Overwinterende vleermuizen op de forten Lunetten I, II, III en IV Beheer, aantalsontwikkeling en inschatting van het belang
De grondgedekte gebouwen op de forten Lunetten I, II, III en IV zijn een overwinteringsgebied voor 24-35 vleermuizen. Aanwezigheid van overwinterende vleermuizen is hier al bekend vanaf de winter van 1967/1968. De gebouwen zijn een onderdeel van de overwinteringshotspot Utrecht-Zeist-Bunnik. Zowel de soortensamenstelling als de onderlinge verhoudingen komen sterk overeen met de forten Rijnauwen en Vechten. Het overwinteringsgebied Stad Utrecht Zuidoost ligt landschappelijk gescheiden van deze forten met veel overwinterende vleermuizen, door de barrières A27 en A12. Het belang van de objecten is bepaald in relatie tot de omgeving en drukfactoren die daaruit voortkomen. Ondanks enkele ernstige verstoringen in de winter van de belangrijkste objecten (in Stad Utrecht Zuidoost) en het regelmatig gedwongen moeten verhuizen bij herontwikkelingen ontwikkelen twee soorten zich duidelijk positief. Dit zijn franjestaart en de gewone grootoorvleermuis. Eén soort, de gewone baardvleermuis, nam vanaf 2004 tot 2010 toe maar blijft nu op een laag aantal. Mogelijk is het ontbreken van de juiste compensatie een reden voor het niet (meer) toenemen. Eén soort, de watervleermuis, nam sterk af. Deze negatieve ontwikkeling komt deels door de verstoring in twee objecten maar is eigenlijk een continuering van het wegvallen van geschikte overwinteringsplekken in een ruimere omgeving (zo ook het zuidoostelijke deel van het stadscentrum). Individuen van zowel de watervleermuis als de gewone baardvleermuis blijven verschillende gebouwen uitproberen, maar lijken nergens jaren achtereen te blijven. De ontwikkeling van de aantallen per soort in Stad Utrecht Zuidoost wijkt af van de trends in de provincie. De afwijkingen zijn per soort verschillend, voor sommige positief en voor sommige negatief. De totalen aan overwinterende vleermuizen in Stad Utrecht Zuidoost zijn gering ten opzichte van het totaal aantal dieren dat in de provincie Utrecht overwintert. Het aantal gebouwen dat door de verschillende soorten als overwinteringsplek gebruikt wordt is een matig groot deel van het totaal aan bekende overwinteringsplekken in de provincie Utrecht. Dit zijn nagenoeg allemaal gebouwen op de forten Lunetten I-IV. De gebouwen op de forten Lunetten I, II, III en IV zijn een belangrijke buffer voor de toenemende (menselijke) druk op de forten Vechten en Rijnauwen.