Richtlijnen voor integrale vleermuisvoorzieningen in civiele constructies
De gemeente Amsterdam heeft de komende decennia een grote opgave wat betreft civiele constructies. Het gaat om onderhoud en vervanging, maar tevens om de realisatie van nieuwe bruggen, kademuren, sluizen, tunnels, parkeergarages etc., onder andere in de binnenstad en op de nieuwe eilanden van IJburg. Omdat natuurinclusief bouwen een belangrijk uitgangspunt is voor de gemeente, wil zij waar mogelijk het aanbrengen van voorzieningen voor vleermuizen meenemen in het geplande onderhoud en realisatie. In het najaar van 2020 heeft de Zoogdiervereniging in een concrete casus (bruggen tussen Haveneiland-Oost en Centrumeiland en tussen Centrumeiland en Strandeiland) meegedacht over het ontwerp van vleermuisvoorzieningen in de landhoofden van de bruggen. Hierbij is met de architect, tekenaar, ecoloog, uitvoerder en de werkvoorbereiders die het RAW-bestek opstellen, gekeken hoe een voorziening voor vleermuizen er in de landhoofden uit zou moeten zien. De resultaten hiervan zijn opgenomen in de tekeningen en bestekposten. Naar aanleiding van bovenstaande casus heeft het Ingenieursbureau van de gemeente Amsterdam aangegeven behoefte te hebben aan een algemeen overzicht van de aspecten waarmee rekening gehouden moet worden als het gaat om vleermuisvoorzieningen in civiele constructies. In deze notitie worden na een algemeen stuk over vleermuizen en verblijfplaatsen in een aantal paragrafen de belangrijkste aspecten besproken waarmee rekening gehouden moet worden bij het construeren van vleermuisverblijfplaatsen