VleerMUS, Gemeente Utrecht 2021
Urbaan gebied is haast per definitie ook dynamisch gebied; er vinden veel ruimtelijke ontwikkelingen plaats. Gebouwbewonende soorten, zoals verschillende vleermuissoorten, kunnen daardoor negatieve effecten ondervinden. Vleermuizen zijn strikt beschermd onder de Habitatrichtlijn, in Nederland geïmplementeerd in de Wet Natuurbescherming. Om ruimtelijke ontwikkelingen toch mogelijk te maken conform de Wet Natuurbescherming, worden verschillende maatregelen voor onder andere vleermuizen genomen. Om onnodige vertragingen en kosten te voorkomen gaan steeds meer gemeentes over tot het werken met zogenaamde ‘Gebiedsgerichte Ontheffingen’ (verder GO). Deze ontheffingen richten zich op een groot projectgebied. Onderdeel van de GO zijn soortmanagementplannen (verder SMP). Wanneer conform de SMP in het GO wordt gewerkt, worden effecten op de Staat van Instandhouding (verder SvI) van verschillende soorten voorkomen. Aan GO’s en als onderdeel van de SMP, zijn monitoringsplannen als voorwaarde gesteld. De monitoring dient inzichtelijk te maken of de SvI daadwerkelijk niet geschaad wordt. Het dient daarom inzicht te geven in de ontwikkeling van de populatie – een van de indicatoren van de SvI - van de desbetreffende soorten. De ontwikkeling of trend van de populatie is een belangrijke SvI-indicator (Limpens & Schillemans, 2016). De Zoogdiervereniging heeft voor de gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus), de laatvlieger (Eptesicus serotinus) en de ruige dwergvleermuis (Pipistrellus nathusii) een methode ontwikkelt voor monitoring op populatieniveau in het urbane gebied en/of op het niveau van de gemeente. Het gaat daarbij om monitoring van de voor het urbane gebied, of de gemeente, relevante populatie in het voor die populatie relevante landschap in en direct rond de bebouwde kom. Dit is gebeurd in opdracht van zes grote gemeentes (Utrecht, Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Tilburg en Ede). Deze methode, genaamd vleerMUS (Limpens et al., 2015), bestaat uit het afleggen van fietstransecten waarbij met een automatische batdetector (Batlogger) opnames worden gemaakt van de aanwezige vleermuizen. Uit de resulterende activiteitsmetingen kan na verloop van tijd een trend in de relatieve activiteit worden geleid welke dient als proxy voor de trend in de populatie.
In 2021 is vleerMUS voor de 6e keer uitgevoerd in de gemeente Utrecht. De resultaten van 2016, 2017, 2018, 2019 en 2020 zijn te vinden in Hommersen et al. (2017), Schillemans et al. (2018), Schillemans et al. (2020) en Menses et al (2021).