Jonge wolven zien, droom of nachtmerrie?
Veel mensen die vaak buiten komen, hopen stiekem een keer een héél bijzonder dier te zien. En naarmate dat moeilijker is, de soort schuwer of zeldzamer, hoe groter de voldoening als het lukt. Naderhand groeit die voldoening, worden de verhalen mooier en straalt de ontmoeting op jou af, wanneer je dat aan anderen kunt vertellen. Helemaal wanneer het een wolf betreft.
Wij, de waarnemers
De eerste vraag die je vervolgens krijgt is: “Waar was dit?” Daar zit de implicatie achter dat een bijzondere waarneming zich wel zal laten herhalen, op die plek. Tot zover het genoegen van de waarnemer. Maar wij waarnemers mogen ook wel eens stilstaan bij diegenen die gezien worden. Nu doet kijken geen pijn, maar het kan wel gevolgen hebben. Bijvoorbeeld als de volgende dag honderd mensen op dezelfde plek op de uitkijk staan. Dan wordt zo’n plek door alle onrust al snel een ‘no-gozone’. Vogels zijn gelukkig in staat om weg te vliegen en volwassen zoogdieren hebben geleerd een verstandige afstand tot mensen te houden. Voor jonge zoogdieren is de wereld echter nog niet zo duidelijk. De meeste mensen zullen inmiddels wel gehoord hebben dat solitaire jonge haasjes, reekalfjes of zeehonden pups echt niet in de steek zijn gelaten. Hun moeder heeft ze op een veilige plek achtergelaten om zelf te kunnen eten en komt later gewoon terug. Als mensen toch per ongeluk op een jong dier stuiten is snel even kijken en daarna rechtsomkeert maken de beste garantie dat het goedkomt.
Ondernemende kleuters
In de natuur heb je echter ook meer ondernemende zoogdieren, waarvan de jongen zelfstandig uitstapjes maken om de wereld te verkennen. Dit komt met name voor bij roofdieren als de vos, verschillende martersoorten en de wolf. Dit gedrag is belangrijk omdat je als jong roofdier veel meer moet leren dan een haas of ree. Jouw voedsel wacht immers niet op je en zal proberen te vluchten. Om ooit een goede jager te worden moet je als roofdier terreinkennis opdoen en de andere dieren in je omgeving leren kennen. Je moet gevaren herkennen en leren hoe je een prooi vangt. Die eerste uitstapjes ondernemen jonge roofdieren overdag, wanneer het gevaar het kleinst is. Er zijn dan geen hoefdieren die je dood kunnen trappen en ook roofdieren zijn dan het minst actief. Voor hun voedsel zijn jonge roofdieren erg afhankelijk van hun ouders en ze leren door het gedrag van hun ouders te kopiëren. De reactie van een ouderdier op gebeurtenissen is op te vatten als een bevel om dat te volgen. Op die manier leren jonge roofdieren gevaren in te schatten, de wereld kennen en prooien vangen. Maar als de jonge dieren overdag gaan zwerven, slapen de oudere dieren vaak vanwege een nachtelijke jachtpartij en moeten de jonge roofdieren het zonder voorbeeld stellen.
Niet bang, wel voorzichtig
Nu zijn jonge roofdieren instinctief heel voorzichtig met alles wat onbekend is en daarom lopen ze doorgaans niet in zeven sloten tegelijk. Waar het soms misgaat is bij een ontmoeting met mensen. Mensen vinden jonge dieren altijd leuk en doen aardig om hun aandacht vast te houden, de ‘schattige’ pups wat langer te kunnen zien en dichterbij te krijgen voor de ‘ideale’ foto. Soms gaat dat zover dat mensen jonge roofdieren lokken met iets lekkers. Jonge roofdieren zijn dan wel klein, leuk en schattig, maar uiteindelijk worden ze groot. En vrijwel altijd gaan roofdieren die hun schuwheid voor mensen kwijt zijn problemen veroorzaken. Zeker wanneer voedsel een rol speelt en dieren niet krijgen wat ze verwachten. Bedenk daarbij dat een roofdier communiceert met zijn eigen uitrusting: klauwen en tanden. Een manier van communiceren die enkel verliezers kent in de vorm van gewonde mensen en uiteindelijk een geschoten dader.
Hoe dan wel?
Kom je toevallig een jong roofdier tegen (een jonge vos, marter of wolvenpup), kijk dan even goed en geniet! Maar vervolgens is het juist beter om datgene te doen wat tegen je gevoel ingaat. Het is namelijk het beste om dan ineens veel lawaai te maken door hard te gaan roepen en luide kreten te slaken. Maak je ook groot en versterk dit effect door wilde gebaren te maken. Kortom, bezorg ze de schrik van hun leven. Op deze manier zorg je ervoor dat je de enige mens bent en blijft die ze ooit gezien hebben. Zo leer je ze een belangrijke les: mensen zijn gevaarlijk en moeten vermeden worden. Je kan dit afschrikken zonder gevaar doen, want als hun ouders in de buurt waren hadden ze het voorbeeld van snel vertrekken als er mensen in de buurt zijn al lang gevolgd en waren de jonge roofdieren niet meer te zien geweest. Is deze actie dan niet ‘verstoren’ en verboden onder de Omgevingswet? Dat is nogal vergezocht. Het is geen actie die de Staat van Instandhouding negatief zal beïnvloeden en uiteindelijk zal het dier, en daarmee de soort, profiteren van deze ervaring. Wilde roofdieren moeten immers bang blijven voor mensen om een duurzaam samenleven mogelijk te maken.
Dit advies is misschien niet waar je aan denkt bij natuur- en soortbescherming, maar door roofdieren bang voor mensen te houden, blijven zij wild en worden toekomstige problemen voorkomen. Het spreekwoord luidt niet voor niets: jong geleerd is oud gedaan.
Tekst en foto’s: Dick Klees, Studio Wolverine