Effecten van damherten op andere zoogdiersoorten in de Amsterdamse Waterleidingduinen
Waternet is beheerder van de Amsterdamse Waterleidingduinen (verder: AWD). In het terrein is sprake van een groeiende populatie damherten. In het voorjaar van 2014 waren dit er circa 2.200 en in 2015 zijn 3.008 dieren geteld (mond. med. V. van der Spek). De populatie damherten lijkt onder andere vanwege vraat steeds meer negatieve effecten op de biodiversiteit te hebben. Waternet wil deze negatieve effecten laten staven op basis van feiten. Hiervoor heeft zij het Bureau van de Zoogdiervereniging gevraagd een analyse te maken van de (mogelijke) effecten op andere zoogdiersoorten in het gebied.
Samenvattend kan worden geconcludeerd dat, op grond van de bestaande data, naast ree alleen het voorkomen van waterspitsmuis negatief gecorreleerd is aan het populatieverloop van de damherten in de AWD. Tussen het aantal konijnen en de dichtheid aan damherten in de AWD lijkt geen, of slechts een zwak negatief, verband te bestaan.
Het voorkomen van veldmuis lijkt positief gecorreleerd aan de toename van het aantal damherten in de AWD. De damherten lijken de veldmuizen dus te faciliteren.
Een aantal soorten laat op grond van de huidige data geen afname in voorkomen zien, terwijl dat op grond van de veranderingen binnen de AWD wel verwacht zou kunnen worden. Damherten hebben een negatief effect op struik- en bosontwikkeling binnen de AWD, maar het aandeel van rosse woelmuis in het dieet van bosuil lijkt nog niet af te nemen, evenals het aandeel bosmuis. Afhankelijk van de toekomstige ontwikkelingen van de populaties van de verschillende muizensoorten, zullen soorten als vos, boommarter, bunzing, hermelijn en wezel hier positief dan wel negatief op reageren.