Uitgelicht: de aardmuis

Aardmuis (bron: Wesley Overman)
Aardmuis (bron: Wesley Overman)

De Zoogdiervereniging vraagt in 2025 aandacht voor alle verschillende woelmuissoorten en laat zien hoe leuk, bijzonder en nuttig deze kleine zoogdieren zijn. Dé woelmuis bestaat niet. In Nederland leven wel vijf soorten woelmuizen. Tijdens het Jaar van de woelmuis stellen we de verschillende woelmuizen uitgebreider voor en vertellen we meer over hun specifieke eigenschappen en leefgebieden.

Uiterlijk

Kenmerkend voor alle woelmuizen, dus ook de aardmuis (Microtus agrestis) is de gedrongen, ietwat lompe bouw en een stompe kop met kleine ogen en oren en een kort staartje.

De aardmuis is een vrij forse woelmuis met een grijs tot kastanjebruine rug en een (crème)grijze buik. De vacht maakt een ruige, borstelige indruk, ruiger dan de veldmuis. De staart is relatief kort en duidelijk tweekleurig met lichte haren aan de onderzijde en donkerkleurig aan de bovenzijde. De oorschelp is meestal niet te zien omdat de haren bij het oor lang zijn en deze ook aan de binnenkant behaard is. 

Verwarring met vooral de veldmuis en noordse woelmuis is heel goed mogelijk. Een onderscheidend kenmerk tussen deze soorten is de lengte van de staart. Deze van de aardmuis is kleiner dan 33% van de kop-romplengte; de staart van de veldmuis is beduidend korter en de staart van een noordse woelmuis is juist weer langer. Kortom, het opmeten van de staart kan je helpen bij het vaststellen van de woelmuissoort.

Leefwijze

De aardmuis is zowel overdag als ’s nachts actief en moet dan geregeld eten. ’s Nachts zijn ze iets actiever dan overdag, maar in de winter is de soort juist overdag iets actiever. 

Op het menu staat voornamelijk gras en ander plantaardig voedsel, zoals stengels (vooral de sappige, onderste stengeldelen) van grassen, maar ook vruchten, bladeren, bollen en zaden. Bij voedselschaarste eten ze ook wel bast van struiken en af en toe eet zelfs wormen, larven, insecten of spinnen. Soms legt de aardmuis, net als veel andere woelmuizen, een voedselvoorraadje aan, met bijvoorbeeld afgebeten plantenstengels en graszaden. 

De aardmuis kan snel lopen en goed zwemmen, maar klimmen doet hij weinig. Ze zijn vrij luidruchtig en maken lage, kwetterende en soms knorrende geluiden.

Aardmuis (bron: Wesley Overman)
Aardmuis (bron: Wesley Overman)

Leefgebied en verspreiding

De plek waar je een woelmuis ziet, vangt of vindt is vaak een goede aanwijzing over de soort. Aardmuizen zijn bewoners van structuurrijke, ruige vegetaties. Bijvoorbeeld vochtige heideterreinen maar ook hoog en ruig grasland, verwilderde akkers, bosranden, pijpenstrootje ruigtes, moerassen of ruige bermen van wegen en spoorlijnen.

Het nest van de aardmuis is bolvormig en bevindt zich vaak bovengronds onder dekking van droge vegetatie (zoals een graspol) of stukken hout en wordt door het vrouwtje gemaakt van fijn gras. Vanuit het nestje lopen bovengrondse en oppervlakkige ondergrondse gangen door de vegetatie en in de strooisellaag.

In Nederland komt de aardmuis vrijwel overal algemeen voor, behalve in Noord- en Zuid-Holland. De soort is ook aanwezig op Texel en Ameland, waar de aardmuis per ongeluk door mensen naar toe is gebracht.

Meer informatie

Tekst: Neeltje Huizenga
Foto's: Wesley Overman