Werkwijze baggeren bij bevers en otters
Waterschap Rivierenland heeft het beheer over de watergangen binnen haar werkgebied (figuur 1). Daarbij is zij verantwoordelijk voor waterkwaliteit van het oppervlakte- en het rioolwater, voor waterkwantiteit, voor veilige dijken, het muskusrattenbeheer en het vaarwegbeheer. Om de waterdiepte te kunnen waarborgen is het soms noodzakelijk waterwegen van een overdaad aan sedimenten (slib) te ontdoen. Afhankelijk van het type watergang gebeurt dit met enige regelmaat. De meeste watergangen worden eens in de tien tot twintig jaar gebaggerd om het teveel aan sediment af te voeren.
Waterschap Rivierenland constateert dat de verspreiding van bever en otter in haar werkgebied toeneemt. Op locaties waar moet worden gebaggerd, worden steeds vaker bevers vastgesteld. Verwacht wordt dat ook de otter in toenemende mate op te baggeren locaties gaat worden aangetroffen. Waterschap Rivierenland heeft de Zoogdiervereniging gevraagd een werkwijze op te stellen hoe om te gaan met de aanwezigheid van bever en otter op locaties waar gebaggerd moet worden. Het doel is baggerwerkzaamheden uit te kunnen voeren en tegelijkertijd de negatieve effecten op bever en otter te minimaliseren.