Vale vleermuis

De vale vleermuis (Myotis myotis) is één van de grootste vleermuizen van Nederland. Hij is zeldzaam en wordt vooral in Zuid-Limburg gevonden. Jagen doet de vale vleermuis op een speciale manier: vliegend boven de bosbodem luistert hij naar de ritselgeluiden van bodemdiertjes, waarna hij zich op zijn prooi stort.
Uiterlijke kenmerken
De vale vleermuis is een van de grootste Nederlandse vleermuizen. De vacht is dik en kort, de rugzijde geelbruin tot rossig bruin en de buikzijde witgrijs tot beige. Eris een duidelijke overgang tussen rug- en buikzijde. Jonge dieren zijn donkerder. De snuit is lang en breed, de oren zijn vrij lang en breed en hebben aan de buitenrand 7 of 8 dwarsplooien. De binnenrand van het oor is naar buiten gebogen. De tragus is aan de basis breed en reikt bijna tot de helft van het oor. Aan het uiteinde van de trragus bevindt zich vaak een zwarte vlek. De vleugels zijn breed en gebouwd voor een snelle, maar ook wensdbare vlucht. Het spoorbeen reikt tot de helft van de lengte van de staartvlieghuid.
Afmetingen
Lengte kop-romp: 67-84 mm
Gewicht: 28-40 g
Spanwijdte: 35-43 cm
Lengte onderarm: 55-67 mm
Gelijkende soorten
Te verwarren met de kleine vale vleermuis (Myotis oxygnathus / blythii) en de Fenicische vale vleermuis (M. punicus), die beide in Zuid-Europa voorkomen.
Leefwijze vleermuizen algemeen
Vleermuizen vormen een soortenrijke groep van actief vliegende zoogdieren, die in staat zijn hun voedsel te vangen in het nachtelijk luchtruim. Ze gebruiken hierbij echolocatie (sonar) om te navigeren en hun voedsel te lokaliseren. Alle in Nederland voorkomende soorten vleermuizen houden een winterslaap van oktober-november tot maart-mei. Tijdens de winterslaap worden de lichaamsfuncties (spijsvertering, hartslag) van de vleermuis tot een minimum teruggebracht en de lichaamstemperatuur sterk verlaagd, waardoor de vleermuis weinig energie verbruikt en kan overleven op de verbranding van lichaamsvet. In het voorjaar worden de jongen geboren en grootgebracht door groepen vrouwtjes in kraamkolonies. De mannetjes verblijven overdag alleen of in kleine groepjes in hun zomerverblijven. Rond zonsondergang verlaten vleermuizen hun verblijven om op insecten of andere geleedpotigen te gaan jagen. Vooral in de nazomer en herfst komen vleermuizen in groepen bij elkaar op bepaalde locaties om te zwermen. Aan dit intense, sociale gedrag, waarover nog steeds veel onduidelijkheid bestaat, worden vooral twee functies toegedicht. Ten eerste vindt paring plaats op en rond deze locaties, waarbij genetische uitwisseling plaatsvindt tussen dieren afkomstig van verschillende kolonies. Daarnaast lijkt het zwermen een functie te hebben bij de inspectie van en informatieoverdracht tussen adulte dieren, en mogelijk ook tussen adulte en jonge dieren, over geschikte winterverblijven. In het najaar, voorafgaand aan de winterslaap, vetten vleermuizen op, zodat zij voldoende vetvoorraad hebben om de winterslaapperiode door te komen. Vrouwelijke vleermuizen slaan het sperma op tot in het voorjaar, wanneer de daadwerkelijke bevruchting van de eicel plaatsvindt.
Habitat
De vale vleermuis soort komt voor in bosrijke landschappen. Hij jaagt in verschillende typen bossen en parken met weinig of geen ondergroei. Daarnaast boven korte vegetatie, zoals in graslanden.
Voedsel
Het voedsel betsaat grotendeel uit grote (> 1 cm) grondbewonende geleedpotigen, met name kevers, krekels en spinnen. Loopkevers zijn veelal de meest gevangen prooien. Daarnaast worden allerhande andere bodemdieren gegeten, afhankelijk van het lokale aanbod op dat moment.
Jachtgedrag
Vale vleermuizen verlaten 20-30 minuten na zonsondergang hun verblijfplaats en begeven zich via vaste vliegroutes naar de jachtgebieden. Deze liggen maximaal 8-10 km van de verblijfplaatsen, maar soms worden grotere afstanden afgelegd.
De vale vleermuis jaagt voornamelijk op 1-2 meter hoogte, met de kop en oren naar beneden gericht. Bodemdieren worden niet met echolocatie maar op gehoor via hun geritsel op de bosbodem opgespoord. Wanneer een prooi is gedetecteerd, landt de vale vleermuis snel op de grond om deze te grijpen. De prooi wordt vervolgens bedekt met de vleugels en gepakt met de bek. Ook de reuk speelt hierbij een rol. De vleermuis vliegt daarna op en eet de prooi in de lucht op 5-15 m hoogte.
Verblijfplaatsen
De afstand tussen zomer- en wintergebieden is meestal 50-100 km, maar kan enkele honderden kilometers bedragen.
