Zoogdiervereniging reageert op gedragscode Natuurinclusief renoveren
De Zoogdiervereniging onderstreept het belang van verduurzaming van het woningbestand. Daarnaast constateren wij dat de, door het ministerie van EZ in beginsel goedgekeurde gedragscode, niet zorgvuldig en volledig genoeg is om negatieve effecten op de staat van instandhouding van gebouwbewonende zoogdiersoorten uit te sluiten. De vereniging heeft hiertoe een pro forma zienswijze ingediend.
Staatssecretaris Van Dam van het ministerie van Economische Zaken heeft net voor de vakantieperiode de ‘Gedragscode natuurinclusief renoveren’ in beginsel goedgekeurd. De gedragscode is ontwikkeld om bij het isoleren van gebouwen negatieve effecten op beschermde soorten te voorkomen.
Afgelopen maandag heeft de Zoogdiervereniging een pro forma zienswijze ingediend op dit ontwerp goedkeuringsbesluit. We beperken ons in deze pro forma zienswijze tot het benoemen van de belangrijke onderwerpen. Ook noemen we hierin de meest noodzakelijke verbeterpunten. Dit betreft de reikwijdte en de striktheid van de gedragscode, de omgevingscheck, de opgenomen mitigerende en compenserende maatregelen en de monitoring en evaluatie en borging die nu voorgesteld worden.
Door het indienen van een pro forma zienswijze komt er meer tijd beschikbaar om de definitieve zienswijze nader te onderbouwen. Gezien de, in potentie, enorme impact op gebouwbewonende zoogdieren van een op een industrieel proces gebaseerde renovatie, is het van groot belang om de tekortkomingen in de gedragscode zoveel mogelijk, liefst helemaal teniet te doen. De Zoogdiervereniging vindt daarom dat uiterst zorgvuldig moet worden gehandeld en dat een gedragscode daarom ook goed en volledig moet worden vormgegeven.
De Zoogdiervereniging onderstreept het belang van de verduurzaming van woningen; het tegengaan van de klimaatverandering is goed voor de mens en voor (zoog-)dieren. Daarnaast ondersteunt de Zoogdiervereniging de gedachte dat door overcompensatie en standaard natuurinclusief renoveren de situatie voor de gebouwbewonende soorten uiteindelijk beter wordt of gelijk blijft. Dat daarvoor een afwijkende werkmethode noodzakelijk wordt dan voorheen is toegepast vinden wij logisch. Wij onderschrijven dat het doeltreffend kan zijn om meer nadruk te leggen op het treffen van voorzieningen i.p.v. uitputtend onderzoek naar voorkomen van soorten en functies waarvoor effectief bewezen mitigatie- en compensatiemaatregelen bekend zijn. Echter, bestaande kennislacunes ten aanzien van de ecologie van soorten en maatregelen zijn voor de Zoogdiervereniging ook een vaststaand feit. Alleen het wegnemen van deze kennislacunes maakt het mogelijk om de ontwikkeling van de (openbare) ruimte in Nederland eenvoudiger en kosteneffectiever mogelijk te maken zonder negatieve effecten op soorten. De Gedragscode natuurinclusief renoveren biedt hiervoor –mits expliciet opgenomen- ook kansen.
We constateren dat de Gedragscode op een aantal punten niet zorgvuldig en volledig genoeg is om te spreken van ‘zorgvuldig handelen’ en om effecten op de staat van instandhouding van gebouwbewonende zoogdiersoorten te voorkomen. Daarmee wordt niet voldaan de eisen zoals gesteld in de Wet Natuurbescherming en kan de Gedragscode in haar huidige vorm niet worden goedgekeurd.
De definitieve zienswijze van de Zoogdiervereniging is hier te downloaden (pdf).