Bijzondere waarneming: ingekorven vleermuis in west Brabant
Bij een onderzoek in de regio Woensdrecht hebben Buijs Eco Consult en TAUW verblijfplaatsen van ingekorven vleermuis aangetroffen. Tijdens de oriënterende veldbezoeken werden al sporen van vleermuizen waargenomen zoals mest en afgebeten vlindervleugels. Daarna zijn tijdens de vleermuisonderzoeken verschillende verblijfplaatsen van ingekorven vleermuis gevonden. Uiteindelijk konden vijf verschillende verblijfplaatsen van ten minste twee solitaire dieren gevonden worden.
Spannende onderzoekslocatie
Voor veel vleermuisonderzoekers is het met een aantal jaar ervaring goed mogelijk om in te schatten hoe ‘spannend’ een vleermuisonderzoek op een locatie kan worden. Voor de projectlocatie nabij Woensdrecht was het snel duidelijk dat dit zo’n ‘spannende’ locatie kon worden. Het plangebied ligt namelijk in een groene omgeving en bevat veel gebouwen die voor vleermuizen als verblijf kunnen dienen. De potentie van het plangebied was dan ook erg hoog. Verwacht werd dat bijvoorbeeld gewone grootoorvleermuis potentieel waargenomen kon worden. Het bleek nog vele malen mooier te zijn.
Tijdens een ochtendbezoek zag vleermuisonderzoeker Suzanne Halters aan de zijde van een gebouw een langs vliegend en aantikkende vleermuis, die zich voortbewoog als een grootoorvleermuis maar dit zeker niet was omdat er geen grote oren waargenomen werden. Het dier maakte vervolgens een rondje en verdween vervolgens via een opening in de gevel in een pand. Tijdens het veldbezoek waren ook wel sporen (mest en vlindervleugels) gevonden maar nog geen foeragerende of aanwezige dieren. Wat kon het nu zijn? De korte tikken waren maar kort zacht hoorbaar geweest en voor grootoorvleermuis was de startfrequentie te hoog. Bij een visuele inspectie in het pand overdag waar de invlieger was waargenomen troffen de onderzoekers een exemplaar ingekorven vleermuis aan. ‘Hier hangt er een, gewoon aan de armatuur van de lamp!’.
Na verdere controle van dat pand besluiten de onderzoekers ook andere gebouwen inpandig te beoordelen waar we dezelfde soorten sporen (mest) hebben gezien. Die extra inspanning blijkt een goed idee, in een ander pand treffen ze nog een ingekorven vleermuis aan.
Terug op kantoor heeft de euforie van een zeldzame soort de overhand en met het nalopen van de vleermuisdetector geluidsopnamen wederom bewijs dat het (los van de veldwaarneming en foto) echt om ingekorven vleermuizen gaat. Tot begin van het najaar hebben ze deze dieren tijdens onderzoeksronde waargenomen, geen eenmalige passant naar het lijkt. Een soort die we nagenoeg alleen in het buitenland of Zuid Limburg tot dan hadden mogen waarnemen, alhoewel?
Een jaar geleden hebben we in de omgeving een geluidsopname gemaakt bij een verlaten pand van ingekorven vleermuis. Op diezelfde plaats is onafhankelijk van onze geluidsopname volgens NDFF (Nationale Databank Flora en Fauna) gegevens inderdaad een zichtwaarneming gedaan van een ingekorven vleermuis. En er is inmiddels ook bekend dat elders in de gemeente Woensdrecht ook enkele los hangende dieren zijn aangetroffen. Het waarnemen van meerdere dieren duidt, wat ons betreft, op structurele aanwezigheid van deze soort op de Brabantse Wal. Maar niet duidelijk is hoe groot hun leefgebied is en wat de omvang en samenstelling van deze lokale/regionale populatie is.
De waarnemingen zijn in ieder geval veel noordelijkere/westelijkere waarnemingen dan we voornamelijk van deze soort in Nederland kennen (in de actieve periode). Winterwaarnemingen van deze soort in de directe omgeving lijken te ontbreken (Antwerpen gordel, zuidelijker wel).
Hoe nu verder?
Feit is dus dat we in West Brabant inmiddels rekening moeten houden met de aanwezigheid van de ingekorven vleermuis. De omvang van de populatie en de daaraan gekoppelde staat van instandhouding zijn alleen nog verre van bekend. Inmiddels worden daarom gesprekken gevoerd met de opdrachtgever om in 2024 een onderzoek specifiek voor ingekorven vleermuis uit te voeren. Daarbij wordt gedacht aan het zenderen van dieren om zo de aantallen en het netwerk van verblijfplaatsen beter in beeld te brengen. We zijn benieuwd wat volgend jaar gaat brengen en hoeveel ingekorven vleermuizen verder onderzoek gaat opleveren.
Tip voor iedereen die zelf op zoek wil gaan naar deze soort: uitvliegers zijn moeilijk waarneembaar door late uitvliegtijd, de sonar is zacht en dus makkelijk te missen (neem automatische vleermuisloggers mee op je zoektocht) en ook vrij eenvoudige gebouwen zijn in potentie geschikt voor deze soort (schuren, bijgebouwtjes dus niet ongeschikt verklaren).
Wil je meer lezen over deze vleermuissoort, kijk dan op de website van de Zoogdiervereniging.
Tekst: Roel de Greeff (TAUW), Suzanne Halters (Buijs Eco Consult) & Erik Broer (Zoogdiervereniging)
Foto’s: T. Bakker (Buijs Eco Consult), Wesley Overman
Kaart: NDFF