- Kraamverblijfplaats
De enige bekende kraamkolonie van de vale vleermuis In Nederland werd ontdekt in 2018 in het Geuldal in Zuid-Limburg. Kraamverblijven bevinden zich in het noorden van het verspreidingsgebied op warme (kerk)zolders en in het zuiden in grotten en groeven. Kraamkolonies kunnen tot vele honderden of zelfs duizenden dieren groot zijn. - Zomerverblijfplaats
De vale vleermuis is een warmteminnende soort. In het noorden van het verspreidingsgebied bewoont hij gebouwen, in het zuiden grotten. Solitaire dieren bewonen ook vogel- en vleermuiskasten en boomholten. - Winterverblijfplaats
Winterverblijven bevinden zich in grotten, groeven en kelders. In het buitenland vormen de dieren in de winter vaak grote groepen. In Nederland overwinteren de laatste jaren rond de 50 vale vleermuizen, verreweg de meeste in de Limburgse mergelgroeven. Het gaat vrijwel altijd om solitair hangende dieren.
Voortplanting
Paringen vinden vooral plaats in de verblijfplaatsen van mannetjes, die door een of enkele vrouwtjes worden bezocht, die daar gemiddeld vier dagen blijven. In minder mate wordt ook gepaard in de winterverblijven, waar ook wordt gezwermd.
De geboorten van één jong per vrouwtje zijn in Midden-Europa eind mei en juni, in Zuid-Europa vanaf april. Na vijf weken vliegen de eerste dieren.
Leeftijd
De maximale waargenomen leeftijd is 25 jaar.
Natuurlijke vijanden
Uilen (vooral bosuil en kerkuil) en roofvogels (boomvalk, sperwer) pakken soms vleermuizen in de vlucht, vaak in de buurt van de verblijfplaats. In of bij de verblijfplaatsen worden vleermuizen soms gepredeerd door huiskatten en steenmarters. Vleermuizen in winterslaap kunnen ook ten prooi vallen aan bosmuizen.
Sporen
- Uitwerpselen
Keutels van vleermuizen zijn zeer moeilijk op naam te brengen. Keutels van vale vleermuizen zijn relatief groot: diameter 3-4 mm, lengte 8-15 (of meer) mm.
Waarnemingen doorgeven
Wereld
Het areaal van de vale vleermuis omvat Europa en delen van Zuidwest-Azië.
Europa
De vale vleermuis komt voor in West-, Centraal- en Zuid-Europa. De noordwestelijke grens van het verspreidingsgebied loopt door Nederland en Vlaanderen. Hij ontbreekt (vrijwel) op de Britse Eilanden en in Scandinavië, eventals op veel eilanden in de Middellandse Zee.
Nederland
In Nederland wordt de vale vleermuis voornamelijk overwinterend gevonden in het zuiden van Limburg. Daarnaast zijn er incidentele meldingen uit de provincies Gelderland en Utrecht en uit de zuidhollandse duinen. In Zuid-Limburg en in het oosten van het land zijn ook geluidswaarnemingen gedaan. De enige recente kraamkolonie is gevonden in het Geuldal in Zuid-Limburg.
- Staat van Instandhouding 2018: onbekend
- Staat van Instandhouding 2013: matig ongunstig
- Rode Lijst NL Zoogdieren 2020: verdwenen uit Nederland
- Rode Lijst NL Zoogdieren 2009: verdwenen uit Nederland
- Rode Lijst NL Zoogdieren 1994: verdwenen uit Nederland
- Omgevingswet: artikel 11.46, lid 1 (Europees beschermd)
- Habitatrichtlijn (1992): bijlage II en IV
- Conventie van Bern (1982): appendix II
- Nederlands Soortenregister
Klasse: Mammalia (Zoogdieren)
Orde: Chiroptera (Vleermuizen)
Familie: Vespertilionidae (Gladneuzen)
Geslacht: Myotis
Soort: Myotis myotis
-
2024 Rapportages onderzoek (pdf)
Ontsluiting en gebruik telemetriedata
-
2024 Rapportages onderzoek (pdf)
Vleermuisonderzoek energietransitie: Onderdeel A3d; zoldertellingen vale vleermuis
-
2024 Rapportages onderzoek (pdf)
Keuringen mergelgroeves in Zuid-Limburg in 2024
-
2024 Telganger
Telganger / 2024-1 / mei
-
2023 Rapportages onderzoek (pdf)
Keuringen mergelgroeves in Zuid-Limburg in 2023
-
2022 Losse artikelen - Lutra (pdf)
The monitoring of hibernating bats in marl quarries in the period 1979–2020
-
2022 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Lutra Special 65 (1)- Preface
-
2022 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Hibernating bats in Flemish marlland: an overview of the period 1989-2020
-
2022 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Hibernating bats along the Dutch coast
-
2022 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Hibernating bats in the Netherlands in 1986-2020, based on the National Monitoring Scheme of Bat Hibernacula
-
2022 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Eighty years of hibernation surveys: from banding to monitoring and protection
-
2022 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Hibernating bats at Klein Heidekamp (Schaarsbergen, Arnhem, the Netherlands)
-
2022 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Bats in the Voorberg and the Jezuïetenberg
-
2022 Tijdschrift Lutra (pdf)
Lutra 65-1 2022