2014.01 veldmuisonderzoek Schiphol 2013
De graspercelen van Schiphol Airport blijken een prima biotoop te vormen voor veldmuizen. De
aanwezigheid van deze veldmuizen trekt predatoren als buizerds, blauwe reigers en
torenvalken, die op hun beurt een gevaar kunnen vormen voor het vliegverkeer. Medewerkers
van Schiphol Airport proberen dan ook de veldmuisstand op hun terreinen op een
aanvaardbaar minimum te handhaven.
De veldmuisstand is van 2005 tot en met 2008 gemonitord door het KAD (Kenniscentrum
Dierplagen). Er werd gemonitord middels de zogenaamde ‘Heropende Gaatjes-methode’
(hierna HG-methode genoemd), waarbij binnen een bepaald oppervlak alle veldmuisgaatjes
worden dichtgestopt en een dag later wordt gecontroleerd welk percentage weer geopend is
(maat voor activiteit en dus voor aantallen aanwezig). Daarnaast wordt van een aantal vakken
de activiteit van veldmuizen bepaald, aan de hand van sporen van deze veldmuizen.
Op verzoek van Schiphol Airport is deze monitoring in 2009 door de Zoogdiervereniging
overgenomen van het KAD. De monitoring vindt plaats volgens de opzet van het KAD, door
dezelfde vakken te controleren.