eDNA onderzoek noordse woelmuis zuidkust Schouwen-Duiveland 2018
In het najaar van 2018 zijn twee onderzoeken met inloopvallen uitgevoerd om het voorkomen van de noordse woelmuis (Microtus oeconomus) in een aantal natte gebieden langs de zuidkust van Schouwen-Duivenland vast te stellen. Kees de Kraker (Sandvicensis) en Dick Bekker (Detail2.0) bevingen (elkaar aanvullende) locaties in de volgende gebieden: Levensstrijd, de Cauwers Inlaag en karrevelden, de karrevelden van Rengerskerke, de Suzanna-Kisters Inlaag en karrevelden, Pikgat, Heerenkeet en de Koudekerkse Inlaag. In totaal werden binnen deze gebieden 24 locaties bevangen. Op 14 locaties is de noordse woelmuis gevangen. Op de meeste van de 10 locaties zonder vangsten van noordse woelmuis werden echter wel sporen gevonden, op grond waarvan de aanwezigheid van de soort wel werd verwacht. Omdat het onderzoek naar het voorkomen van noordse woelmuis steeds meer wordt uitgevoerd met behulp van eDNA, heeft provincie Zeeland besloten om de 24 in 2018 bevangen locaties ook te bemonsteren met behulp van de eDNA methode. Op deze manier kunnen de resultaten van de twee methodieken met elkaar worden vergeleken en kan er mogelijk besloten worden welke methode in de toekomst bij voorkeur toegepast kan worden. Bij een eDNA-onderzoek voor noordse woelmuis worden er woelmuiskeutels in het veld verzameld, die vervolgens aan de hand van het DNA in de keutels tot op de soort zijn gedetermineerd. Om onbekende redenen hebben bij de analyses van dit onderzoek een aantal monsters geen uitslag gegeven. In de monsters met een DNA-uitslag is op alle locaties de noordse woelmuis aangetoond. De noordse woelmuis is met behulp van eDNA nogmaals aangetoond op 12 locaties waar de soort al eerder was gevangen, terwijl op 5 locaties waar geen noordse woelmuizen werden gevangen de soort alsnog met behulp van de eDNA methodiek werd aangetoond.