Brandts vleermuis

Brandts vleermuis (Myotis brandtii) lijkt sterk op de iets kleinere (gewone) baardvleermuis. Lange tijd werden ze als één soort beschouwd. Pas na 1970 werden ze in Europa van elkaar onderscheiden als aparte soorten. De verspreiding van Brandts vleermuis in Nederland is grotendeels onzeker. De weinige bevestigde waarnemingen komen vooralsnog uit het oosten en zuidoosten van ons land.
Uiterlijke kenmerken
Brandts vleermuis is een kleine vleermuis met een bruine rugvacht, die vanwege de kleur van de haarpunten een gouden glans heeft. De buikvacht is iets lichter dan de rug. De oren, snoet en vleugels zijn donkerbruin tot zwart. De oren van Brandts zijn kort, donkerbruin en relatief spits uitlopend. Bij volwassen dieren is de oorbasis licht. De tragus reikt bijna tot de helft van het oor en heeft een spitse punt. De penis is aan het uiteinde verdikt.
Jonge Brandts vleermuizen zijn donkerder; ze worden met de jaren lichter en hebben pas na ongeveer 7 jaar het typerende uiterlijk van de soort.
Afmetingen
Lengte kop-romp: tot 51 cm
Gewicht: 4-10 g
Spanwijdte: 19-24 cm
Lengte onderarm: 33-39 mm
Gelijkende soorten
Brandts vleermuis en de gewone baardvleermuis lijken sterk op elkaar. Ze lijken zo sterk op elkaar dat ze lange tijd als één soort werden beschouwd. Rond 1958 ontstond het vermoeden dat het om twee verschillende soorten kon gaan. Pas na 1970 werd in Europa daadwerkelijk onderscheid gemaakt tussen deze twee soorten. Verschillen met de baardvleermuis zijn bij volwassen dieren een lichte, goudgelige vacht op de rug en een lichte oorbasis. In de praktijk blijkt het echter niet altijd mogelijk de soorten met die kenmerken van elkaar te onderscheiden. Alleen op grond van gebitskenmerken en bij mannetjes door het dikkere penisuiteinde bij Brandts vleermuis is het onderscheid met zekerheid te maken. Zie een vleermuizen- of zoogdiergids voor meer informatie over de gebitskenmerken.
De geluiden die met een batdetector te horen zijn geven geen uitsluitsel over de soort.
Leefwijze vleermuizen algemeen
Vleermuizen vormen een soortenrijke groep van actief vliegende zoogdieren, die in staat zijn hun voedsel te vangen in het nachtelijk luchtruim. Ze gebruiken hierbij echolocatie (sonar) om te navigeren en hun voedsel te lokaliseren. Alle in Nederland voorkomende soorten vleermuizen houden een winterslaap van oktober-november tot maart-mei. Tijdens de winterslaap worden de lichaamsfuncties (spijsvertering, hartslag) van de vleermuis tot een minimum teruggebracht en de lichaamstemperatuur sterk verlaagd, waardoor de vleermuis weinig energie verbruikt en kan overleven op de verbranding van lichaamsvet. In het voorjaar worden de jongen geboren en grootgebracht door groepen vrouwtjes in kraamkolonies. De mannetjes verblijven overdag alleen of in kleine groepjes in hun zomerverblijven. Rond zonsondergang verlaten vleermuizen hun verblijven om op insecten of andere geleedpotigen te gaan jagen. Vooral in de nazomer en herfst komen vleermuizen in groepen bij elkaar op bepaalde locaties om te zwermen. Aan dit intense, sociale gedrag, waarover nog steeds veel onduidelijkheid bestaat, worden vooral twee functies toegedicht. Ten eerste vindt paring plaats op en rond deze locaties, waarbij genetische uitwisseling plaatsvindt tussen dieren afkomstig van verschillende kolonies. Daarnaast lijkt het zwermen een functie te hebben bij de inspectie van en informatieoverdracht tussen adulte dieren, en mogelijk ook tussen adulte en jonge dieren, over geschikte winterverblijven. In het najaar, voorafgaand aan de winterslaap, vetten vleermuizen op, zodat zij voldoende vetvoorraad hebben om de winterslaapperiode door te komen. Vrouwelijke vleermuizen slaan het sperma op tot in het voorjaar, wanneer de daadwerkelijke bevruchting van de eicel plaatsvindt.
Habitat
Van het buitenland is bekend dat de Brandts vleermuis voor zijn jachtterrein sterker dan de gewone baardvleermuis aan een bos- en waterrijke omgeving is gebonden. Brandts vleermuis wordt minder dan de baardvleermuis in de buurt van menselijke nederzettingen gevonden.
