Veldspitsmuis

De veldspitsmuis (Crocidura leucodon) is een zeldzame soort in Nederland met een zeer beperkte verspreiding. De bovenzijde van het lichaam is bruin gekleurd en tekent scherp af tegen de witte tot grijze onderzijde. Verwarring met andere spitsmuizen kan optreden.
Uiterlijke kenmerken
De veldspitsmuis is een middelgrote spitsmuis. De bovenzijde van het lichaam is bruin tot zwartbruin gekleurd en tekent scherp af tegen de witte tot grijze onderzijde. Deze scherpe scheidingslijn (de demarcatielijn) tussen de boven- en onderzijde van het lichaam, loopt via de voorzijde van de achterpoten naar de voorpoten, die daardoor deels donker gekleurd zijn. De staart is korter dan de helft van de kop-romplengte. De staart is kort behaard, duidelijk tweekleurig en met lange, zilverwitte haren bezet. De oren zijn duidelijk zichtbaar en de ogen klein en zwart. De veldspitsmuis heeft puntige kiezen en zijn kiezen en tanden zijn geheel wit. De snuit is spits met lange witte snorharen. Jongere dieren kunnen een minder duidelijke tekening hebben.
Afmetingen
lengte kop-romp: 60-90 mm
lengte staart: 27-43 mm
gewicht: 7-14 g
Determinatie
Voor de in Nederland voorkomende muizen (ware muizen, woelmuizen en spitsmuizen) heeft de Zoogdiervereniging in samenwerking met Naturalis de soortzoekers gemaakt om mensen te helpen bij de determinatie van deze lastige groep zoogdieren. Selecteer links in beeld de waargenomen kenmerken, waarna enkel nog de soorten worden getoond die hieraan voldoen.
Er zijn voor muizen drie soortzoekers gemaakt:
Gelijkende soorten
De huisspitsmuis kan door iemand zonder ervaring met alle soorten spitsmuizen worden verward.
De sterkst gelijkende soort is de huisspitsmuis. De veldspitsmuis is vaak donkerder gekleurd en heeft een scherpere demarcatielijn die bij de poten omlaag gaat, waardoor de rugkleur tot op de poot doorloopt.
Habitat
De veldspitsmuis is gebonden aan kleinschalig agrarisch cultuurlandschap dat niet te intensief beheerd wordt. Hij komt voor in overgangsvegetaties, lintvormige landschapselementen, opgaande kruidenvegetaties en overhoekjes. En ook in aanliggende, braakliggende of niet begraasde kruidenvegetaties, zoals boomgaarden, kan de soort worden aangetroffen. In gebouwen komt hij zelden voor.
Leefwijze
De veldspitsmuis leeft solitair en is voornamelijk nachtactief. Hij is soms overdag actief, maar zelden in de ochtenduren. Tegenover soortgenoten is hij vrij verdraagzaam. De veldspitsmuis verplaatst zich springend of lopend en hij kan ook zwemmen. Hij beweegt zich rustiger en is minder schuw dan andere spitsmuizensoorten.
De veldspitsmuis heeft een goed ontwikkeld gehoor. Vooral zachte ritselende geluiden worden heel goed waargenomen, maar op lawaai reageert hij niet. Ook zijn tastzin (borstels op de snuit) en reuk zijn goed ontwikkeld, maar hij heeft een slecht zichtvermogen. Hij vindt zijn weg uitsluitend met behulp van zijn tast- en reukzintuigen.
Voedsel
De veldspitsmuis eet voornamelijk dierlijk voedsel dat hij op de tast of geur vindt. Dit zijn in de strooisellaag levende dieren zoals kevers, larven, wormen, pissebedden, slakken en spinnen. Een prooi wordt met de bek gegrepen en bewegende prooidieren drukken zij met de voorpoten tegen de grond. Met zijn puntige kiezen kan hij insectenpantsers doorbijten. Incidenteel worden ook andere spitsmuizen en muizen gegeten, bijvoorbeeld tijdens muizenplagen. De veldspitsmuis eet dagelijks zijn eigen gewicht aan voedsel.
Territorium en leefgebied
Veldspitsmuizen hebben een sociale leefwijze en zijn nauwelijks territoriaal.
Verblijfplaats
Elk mannetje en vrouwtje heeft een eigen nest. Het nest bevindt zich vlak onder de oppervlakte onder grasdekking of onder de grond in zelf gegraven gangen of oude gangen van andere muizen en wordt soms door meerdere dieren bewoond. De doorsnede van een gang of hol is niet meer dan 2,5 cm. Het nest waarin de jongen worden geboren bestaat uit bladeren en gras en bevindt zich vaak onder stenen of boomwortels.
Voortplanting
Het voortplantingsseizoen loopt van april tot september. Het mannetje en vrouwtje zijn in die periode bijzonder luidruchtig en hebben uiteenlopende lok-, begroetings- en paringsroepen. Gedurende de paartijd scheidt het mannetje vanuit zijn grote flankklieren een doordringende muskuslucht af. Tijdens de paring, die één tot twee minuten duurt, bijt het mannetje zich in de nek van het wijfje vast.
