Rapportage 2 e herhalingsmeting populatietrend gewone dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis en laatvlieger in de gemeente Raalte en Olst-Wijhe in 2021 met de methode vleerMUS
De ontwikkeling of trend van de populatie is een belangrijke SvI-indicator (Limpens & Schillemans, 2016). De Zoogdiervereniging heeft voor de gewone dwergvleermuis, de laatvlieger en de ruige dwergvleermuis een methode ontwikkelt voor monitoring op populatieniveau in het urbane gebied en/of op het niveau van de gemeente. Het gaat daarbij om monitoring van de voor het urbane gebied, of de gemeente, relevante populatie in het voor die populatie relevante landschap in en direct rond de bebouwde kom. Dit is gebeurd in opdracht van zes grote gemeentes (Utrecht, Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Tilburg en Ede). Deze methode, genaamd vleerMUS (Limpens et al., 2015), bestaat uit het afleggen van fietstransecten waarbij met een automatische batdetector (de Batlogger) opnames worden gemaakt van de aanwezige vleermuizen. Uit de resulterende activiteitsmetingen kan na verloop van tijd een trend in de relatieve activiteit worden afgeleid welke dient als proxy voor de trend in de populatie. Voor de gemeentes Raalte en Olst-Wijhe geldt dat Salland Wonen in het kader van een SMP en GO middels vleerMUS wil gaan monitoren in hoeverre werkzaamheden aan haar woningbezit een effect hebben op de populatie van vleermuizen. In 2019 is in het kader hiervan de nul-telling uitgevoerd (Hommersen et al. 2020). In 2021 is de eerste herhaling uitgevoerd (Hommersen et al. 2021)
In 2021 is vleerMUS voor de 3e keer uitgevoerd in de gemeentes Raalte en Olst-Wijhe. Uit de resulterende activiteitsmetingen kan na verloop van tijd een trend in de relatieve activiteit worden geleid welke dient als proxy voor de trend in de populatie. De zes fietstransecten leveren voldoende (minimaal 35 onafhankelijke) meetpunten op van de gewone dwergvleermuis om veranderingen in de populatie op te kunnen pikken in Raalte, Heino, Olst en Wijhe.