Nader onderzoek Spinozagebouw Radboud Universiteit, Nijmegen
Het vastgoedbedrijf van de Radboud Universiteit (verder UVB) herontwikkelt een deel van het terrein van de universiteit. Dit betreft met name de ‘zuidflank’. Hier zijn, op het voormalige terrein van de Faculteit der Sociale Wetenschappen, gebouwen gesloopt en wordt nieuwbouw opgetrokken. In 2011-2012 is op deze plek onderzoek uitgevoerd met betrekking tot beschermde natuurwaarden (Molenaar, T.P., 2013). Daaruit bleek dat negatieve effecten op vleermuizen niet konden worden uitgesloten. Naar het voorkomen van vleermuizen, huismussen en gierzwaluwen is nader onderzoek verricht in 2011, 2012, 2015 en 2016 (Molenaar, T.P., 2013; Molenaar, T.P., 2015 en Hommersen et al., 2016). Uit de resultaten van deze onderzoeken blijkt dat er zomer- en paarverblijfplaatsen van gewone dwergvleermuis op de zuidflank aanwezig zijn en dat het gebied fungeert als essentieel foerageergebied van laatvlieger (Hommersen et al., 2016). Voor het verkrijgen van de ontheffing op de Wet natuurbescherming voor de zuidflank zijn diverse mitigerende en compenserende maatregelen voorgesteld om negatieve effecten op aanwezige vleermuizen te vermijden, te verminderen en te compenseren. Deze maatregelen en enkele aanvullende maatregelen zijn opgenomen als voorwaarden in de ontheffingsaanvraag 5190018380380 (kenmerk FF/75c/2016/0465).
De herontwikkeling kan mogelijk leiden tot negatieve effecten op soorten die beschermd zijn onder de Wet natuurbescherming. Door te inventariseren welke beschermde soorten voorkomen in de directe omgeving van- en welke functies het Spinozagebouw voor deze soorten vervult, kan worden bepaald of de ontwikkeling een negatief effect op deze soorten heeft. Ook kan worden bepaald of mitigerende maatregelen noodzakelijk zijn en er sprake is van een overtreding op de Wet natuurbescherming wanneer geen maatregelen zouden worden genomen.