World Wildlife Day: Hoe gaat het met de wilde zoogdieren in Nederland?

Vandaag is het World Wildlife Day. Een goed moment om stil te staan bij de vraag hoe het gaat met de wilde zoogdieren in Nederland. Graadmeters om na te gaan hoe het met de soorten gaat zijn: Rode Lijst, gecombineerde indexen (zoals de Living Planet Index) en de Staat van Instandhouding. Met de zeehond, bruinvis otter en bever gaat het relatief goed, in tegenstelling tot veel boerenlandzoogdieren.

Goed nieuws voor de zeehond, bruinvis, otter en bever

Vorig jaar vierden we met het Jaar van de Otter dat het goed gaat met de otter. “Eigenlijk is het heel bijzonder dat we dit feestje kunnen vieren, want in 2006 had de otter nog de Rode Lijst-status van ‘verdwenen uit Nederland’”, vertelt Ellen van Norren. ”Dankzij grootschalige verbetering van leefgebied, waterkwaliteit en een geslaagde herintroductie is de soort nu weer terug in Nederland. De otter is een voorbeeld voor onze buurlanden, want de terugkeer laat zien dat het mogelijk is om zelfs in een dichtbevolkt land een bloeiende otterpopulatie terug te krijgen. Wel wordt nog jaarlijks een kwart van de populatie doodgereden en moet de otter nog delen van Nederland ontdekken." Ook met de bruinvis, gewone zeehond en grijze zeehond gaat het goed. Sinds 2020 staan zij niet meer op de Rode lijst.  

Otters in De Wieden
Otters in De Wieden

Alarmerend nieuws voor wijdverspreide soorten

Zeer alarmerend is dat ‘wijdverspreide’ soorten achteruitgaan. Dit zijn soorten die je overal in Nederland regelmatig tegen kon komen. Konijn en haas zijn sinds 1950 met maar liefst zestig tot zeventig procent in aantal achteruitgegaan. Een dergelijke achteruitgang zien we ook bij sommige wijdverspreide vleermuissoorten. Zo neemt de zomerpopulatie van de meervleermuis sinds 1994 elk jaar met 1,7 procent af. Sinds het begin van de meetperiode is de soort dus met veertig procent afgenomen. De afname van de laatvlieger is in absoluut aantal onbekend, maar de trend van de activiteit geeft sinds 2015 elk jaar een afname van vijf procent aan.

Dit onderstreept de noodzaak om te streven naar een goede Basiskwaliteit Natuur: algemene soorten moeten algemeen blijven door de omstandigheden voor die soorten in stedelijk en agrarisch gebied weer op orde te krijgen.

Boerenlandzoogdieren gaan achteruit

Wat opvalt is dat soorten waarmee het in vergelijking met de vorige Rode Lijst slechter gaat vooral zoogdieren zijn die gebonden zijn aan boerenland. Maar liefst elf van de zestien soorten op de Rode Lijst zijn gebonden aan het agrarisch gebied. Het gaat hier om bijvoorbeeld de haas, laatvlieger, hermelijn en bunzing. De meest bedreigde soorten, eikelmuis, hamster en hazelmuis, weten dankzij beschermingsmaatregelen nog net te overleven tussen de monotone akkers. Voor herstel van deze soorten zijn meer inspanningen nodig. Een transitie in het agrarisch gebied is noodzakelijk.

Jaar van de Eikelmuis

Om de bekendheid van de eikelmuis te vergroten en te voorkomen dat het dier echt uit Nederland verdwijnt, is 2022 uitgeroepen tot het jaar van de Eikelmuis. Help je mee? Kijk voor meer informatie op zoogdiervereniging.nl/jaarvandeeikelmuis.

Meer weten?

Wil je meer weten over de Rode Lijst, het rapport nalezen en een compleet overzicht van de dieren die erop staan? Kijk dan op zoogdiervereniging.nl/rodelijst.
Wil je meer weten over de Staat van Instandhouding? Kijk dan hier.

Wat is een Rode Lijst?
De Rode Lijst is een publicatie van de rijksoverheid waarin gesignaleerd wordt hoe het gaat met planten en dieren: welke soorten zijn bedreigd (of zelfs verdwenen) en welke niet. De Zoogdiervereniging heeft het basisrapport voor de Rode Lijst Zoogdieren (pdf; 10,1 MB) geactualiseerd. Rode Lijsten worden elke tien jaar door het Rijk geactualiseerd en vastgesteld. Voor het maken van de Rode Lijst wordt zowel gekeken naar de zeldzaamheid nu, als naar de trend in aantal en verspreiding sinds 1950.

Wat is het verschil tussen de Rode Lijst en Staat van Instandhouding?
De Rode Lijst geeft een maat voor de kans op uitsterven (distance to extinction) en Staat van Instandhouding (SvI) geeft een maat voor hoe een soort zich ontwikkelt naar een duurzame populatie toe (distance to target). Die twee benaderingen leveren dus verschillende beelden op, die allebei van belang zijn om te bepalen hoe het met een soort gaat en welke soorten (extra) bescherming behoeven.