Een brug voor vleermuizen op IJburg?
Voor vliegende dieren heb je natuurlijk geen brug nodig maar bruggen kunnen wel geschikte verblijfplaatsen bieden voor vleermuizen. Sommige bruggen hebben namelijk holle ruimtes in het steen of beton. Deze ruimtes zijn koel en hebben een stabiele temperatuur. Bij bruggen over water is de luchtvochtigheid daarnaast vaak hoog. Hierdoor zijn deze plekken bijzonder aantrekkelijk voor vleermuizen.
Als vleermuisonderzoeker kijk je dus graag ín een brug. De binnenkant is niet bij alle bruggen toegankelijk, maar als dat wel zo is, zie je soms iets bijzonders. Bij schemering kun je onder de brug vleermuizen zien zwermen – een aanwijzing voor een verblijf dat via een spleet of opening bereikbaar is. Bruggen worden door vleermuizen gebruikt als kraam-, paar- en winterverblijven. Het meest bekende voorbeeld daarvan staat in Austin, Texas, Amerika
Rekening houden met vleermuizen
Het is dus zinvol om bij nieuwe bruggen ruimte te maken voor vleermuizen en andere dieren. De gemeente Amsterdam heeft dit gedaan bij de Annemie Wolffbrug en de Lee Millerbrug op IJburg. Samen met architectenbureau Grimshaw en de Zoogdiervereniging zijn in 2020 specifieke voorzieningen voor vleermuizen ontworpen. De bouw startte in 2023 en de bruggen worden in 2025 en 2026 opgeleverd.
De ecologische voorzieningen mogen de technische en functionele eisen van de brug niet in de weg zitten. Ze moeten bijdragen aan de natuur en aansluiten bij het ontwerp. De ingangen naar de verblijfplaatsen zijn daarom slim geplaatst: functioneel voor de vleermuizen en visueel passend in het ontwerp.
Bij deze bruggen is meer gedaan dan alleen gebruik maken van bestaande ruimte. De verblijven zijn ontworpen om te voldoen aan de behoeften van de vleermuizen:
- meerdere ruimtes voor verschillende temperaturen;
- dikke stenen muren die warmte vasthouden;
- Ingangen die schuin van onderen toegankelijk zijn;
- ruwe wanden voor grip;
- taps toelopende ingangen voor soorten van verschillende grootte;
- houten bekisting die helpt bij het reguleren van vocht.
Ook zijn de zones rond de verblijven donker gehouden om verstoring te minimaliseren. Zo ontstaande geschikte omstandigheden, met zelfs mogelijkheden voor kraamverblijven op de warmere plekken dicht bij de buitenwand.
Of vleermuizen de verblijven echt gaan gebruiken, is afwachten. Vleermuizen zijn honkvast en kiezen hun verblijfplaatsen zorgvuldig. Toch weten we ook dat ze nieuwe kansen benutten. Deze bruggen vormen een voorbeeld van hoe functionele infrastructuur en natuurinclusief bouwen samen kunnen gaan. Zelfs als de verblijven niet meteen worden gebruikt, is het idee van een brug die óók voor dieren is ontworpen al waardevol. Hopelijk worden deze twee bruggen gevolgd door vele andere natuurinclusieve constructies.
Naar aanleiding van het natuurinclusieve bruggenproject op het Amsterdamse IJburg heeft de Zoogdiervereniging de ‘Richtlijnen voor integrale vleermuisvoorzieningen in civiele constructies’ opgesteld. Dit is een bundeling van de ervaring uit het bruggenproject en de specifieke kennis van de Zoogdiervereniging wat betreft vleermuisvoorzieningen in civiele constructies. Deze richtlijnen zijn vervolgens weer vertaald naar de Amsterdamse standaardeisen voor vleermuisvoorzieningen in natuurinclusieve bruggen in het gepubliceerde Handboek Natuurinclusieve bruggen en kademuren.
Richtlijnen: Richtlijnen voor integrale vleermuisvoorzieningen in civiele constructies - openresearch.amsterdam
Handboek: Handboek natuurinclusieve bruggen en kademuren - openresearch.amsterdam
Tekst: Herman Limpens en Erik Broer - Zoogdiervereniging, Maurice Backerra en Jorine Noordman - Gemeente Amsterdam
Foto's: Mickey Tromp