Vleermuizen op fort Honswijk Mitigatie, compensatie en beheer van vleermuizen op fort Honswijk in relatie tot ontwikkeling en gebruik van het fort
De gemeente Houten is bezig met een herontwikkelingstraject voor Fort Honswijk. Uitgangspunt daarbij is een budget neutrale exploitatie, zonder blijvende inzet van gemeentelijke financiële middelen. Behoud van de cultuurhistorische waarden, en expliciet de ecologische waarden en functie(s) van het fort als geheel voor vleermuizen worden daarbij als belangrijke randvoorwaarden gezien. Hierbij kunnen ecologische functies van bv. een gebouw, of deel van een gebouw, worden ‘verplaatst’ naar een ander gebouw, of deel van een gebouw, voor zover dit ecologisch mogelijk is zonder verlies van ecologische waarde. Daarbij gaat het om het ‘verplaatsen’ van de (ecologische) kwaliteiten van een gebouw, welke maken dat de vleermuizen er voor kiezen het gebouw op die specifieke plek en voor de specifieke functie te gebruiken. Het gaat dan om het optimaliseren van gebouwen of gebouwdelen voor vleermuizen. Gezien het grote belang van de toren, qua aantallen dieren en functies, is behoud van de aanwezige vleermuispopulatie en functies in de bomvrije geschutstoren en de directe omgeving (interne ruimte en gevels van de toren en de zwermzone) leidend. In de toren ligt het belang primair bij de vleermuizen. De toren wordt dan ook, conform Bankert et al. (2012), buiten de intensieve ontwikkeling gelaten. Uiteindelijk is echter extensief gebruik (bv. excursies) van het torenfort wel aan de orde, maar met beperkingen in ruimte en tijd om effecten adequaat te mitigeren. In de andere gebouwen en terreindelen ligt het belang primair bij menselijk gebruik. Dit gebruik wordt echter, voor zover dit redelijkerwijs mogelijk is (zorgplicht), zo verzorgd dat effecten op vleermuizen zoveel mogelijk worden voorkomen. Het menselijk gebruik van die andere gebouwen en terreindelen mag daarnaast de totale populatie op het fort niet negatief beïnvloeden. Daarnaast is het mogelijk om gebouwen of delen van een gebouw welke nu nog geen functie voor vleermuizen vervullen, en waar geen menselijk gebruik gewenst is dan wel verwacht wordt, toegankelijk te maken en te optimaliseren voor vleermuizen. Deze rapportage is een detaillering en update t.o.v. de globale verkenning in Limpens (2019a)