Praktische handleiding uitvoering vleerMUS
VleerMUS is een monitoringmethodiek om goed beeld te krijgen van de populatietrend van een aantal vleermuissoorten waarvan de verblijfplaatsen binnen de bebouwde omgeving liggen. De methodiek richt zich op gewone dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis en laatvlieger; ook wel de doelsoorten genoemd. Ook andere soorten worden waargenomen, maar het waarnemen van deze andere soorten zijn niet het primaire doel. Met deze methodiek wordt de mate van aanwezigheid van de drie soorten ieder jaar op een gestandaardiseerde manier in beeld gebracht. Door de resultaten over de jaren heen te vergelijken ontstaat een trend. Een groeiende mate van aanwezigheid (stijgende trend) betekent dat de populatie ook groeit. De mate van aanwezigheid wordt op een speciale manier berekend uit de gestandaardiseerde activiteit metingen. Omdat vleermuisactiviteit sterk kan variëren zijn meerdere herhaalde tellingen per jaar nodig. De meetgegevens van vleermuisactiviteit worden verzameld door meerdere keren al fietsend vaste routes af te leggen waarbij de echolocatiegeluiden van vleermuizen worden opgenomen. Een automatische batdetector (de Batlogger) neemt dan zonder extra handelingen direct de geluiden van de vleermuizen op. De opgenomen geluiden worden achteraf gedetermineerd. Vervolgens worden de waarnemingen bewerkt om tot een graadmeter te komen voor de mate van aanwezigheid van de doelsoorten. Met de op deze wijze verzamelde gegevens (meerdere metingen over meerdere jaren) kunnen wij dan iets zeggen over de voor- of achteruitgang van soorten in jouw stad of dorp.