Bevers in recreatieplas
2 april 2011
In de Rijnstrangen komen ongeveer 32 bevers voor, zo blijkt uit tellingen van de Beverwerkgroep Nederland (onderdeel van de Zoogdiervereniging). Zij zijn nakomelingen van bevers die hier zijn uitgezet in de jaren ’90 van de vorige eeuw. Het gebied lijkt inmiddels redelijk vol te worden. Bevers leven in territoria, waardoor op een bepaald moment een gebied volledig ‘verdeeld’ kan zijn door de aanwezige families. Een familie bestaat doorgaans uit een paar met jongen van dit jaar en die van de voorgaande twee jaren. Het territorium beslaat een gebied van 100 meter tot wel drie kilometer langs waterlopen.
In de Biesbosch bleek in de jaren ’90 dat de bevers daar een gemiddelde territoriumgrootte van bijna 13 km oever hadden. Daarvan was gemiddeld bijna 5 km bebost. De Biesbosch kon tijdens die studie echter gezien worden als een minder optimale biotoop vanwege de geringe diversiteit in voedsel. Territoria van familieleden kunnen elkaar overlappen. Grenzen van het territorium worden met geursporen gemarkeerd met het zogenaamde ‘bevergeil’. Dit heeft een zeer bijzondere geur dat het best omschreven kan worden als een combinatie van schoensmeerolie en een ziekenhuisgeur. Deze geursporen worden afgezet op zelf opgekrabde heuveltjes van modder en/of rottende plantendelen. Deze heuveltjes hebben een onregelmatige vorm, zijn 10 tot 30 cm in doorsnee en 10 cm hoog en komen vooral voor daar waar de bever vaak in en uit het water gaat.
Waarschijnlijk zit er in de Breuly nu nog maar één bever. Er zijn in de directe omgeving verschillende bewoonde burchten bekend. Vermoedelijk is het dier in de Breuly een jong dat afkomstig is van een burcht dat vlakbij het nabijgelegen Berghoofdse Veer (weg Zevenaar-Pannerden) ligt. Het gebied is geschikt voor bevers, want er is genoeg voedsel aanwezig. De kans is dus groot dat deze bever hier blijft. Als er een bever van het andere geslacht (het is niet bekend of het aanwezige dier een mannetje of vrouwtje is) langskomt, kan zich dit ontwikkelen tot een volwaardige bevervestiging.
Maar vanuit de Breuly zijn er maar beperkte mogelijkheden om nieuwe leefgebieden te ontdekken. Alleen richting het westen is het echt geschikt voor bevers, maar daar zijn al veel beverterritoria. Voor de jonge bevers in de Liemers is het raadzaam om via de Rijn richting Arnhem en de IJssel te trekken. Daar liggen nog gebieden die geschikt zijn én onbewoond zijn door bevers.