Dwergspitsmuis
De dwergspitsmuis (Sorex minutus) is een vrij algemene soort die in bijna heel Nederland voorkomt. Hij heeft een zandbruine tot donkerbruine vacht op de rug en flanken en een grauwwitte vacht op de buik. Verwarring met andere spitsmuizen kan gemakkelijk optreden.
Afmetingen
lengte kop-romp: 40-64 mm.
lengte staart: 33-47 mm.
gewicht: 2,5-5,5 gr.
De dwergspitsmuis is qua grootte te vergelijken met een walnoot.
Uiterlijk
De dwergspitsmuis heeft een zandbruine tot donkerbruine vacht op de rug en flanken en een grauwwitte vacht op de buik. Er is een duidelijke demarcatielijn tussen beide kleuren, die vrij laag over de flank loopt. De staart is eenkleurig behaard en lang: 70-80% van de lichaamslengte. Aan de staartbasis is de staart duidelijk ingesnoerd. Jonge dieren hebben een kwastje aan het einde van de staart, maar dat slijt langzaam af en verdwijnt geheel bij oudere dieren. De echt oude dieren (twee jaar) kunnen zelfs een geheel kale staart hebben.
De dwergspitsmuis heeft een ronde kop en een korte smalle snuit met lange lichte snorharen en een donkere neusspiegel. Hij heeft scherpe tanden met een rode rand. De rode rand slijt echter af en is soms geheel verdwenen. De oren zijn grotendeels in de vacht verborgen en hij heeft kleine donkere ogen. Aan zowel de voorvoet als de achtervoet heeft de dwergspitsmuis vijf tenen, met donkere scherpe nagels.
Sporen
Spitsmuizen laten weinig makkelijk waarneembare sporen achter.
Gelijkende soorten
De dwergspitsmuis is zonder ervaring met alle soorten spitsmuizen te verwarren. Qua kleur kan de dwergspitsmuis aan een huisspitsmuis doen denken. De oren van de huisspitsmuis steken echter duidelijk uit de vacht en de staart heeft verspreide lange zilverwitte afstaande haren. De haren aan de staart zijn soms lastig zichtbaar, vooral als de staart vochtig is.
De grootste valkuil zijn echter de gewone bosspitsmuis en tweekleurige bosspitsmuis die beiden qua kleur erg variabel zijn. Ook qua vorm en grootte komen ze het meest in de buurt van de dwergspitsmuis. De hele set van kenmerken moet bekeken worden om deze soorten van elkaar te onderscheiden. Let vooral op de hoogte van de demarcatielijn, kleur van rug en buik, lengte van de staart ten opzichte van de lichaamslengte, insnoering aan de staartbasis en het formaat van het dier.
Determinatie
Voor de in Nederland voorkomende muizen (ware muizen, woelmuizen en spitsmuizen) heeft de Zoogdiervereniging in samenwerking met Naturalis de soortzoekers gemaakt om mensen te helpen bij de determinatie van deze lastige groep zoogdieren. Selecteer links in beeld de waargenomen kenmerken, waarna enkel nog de soorten worden getoond die hieraan voldoen.
Er zijn voor muizen drie soortzoekers gemaakt:
Habitat
De dwergspitsmuis komt in allerlei soorten biotopen voor, als er maar een bodembedekkende vegetatie aanwezig is en de bodem vochtig en koel is. Vaak is de vegetatie ook hoog en dicht. Hieronder vallen graslanden, varenbossen, heggen en struwelen, maar ook akkers, bermen, heidegebieden, duinen, rietvelden, parken en tuinen. Ook in gebieden met een drassige of losse zandige bodem komt hij voor. In uitgestrekte bossen en poldergebieden ontbreekt hij. De hoogste dichtheden haalt de soort in moerassige gebieden.
Leefwijze
De dwergspitsmuis is zowel overdag als ’s nachts actief, maar de activiteitspiek ligt overdag. Hij is dan continu op zoek naar voedsel en doorzoekt hiervoor zijn territorium. Hierbij wisselt hij actieve periodes af met korte rustpauzes. Die pauzes zijn vaak maar enkele minuten lang. In de winter leeft de dwergspitsmuis meer bovengronds. In gebieden waar ook bosspitsmuizen vookomen, stemt de dwergspitsmuis zijn periodes van activiteit en rust af op die van de bosspitsmuis. Hij leeft solitair en is agressief tegen soortgenoten.
