Grote groep rosse vleermuizen dood in bosuilenkast

Rosse vleermuizen (bron: Erik Korsten)
Rosse vleermuizen (bron: Erik Korsten)

In de periode van oktober t/m december 2024 werden er tijdens het controleren en schoonmaken van een dertigtal bosuilkasten in het Amsterdamse bos, verspreid over drie uilenkasten, in totaal 41 kadavers van rosse vleermuizen gevonden. Wat is er gebeurd en hoe kunnen we herhaling voorkomen?

De vleermuizen moeten na medio mei 2024 zijn overleden omdat de kasten hiervoor nog gecontroleerd zijn op de aanwezigheid van bosuilen. Het is onwaarschijnlijk dat het hier om opgegeten vleermuizen gaat; eentje hing er dood aan de binnenwand van de kast. 

Lugubere ontdekking tijdens schoonmaakwerk

In het Amsterdamse Bos zijn op verschillende plaatsen 29 houten kasten opgehangen om bosuilen bij gebrek aan voldoende nestgelegenheid toch de mogelijkheid te bieden om tot broeden te komen. Jaarlijks worden de kasten na half oktober door vrijwilligers van de Vogelwerkgroep Amsterdam gecontroleerd, schoongemaakt en waar nodig gerepareerd of vervangen. Het was tijdens deze schoonmaakrondes dat vrijwilligers de dode vleermuizen tegenkwamen. Van bosuilen is bekend dat ze incidenteel wel eens een vleermuis vangen. De resten worden dan teruggevonden in de braakballen, of er worden onder in de kast vleugelresten van vleermuizen gevonden. Tijdens de controlerondes viel het grote aantal dode vleermuizen op. De dieren leken in verregaande staat van ontbinding, maar verder lichamelijk intact. Het ging hier dus duidelijk niet om prooiresten van bosuilen die geleerd hadden hoe vleermuizen te vangen. Een aantal kadavers is op schedelkenmerken bekeken en hieruit blijkt dat het om rosse vleermuizen gaat. De rosse vleermuis is een boom bewonende soort waarvan bekend is dat deze vooral in oudere bossen leeft, precies de bossen waar ook bosuilen graag in verblijven.

Dode rosse vleermuis in bosuilenkast (bron: H.J. Koning)
Dode rosse vleermuis in bosuilenkast (bron: H.J. Koning)

De kasten hangen verspreid over grote delen van het Amsterdamse Bos. In de periode van medio oktober tot en met december 2024 werden er in een kast 6 dode vleermuizen gevonden, in een andere kast 13 en in nog een andere kast lagen 22 dode vleermuizen. In 2023 werden in deze laatste kast ook al 7 dode rosse vleermuizen aangetroffen. Aan de staat van ontbinding te zien lijken de dieren in dezelfde periode te zijn overleden. In aanwezige braakballen zijn geen vleermuisresten aangetroffen. 

Doodsoorzaak onderzocht

Wanneer zulke grote aantallen van een beschermde soort dood gevonden worden is het normaal dat getracht wordt de doodsoorzaak te achterhalen. Een aantal kadavers is opgestuurd naar het Dutch Wildlife Health Center voor nader (toxicologisch) onderzoek, maar daaruit zijn geen aanwijzingen gekomen die zouden duiden op een niet natuurlijke doodsoorzaak.

Op fora waar deze melding besproken werd, kwam al snel een vrij plausibele doodsoorzaak naar voren (met dank aan Jeroen van der Kooij). Wanneer we kijken naar de foto waarop één vleermuis aan de bovenrand van de wand in de kast hangt, is te zien dat deze kast gemaakt is van glad zogenaamd ‘betonplex’ (bekistingshout). Dit is zo glad dat vleermuizen daar niet aan kunnen hangen of klimmen. Navraag leerde dat de keuze op ‘betonplex’ gevallen was omdat het materiaal lang meegaat én de gladde wanden de kasten minder aantrekkelijk maken voor boommarters. Vleermuizen kunnen goed opvliegen van af de grond, maar ze hebben hiervoor wat meer ruimte nodig dan vogels. Voor een grote soort als de rosse vleermuis is de binnenruimte van een bosuilkast te krap om vanaf de bodem op te kunnen vliegen om het uitvlieggat te bereiken. Een rosse vleermuis kan zich in zo’n kast niet aan de wand vastklampen en zal daardoor steeds terugvallen. In een natuurlijke verblijfplaats zoals een boomholte gebeurt dat niet omdat ze via de ruwe wand omhoog kunnen klauteren. Daarom wordt aangenomen dat de vleermuizen de kast wél in, maar niet meer uit konden komen en van uitputting zijn omgekomen. 

Hoe kan het dan dat er zo veel slachtoffers gevallen zijn?