Na een draagtijd van circa 30 dagen, komen 6 à 7 jongen ter wereld, die minder dan een gram wegen. Na negen dagen kunnen ze al snel rennen, al zijn ze nog blind. Rond de 13e dag gaan de ogen open en na 16 dagen zien ze er net zo uit als de ouders. Ze beginnen dan zelf te eten en na vier weken worden ze gespeend. Bij gevaar transporteert de moeder de jongen in de bek of hangend aan de tepels. Moeder en kroost verplaatsen zich vaak in karavaanformatie, waarbij ze elkaar vasthouden. Een vrouwtje krijgt per jaar 2 tot 4 worpen.
Leeftijd
Veldspitsmuizen worden tot 2 jaar oud, in gevangenschap maximaal 44 maanden.
Zicht
Veldspitsmuizen laten zich weinig zien. Ze laten nauwelijks makkelijk waarneembare sporen achter. Veldspitsmuizen zijn makkelijk te vangen met live-traps. Het vangen van een veldspitsmuis is overigens niet zomaar toegestaan, hiervoor is een vergunning nodig.
Sporen
- Geur
Bij ingangen van holletjes is vaak een muskusachtige lucht te ruiken. - Uitwerpselen
De uitwerpselen van de veldspitsmuis bestaan overwegend uit resten van insecten; zij zijn aan een pool puntig en zijn donkerbruin of zwart van kleur door de glinsterende resten van insectenpantsers. De grootte varieert van 2-4 mm en de dikte van 1-2 mm. - Loopsporen
Veldspitsmuizen zijn zeer licht, waardoor hun pootafdrukken vaak ontbreken of onduidelijk zijn en moeilijk van andere spitsmuizensoorten zijn te onderscheiden. De lengte en breedte van de voorvoet is tot 9 mm en die van de achtervoet tot 12 mm. Ze hebben vijf tenen aan zowel de voorvoet als de achtervoet. Ze zijn van andere muizen te onderscheiden, omdat die maar vier teenafdrukken van de voorpoot vertonen (de vijfde teen is rudimentair, zit hoger aan de poot en maakt dus geen afdruk). - Braakballen
Waar veldspitsmuizen voorkomen, worden prooiresten in bescheiden hoeveelheden gevonden in braakballen van (kerk)uilen.
Geluid
De veldspitsmuis maakt hetzelfde geluid als de huisspitsmuis: korte schrille, vaak tweelettergrepige kreten, die vooral in de voortplantingstijd te horen zijn. Daarnaast laat de veldspitsmuis ook een zacht gekwetter horen.
Waarnemingen doorgeven
Wereld
De veldspitsmuis komt voor in Europa en West-Azië, naar het zuidoosten tot in Iran en Israël.
Europa
In Europa strekt het verspreidingsgebied van de veldspitsmuis zich uit van het westen van Frankrijk, via Midden-Europa, tot in Oekraïne, Georgië en Armenië. In Noordwest-Europa komt hij voor in Nederland, België, Luxemburg, het noorden van Frankrijk en het westen van Duitsland. De soort ontbreekt in Zuidwest-Europa, en ook in Groot-Brittanië en Noord-Europa.
Nederland
In Nederland komt de veldspitsmuis slechts voor in Zeeuws-Vlaanderen en het uiterste oosten van Overijssel. Populaties in Overijssel staan mogeljk in verbinding met populaties in Duitsland.
- Rode Lijst NL (2020): kwetsbaar
- Rode Lijst NL (2009): thans niet bedreigd
- Rode Lijst NL (1994): gevoelig
- Omgevingswet: bijlage IX van artikel 11.54
- Habitatrichtlijn (1992): niet vermeld
- Conventie van Bern (1982): appendix III
- Nederlands Soortenregister
- IUCN Red List
Klasse: Mammalia (Zoogdieren)
Orde: Insectivora (Insecteneters)
Familie: Soricidae (Spitsmuizen)
Geslacht: Crocidura
Soort: Crocidura leucodon
-
2024 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Variability of mandibular length in species of shrews and Myomorpha from the province of Zeeland, the Netherlands
-
2024 Telganger
Telganger / 2024-1 / mei
-
2015 Telganger
Telganger / 2016-1 / april (pdf)
-
2015 Telganger
Telganger / 2015-2 / oktober (pdf)
-
2012 Rapportages onderzoek (pdf)
2013.10 eindrapport VONZ 2012
-
2011 Losse artikelen - Lutra (pdf)
Lutra 54(1)_Bekker_2011
-
2011 Rapportages onderzoek (pdf)
2011.36 Zoogdierwaarden kloosterterrein Sibculo - eindrapport e
-
2011 Tijdschrift Lutra (pdf)
Lutra 54-1 2011
-
2007 Rapportages onderzoek (pdf)
2007.34 Zoogdieronderzoek Kanaalzonde Zeeuws-Vlaanderen
-
2006 Rapportages onderzoek (pdf)
2006.01 Verspreidingsonderzoek muizen en spitsmuizen in 2005
-
2003 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 14 / nr. 2 / juni 2003
-
1996 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 07 / nr. 3 / oktober 1996
-
1995 Tijdschrift Zoogdier (pdf)
Zoogdier / jaargang 06 / nr. 1 / maart 1995