2014.52 veldmuisonderzoek Schiphol 2014
De graspercelen van Schiphol Airport blijken een prima biotoop te vormen voor
veldmuizen. De aanwezigheid van deze veldmuizen trekt predatoren als buizerds,
blauwe reigers en torenvalken, die op hun beurt een gevaar kunnen vormen voor
het vliegverkeer. Medewerkers van Schiphol Airport proberen dan ook de
veldmuisstand op hun terreinen op een aanvaardbaar minimum te handhaven.
De veldmuisstand is van 2005 tot en met 2008 gemonitord door het KAD
(Kenniscentrum Dierplagen). Er werd gemonitord middels de zogenaamde
‘Heropende Gaatjes-methode’ (hierna HG-methode genoemd), waarbij binnen
een bepaald oppervlak alle veldmuisgaatjes worden dichtgestopt en een dag later
wordt gecontroleerd welk percentage weer geopend is (maat voor activiteit en
dus voor aantallen aanwezig). Daarnaast werd van een aantal vakken de
activiteit van veldmuizen bepaald, aan de hand van sporen van deze veldmuizen.
Op verzoek van Schiphol Airport is deze monitoring in 2009 door de
Zoogdiervereniging overgenomen van het KAD, waarbij er volgens dezelfde opzet
gewerkt wordt.