Hoogwatervluchtplaatsen belangrijk voor duurzaam samenleven met bevers
9 maart 2017
De laatste jaren is graafschade aan dijken door bevers in de Gelderse Poort tijdens hoogwater een aantal keer voorgekomen. De beverpopulatie in het rivierengebied is snel toegenomen en zal nog verder toenemen. Dat maakt het risico op het graven in dijken ook groter. Waterschap Rivierenland en Rijkswaterstaat Oost-Nederland vinden dit een risico voor de waterveiligheid. Zij hebben de Zoogdiervereniging gevraagd een risicoanalyse uit te voeren in de Gelderse Poort. Daarvoor zijn in een deel van de Gelderse Poort locaties in kaart gebracht die gevoelig zijn voor graafschade door bevers bij hoge rivierwaterstanden. Daarnaast is advies gegeven om de kans op het graven in dijken door bevers te verkleinen.
Bij hoogwater zoeken bevers hoge beschutte en ongestoorde plekken. De aanwezigheid van hoge delen in de uiterwaarden, die niet overstromen en geschikt zijn voor bevers, kan voorkomen dat bevers in de dijk gaan graven. Bevers zijn territoriaal en tolereren geen andere bevers in hun territorium. Dat heeft tot gevolg dat er per territorium een geschikte hoogwatervluchtplaats aanwezig moet zijn, anders bestaat de kans dat bevers een hol graven in een dijk.
Bever (foto: Richard Witte).
Rijkswaterstaat heeft ten behoeve van dit project een aantal modelanalyses uitgevoerd om een beeld te krijgen van de waterdiepten in de uiterwaarden bij verschillende waterhoeveelheden die via de Rijn ons land instromen. Daarmee ontstond een beeld van mogelijke hoogwatervluchtplaatsen in die uiterwaarden.
Ook is voor één uiterwaard (Bemmelse Waard) in december 2016 in het veld bekeken of de mogelijke hoogwatervluchtplaatsen, die uit de modelanalyse naar voren kwamen, daadwerkelijk geschikt (te maken) zijn voor bevers. In de Bemmelse Waard is tegelijkertijd een inventarisatie uitgevoerd naar territoriumgrenzen van bevers.
In de Bemmelse Waard werden zeven beverterritoria aangetroffen (ongeveer 25 dieren). Dat hoge aantal zorgt voor grotere risico’s op het graven in de dijk tijdens periodes met hoogwater. In de meeste territoria zijn wel hoogwatervluchtplaatsen voor bevers aangetroffen, maar meestal zijn ze niet hoog genoeg om tijdens echte hoogwaters (zoals in 1993 en 1995), functioneel te blijven. Het ophogen van dergelijke locaties zal de kans op graafschade aan de dijken verkleinen. Maar ook kunnen bestaande hoge terreinen, die of nauwelijks toegankelijk zijn voor bevers, geschikt worden gemaakt voor hoog water situaties, door toegang voor bevers mogelijk te maken en delen ervan ongestoord te maken.
Afhankelijk van de plaatselijke situatie zijn oplossingen mogelijk om de kans op het graven in dijken te minimaliseren. De Zoogdiervereniging vindt het van groot belang dat het potentiële risico op het graven in dijken door bevers tijdens hoogwaters op korte termijn op de agenda van de verantwoordelijke overheden wordt geplaatst. Verder zou het goed zijn als bij de planvoorbereiding van dijkverbeteringstrajecten er altijd vanuit gegaan wordt dat er bevers voorkomen of gaan voorkomen.
Ook zou het goed zijn als bij de planvoorbereiding van dijkverbeteringstrajecten er altijd vanuit gegaan wordt dat er bevers voorkomen of gaan voorkomen.
Tekst: Vilmar Dijkstra (Zoogdiervereniging)