Jachtgedrag
Brandts vleermuis jaagt vooral boven paden en open plekken in het bos en minder aan bosranden en houtwallen. Het vlieggedrag lijkt sterk op dat van de (gewone) baardvleermuis.
Verblijfplaatsen
- Zomerverblijf
In het buitenland worden zomerverblijfplaatsen gevonden in smalle spleten op zolders, in ruimten tussen dakbetimmering en dakpannen en in platte vleermuiskasten. Daarnaast in holten en spleten in bomen en achter boomschors. - Winterverblijf
In de winter wordt de Brandts vleermuis gevonden op relatief koude plaatsen in groeven, grotten, mijnen en bunkers. Brandts vleermuizen verplaatsen zich doorgaans over korte afstanden, maar migratieafstanden tussen zomer- en wintergebieden kunnen ook groter zijn, tot enkele honderden kolometers.
Voortplanting
De paring vindt waarschijnlijk plaats op de zwermlocaties (vanaf eind augustus) en in de wintervervlijven. Net als bij andere soorten vleermuizen slaan vrouwelijke baardvleermuizen het sperma op tot in het voorjaar, wanneer de daadwerkelijke bevruchting van de eicel plaatsvindt. De geboortes van meestal één jong vinden (in Midden-Europa) plaats van begin- tot eind juni. Na enkele weken zijn de jongen vliegvlug.
Leeftijd
Van geringde dieren is bekend dat ze maximaal 28 jaar kunnen worden, één individu bleek bij terugvangst zelfs 41 jaar te zijn. Dit mannetjes was daarmee de oudste bekende vleermuis.
Natuurlijke vijanden
Uilen (vooral bosuil en kerkuil) en roofvogels (boomvalk, sperwer) pakken soms vleermuizen in de vlucht, vaak in de buurt van de verblijfplaats. In of bij de verblijfplaatsen worden vleermuizen soms gepredeerd door huiskatten en steenmarters. Vleermuizen in winterslaap kunnen ook ten prooi vallen aan bosmuizen.
Zicht
Net als de (gewone) baardvleermuis is Brandt een matig wendbare vlieger die kalm en in rechte banen op enkele meters van de vegetatie baantjes trekt.
Sporen
- Uitwerpselen
Keutels van vleermuizen zijn zeer moeilijk op naam te brengen. Keutels van Brandts vleermuizen zijn klein (ongeveer zo groot als die van gewone en ruige dwergvleermuis): diameter tot ruim 2 mm, lengte 5-10 mm.
Geluid
FM-signalen die dalen van 100 naar 26 kHz. Pulsduur 4-7 ms. De signalen lijken sterk op die van de braadvleermuis.
Waarnemingen doorgeven
Wereld
Het areaal van Brandts vleermuis omvat Europa en Azië, waar de soort tot in Japan voorkomt. Het oostelijke deel van de verspreiding is onzeker vanwege mogelijke verwarring met de Aziatische soort M. gracilis.
Europa
Brandt vleermuis komt verspreid over Midden- en Noord-Europa (tot 65° NB), voor. In Italië en op de Balkan komt Brandts vleermuis lokaal voor. De precieze verspreiding in Zuid-europa is echter onzeker, vanwege mogelijke verwarring met andere, nauwverwante soorten. Brandt vleermujs komt niet voor in Ierland.
Nederland
Het verspreidingsbeeld in Nederland is onzeker en waarschijnlijk onvolledig, doordat het onderscheid met de (gewone) baardvleermuis zowel in de zomer (bat-detector) als in in de winterverblijfplaatsen zeer moeilijk. Bevestigde waarnemingen komen vooral uit het oosten van Overijssel en Gelderland en uit Zuid-Limburg. Enkele kraamverblijven zijn (sinds 2001) bekend uit de Achterhoek en Oost-Groningen.
- Staat van Instandhouding 2018: zeer ongunstig
- Staat van Instandhouding 2013: zeer ongunstig
- Rode Lijst NL Zoogdieren 2020: onvoldoende gegevens
- Rode Lijst NL Zoogdieren 2009: niet beschouwd
- Rode Lijst NL Zoogdieren 1994: niet beschouwd
- Omgevingswet: artikel 11.46, lid 1 (Europees beschermd)
- Habitatrichtlijn (1992): bijlage IV
- Conventie van Bern (1982): appendix II
- Nederlands Soortenregister
Klasse: Mammalia (Zoogdieren)
Orde: Chiroptera (Vleermuizen)
Familie: Vespertilionidae (Gladneuzen)
Geslacht: Myotis
Soort: Myotis brandtii
-
2024 Rapportages onderzoek (pdf)
Ontsluiting en gebruik telemetriedata