Zorgen en teleurstelling om invoer eDNA als onderzoeksmethode voor vleermuizen

Een gewone dwergvleermuis in een open voeg.
Een gewone dwergvleermuis in de open voeg van een muur.

Onderzoeksmethode in een snelkookpan

De overheid heeft een wijziging in de omgevingsregeling doorgevoerd die eDNA als opsporingsmethode erkent als maatregel ter invulling van de specifieke zorgplicht bij de na-isolatie van de spouwmuur van grondgebonden woningen. Hoewel de overheid aangeeft dat er haast is om de doelen van de energietransitie te halen is de regeling doorgevoerd zonder rekening te houden met veel belangrijke punten. Het lijkt alsof de regeling is doorgevoerd om de energietransitie te faciliteren zonder voldoende rekening te houden met natuurbescherming. De Zoogdiervereniging erkent de urgentie van de energietransitie maar maakt zich zorgen over de doorgevoerde omgevingsregeling.

Zorgen en onduidelijkheden

In 2024 zijn er verschillende initiatieven (pilot studies) geweest waarbij eDNA als opsporingsmethode is onderzocht. Hoewel de onderzoeken een aantal hoopvolle antwoorden geven zijn er nog veel vragen. De eDNA methode is nog niet voldoende getest om jaarrond te kunnen worden gebruikt. Ook is nog niet duidelijk of alle gebouwbewonende vleermuissoorten kunnen worden opgespoord met deze methode. Daarnaast is een goed verloop van het proces rondom onderzoek niet geborgd. Zo is de uitvoer van de monstername en beoordeling van de uitslag niet onafhankelijk. De regeling schrijft dat er bij het vinden van een vleermuisverblijf middels eDNA een methode mag worden gehanteerd waarbij de vleermuizen worden verjaagd en de verblijfplaats wordt vernield. Door de opzet, onduidelijkheid over de effectiviteit en onvolledigheid van de regeling is er een risico op overtreding van de wet en het verlies van veel (belangrijke!) vleermuisverblijfplaatsen.

Reactie op wijzigingsvoorstel niet overgenomen

In Nederland, waar een democratisch proces een belangrijk gegeven is, heeft de overheid het aanwijzen van deze methode om te voldoen aan de zorgplicht ingediend ter consultatie. In de periode van 16 december 2024 tot en met 17 januari 2025 kon iedereen reageren met een zienswijze. Dit heeft de Zoogdiervereniging ook gedaan, naast vele andere organisaties met kennis over de ecologie van vleermuizen, wetgeving en natuurbescherming. Denk daarbij aan de provincies, RVO, het Netwerk Groene Bureaus, Vleermuisvakberaad, SEVON en vele anderen. De internetconsultatie en diverse gesprekken hebben tot onze verbazing en teleurstelling niet geleid tot een veranderd inzicht en de voorstellen tot verbetering zijn nagenoeg niet overgenomen.

Risico voor vleermuis en energietransitie

In de zienswijze die de Zoogdiervereniging heeft geplaatst zijn ook grote zorgen geuit voor de gevolgen van het inzetten van deze methode in de voorgestelde (en nu dus ongewijzigde) vorm. Als we het hebben over gevolgen gaat dat in eerste plaats over de vleermuissoorten maar ook de juridische kwetsbaarheid. De wijziging in de Omgevingsregeling vormt zo niet alleen een groot risico voor de bescherming van vleermuizen maar ook voor het slagen van de energietransitie.