soms drie, jongen vinden plaats in de periode april-half juni, maar zijn meestal eind mei.
Leeftijd
De maximale waargenomen leeftijd bedraagt 12 jaar.
Natuurlijke vijanden
Uilen (vooral bosuil en kerkuil) en roofvogels (boomvalk, sperwer) pakken soms vleermuizen in de vlucht, vaak in de buurt van de verblijfplaats. In of bij de verblijfplaatsen worden vleermuizen soms gepredeerd door huiskatten en steenmarters. Vleermuizen in winterslaap kunnen ook ten prooi vallen aan bosmuizen.
Waarnemingen doorgeven
Wereld
Het areaal omvat Europa en Azië, oostelijk komt de tweekleurige vleermuis voor tot in Japan.
Europa
De tweekleurige vleermuis komt vooral in Midden- en Oost-Europa voor, noordelijk tot in Zuid-Scandinavië en de Baltische staten. De Baltische regio, waar de meeste repoductie plaatsvindt, wordt beschouwd als de kern van het verspreidingsgebied.
Nederland
De tweekleurige vleermuis wordt verspreid over Nederland waargenomen. Geluidswaarnemikngen komen vooral uit de kusttreek. Kraamkolonies zijn bekend uit de provincies Utrecht en Groningen.
- Staat van Instandhouding 2018: matig ongunstig
- Staat van Instandhouding 2013: zeer ongunstig
- Rode Lijst NL Zoogdieren 2020: gevoelig
- Rode Lijst NL Zoogdieren 2009: gevoelig
- Rode Lijst NL Zoogdieren 1994: niet beschouwd
- Omgevingswet: artikel 11.46, lid 1 (Europees beschermd)
- Habitatrichtlijn (1992): bijlage IV
- Conventie van Bern (1982): appendix II
- Nederlands Soortenregister
Klasse: Mammalia (Zoogdieren)
Orde: Chiroptera (Vleermuizen)
Familie: Vespertilionidae (Gladneuzen)
Geslacht: Vespertilio
Soort: Vespertilio murinus
-
2024 Rapportages onderzoek (pdf)
De tweekleurige vleermuis in Maarssenbroek, 2024
-
2024 Losse artikelen - Lutra (pdf)
A preliminary inventory of the parti-coloured bat in the Eemshaven – Delfzijl area, Groningen, the Netherlands
-
2017 Rapportages onderzoek (pdf)
De Tweekleurige vleermuis (Vespertilio murinus) in Maarssenbroek