Vleermuizen zijn extreem sociale dieren, en we weten dat een gewonde, of in gevaar verkerende vleermuis noodkreten uitstoot waar meerdere dieren van de groep/kolonie op afkomen. Rosse vleermuizen maken relatief gemakkelijk gebruik van aangeboden (vleermuis)kasten maar zo’n kast is nooit een volwaardige vervanging van een natuurlijke boomholte. Rosse vleermuizen verblijven vooral in verlaten spechtenholen. Omdat het grote vleermuizen betreft die in Nederland flinke kraamkolonies (ongeveer 80–100 dieren) vormen, hebben ze ook relatief grote holtes nodig. Het is bekend dat er in het Amsterdamse bos in de winter van 2022/2023 een boom met een groep rosse vleermuizen is gekapt. Ook is in de winter van 2023/2024 langs de Bosbaan een boom met een flink aantal vleermuizen (soort bij melders onbekend) omgewaaid. Het stuk stam met de holte is wel weer opgehangen aan een andere boom. Zou dit de reden kunnen zijn dat de vleermuizen in het Amsterdamse bos uitweken naar de bosuilkasten? 

41 dode vleermuizen geeft een grote impact

Ruim veertig slachtoffers betekent waarschijnlijk dat een flink deel van de in het Amsterdamse Bos levende populatie gesneuveld is. Uit onderzoek uitgevoerd door Wageningen Marine Research (Lagerveld et al. 2021), is gebleken dat één kolonie gebruik kan maken van meerdere verblijfplaatsen in een straal van 10 tot 20 kilometer van de hoofdverblijfplaats. Verondersteld wordt dat dit te maken heeft met het verlagen van de druk die parasieten op de groep uitoefenen. Dit gegeven, samen met de hoge levensverwachting en de daarbij horende trage voortplanting, maakt vleermuizen tot bijzonder kwetsbare dieren. Het plaatselijk verloren gaan van een (kraam-)kolonie kan daardoor ook regionale gevolgen hebben en maakt dit specifieke verhaal tot een bijzonder zorgelijke gebeurtenis. Het feit dat één belangrijke kolonieboom in het betreffende gebied gesneuveld is (en er in het nabije verleden meerdere verblijfplaatsen gesneuveld zijn), heeft de dieren waarschijnlijk genoopt snel een vervangende verblijfplaats te kiezen. Haast is daarbij ook in dit geval een slechte raadgever gebleken.

Is deze situatie uniek?

Nee, vleermuizen worden vaker in vogelkasten aangetroffen. Kortgeleden is er nog een waarneming gemeld bij de Zoogdiervereniging van een groep grootoorvleermuizen in een mezenkast. Ook andere soorten worden -gelukkig meestal levend- wel eens in een kast aangetroffen.

Grootoorvleermuizen in een houten mezenkast (bron: Deividas Makavicius (Vivara Pro))
Grootoorvleermuizen in een houten mezenkast (bron: Deividas Makavicius (Vivara Pro))
Jonge franjestaart op een mezenkast die door een kraamgroep franjestaarten wordt gebruikt (bron: Zomer Bruijn)
Jonge franjestaart op een mezenkast die door een kraamgroep franjestaarten wordt gebruikt (bron: Zomer Bruijn)

Hoe nu verder? De betreffende kasten hoeven niet te worden verwijderd of door andere kasten te worden vervangen omdat het probleem gemakkelijk is op te lossen door aan de binnenzijde van de kast onder de opening een ruwhouten plankje te bevestigen. Eventueel binnengeraakte vleermuizen kunnen op deze wijze gemakkelijk op een voor hen natuurlijke wijze naar de uitvliegopening klauteren. De Vogelbescherming verkoopt kasten die al zijn aangepast.

De in dit artikel genoemde gebeurtenis maakt eens te meer duidelijk waarom het behoud van holle bomen voor vleermuizen van groot belang is. Ook is het belangrijk dat we dit soort ervaringen altijd delen om ongelukken als deze te voorkomen. Het is daarbij aan te raden om te zorgen dat de binnenwanden van bosuil kasten altijd ruw zijn. Tot slot onderstreept deze tragedie waarom voorafgaand aan kapwerkzaamheden gedegen ecologisch onderzoek een absolute vereiste is en er daadwerkelijk naar de uitkomst hiervan gehandeld dient te worden. Lees daarvoor ook dit eerdere bericht.

Dankwoord

We zijn de vrijwilligers van de Vogelwerkgroep Amsterdam bijzonder dankbaar voor het doorgeven van deze melding en het veiligstellen van een aantal kadavers voor onderzoek naar de precieze doodsoorzaak. Het Dutch Wildlife Health Center wordt bedankt voor het toxicologisch onderzoek aan de ingestuurde kadavers.

Tekst: Jan Boshamer met aanvullingen van Erik Broer, Zoogdiervereniging
Foto's: H.J. Koning, Deividas Makavicius, Zomer Bruijn