Hazen in de voortplanting: rammelen!
16 maart 2017
Hazen zijn jaarrond vruchtbaar, behalve in oktober en november. Rond de kortste dag begint het nieuwe voortplantingsseizoen, waarvan de piek ligt tussen februari en mei. In deze periode worden vaak grote groepen hazen gezien, van 10 tot 30 tot soms wel 75. Overdag rennen de hazen over de kale velden. Dit schouwspel heet ‘rammelen’. Later in het jaar is er ook sprake van paarvorming, maar zie je dit rammelen niet meer.
Een rammelplaats is voldoende overzichtelijk (open gebied); het achter elkaar aan rennen (‘drijven’) duurt lang en gebeurt over grote afstanden. Het paargedrag wordt onderbroken door rusten en foerageren. Rammelen gebeurt vooral op droge gronden, omdat natte grond het rennen bemoeilijkt. Meestal beginnen één of enkele rammelaars (mannen) met het opdrijven van de moeren. Dit werkt aanstekelijk en steeds meer andere hazen sluiten zich aan. De mannen rennen niet speciaal achter één moer aan, het is meer een gezamenlijk rennen.
Rammelende hazen (foto:Ernst Dirksen Fotografie)
Tijdens dit spektakel vindt de paarvorming plaats. Een uur of langer loopt de rammelaar langzaam achter de moer aan, waarbij de afstand steeds kleiner wordt. Als hij te dichtbij komt, neemt de moer zittend op de achterpoten en met teruggeslagen oren een dreighouding aan. Dit kan overgaan in afweren: het bekende boksen met de voorpoten. Soms vindt een echte aanval plaats! Dit kan tot serieuze verwondingen leiden, maar uiteindelijk is dit ook het spel van de liefde. Er wordt gebokst, geïmponeerd, de opwinding stijgt en als de schuwheid afneemt wordt er gesnuffeld en gelikt.
Paren zonderen zich af om alleen verder te drijven of te rusten. Soms sluiten ze zich weer bij de groep aan, om een andere partner uit te kiezen. De paarvorming vindt in elk geval plaats voor één seizoen, maar vaak ook voor meerdere jaren. Door het bij elkaar komen van hazen uit een groter gebied wordt inteelt voorkomen. Ongeveer vier weken na de rammeltijd worden de moeren drachtig.
In de buurt van zo’n paartje loopt vaak een ‘bijhaas’ die het op de moer heeft voorzien, meestal een jonger dier. De rammelaar verdedigt zijn plek echter zwaar. Er zijn veel onderlinge ruzies met vooral dreig- en imponeergedrag. Twee mannen gaan tegenover elkaar zitten en kijken elkaar met naar voren gerichte oren aan. De verliezer draait zijn kop af, dat kan ook de verdediger zijn. Hij buigt zijn oren en wordt verdreven. Soms leidt dit tot dominantiegevechten, waarbij krachtige slagen worden uitgedeeld met de voorpoten. Toch raken de dieren elkaar meestal niet.
Hazen (foto:Wesley Overman)
Als je de komende twee maanden zo’n grote groep hazen ziet, trek dan eens een halfuurtje uit om van dit mooie schouwspel te genieten. Probeer dan te ontdekken of je rammelaars, moeren en bijhazen kunt onderscheiden. Ongetwijfeld raak je dan in de ban van het rammelen!
Als er een laagje sneeuw ligt de komende maanden, probeer dan ook eens hazensporen te zoeken. Soms houdt zo’n spoor ineens op en lijkt het dood te lopen … Zo’n ‘keerspoor’ maakt een haas echter om mogelijke predatoren te misleiden. Want anders is hij misschien het haasje …
Tekst: Hans Hollander, Zoogdiervereniging