Voedsel
De dwergspitsmuis eet voornamelijk dierlijk voedsel. Hij vangt zijn prooi tussen de bladerlaag, in de begroeiing of in ondiepe gangen. Zijn prooien bestaan uit kevers, spinnen, pissebedden, insecten en larven. Per dag eet hij anderhalf tot tweemaal zijn eigen gewicht aan voedsel. Vanwege zijn snelle stofwisseling en het ontbreken van vetreserves kan hij slechts drie uur zonder voedsel.
Territorium
Het territorium van de dwergspitsmuis is, afhankelijk van de kwaliteit van het leefgebied en het seizoen meestal 200-1500 m2 groot, maar soms zelfs 2000 m2. Omdat hij in de winter grotendeels bovengronds leeft, waar dan minder voedsel te vinden is, heeft hij dan een groter territorium dan in de zomer. De dwergspitsmuis is erg territoriaal.
Verblijfplaats
Dwergspitsmuizen graven zelf geen gangen, maar gebruiken die van andere kleine zoogdieren. Het nest van een dwergspitsmuis is een bal van gras die zich meestal bovengronds bevindt.
Voortplanting
De voortplantingsperiode van de dwergspitsmuis loopt van april tot oktober. Na een draagtijd van ongeveer 22 dagen worden 2-7 jongen geboren. Ze wegen dan ¼ gram en zijn kaal. Na 22 dagen worden de jongen niet meer gezoogd. Per jaar krijgt een vrouwtje 3-4 worpen.
Leeftijd
Dwergspitsmuizen die het ene jaar geboren worden, nemen enkel het daarop volgende jaar deel aan de voortplanting en sterven daarna. Ze worden 13 tot 16 maanden oud.
Braakballen
Prooiresten worden gevonden in braakbalen van (kerk)uilen. Veruit het grootste deel van de verspreidingsgegevens van de dwergspitsmuis in Nederland komt van braakballen.
Vangen
Bij onderzoek naar kleine grondgebonden zoogdieren met life-traps worden ook dwergspitsmuizen gevangen. De soort laat zich vrij gemakkelijk vangen in een life-trap. Het vangen van een dwergspitsmuis is overigens niet zomaar toegestaan, hier is een ontheffing voor nodig.
Waarnemingen doorgeven
Wereldwijd
Het volledige verspreidingsgebied van de dwergspitsmuis is op de website van IUCN Red List te vinden.
Europa
Het verspreidingsgebied in Europa is uitgebreid. Hij komt vrijwel overal voor, met uitzondering van het zuiden van het Iberisch Schiereiland en de kustgebieden van de Middellandse Zee. In Nederland komt de dwergspitsmuis vrijwel overal voor en op sommige plaatsen is hij zelfs vrij algemeen.
Nederland
Rode Lijst NL (2020): thans niet bedreigd
Rode Lijst NL (2009): thans niet bedreigd
Rode Lijst NL (1994): thans niet bedreigd
Wnb: nationaal beschermd (art. 3.10)
Habitatrichtlijn (1992): niet vermeld
Conventie van Bern (1982): appendix III
- Nederlands Soortenregister
- Wetgeving en beleid
- IUCN Red List
Klasse: Mammalia (Zoogdieren)
Orde: Insectivora (Insecteneters)
Familie: Soricidae (Spitsmuizen)
Geslacht: Sorex
Soort: Sorex minutus
-
2015 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Lutra 58(2)_van Boekel_2015_lr
-
2015 Telganger
Telganger / 2015-2 / oktober (pdf)
-
2010 Rapportages onderzoek (pdf)
2010.36 Knaagdiermonitoring in Nederland
-
2008 Rapportages onderzoek (pdf)
2008.57 Onderzoek naar het voorkomen van de noordse woelmuis in Polder de Gagel en de Molenpolder
-
2008 Rapportages onderzoek (pdf)
2008.35 Het belang van de Nieuwe Stadse Zeedijk bij Stad aan ’t Haringvliet voor de noordse woelmuis
-
2007 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 18 / nr. 1 / maart 2007
-
2007 Rapportages onderzoek (pdf)
2007.54 Onderzoek naar het voorkomen van de noordse woelmuis in de Jan Durkspolder, Wolwarren, Wolwarren,
-
2007 Rapportages onderzoek (pdf)
2007.34 Zoogdieronderzoek Kanaalzonde Zeeuws-Vlaanderen
-
2003 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 14 / nr. 2 / juni 2003
-
1999 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 10 / nr. 3 / november 1999
-
1999 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 10 / nr. 1 / mei 1999