Wild in je achtertuin
Heb je dat ook wel eens, dat je een gat in je tuin ziet en je afvraagt of het een holletje is? En wat daar dan woont? Of dat je aan uitgewaaierd blad ziet dat er een gast is geweest, maar niet weet welke? En dat hij zelfs nog poepjes of haar heeft achtergelaten, wat je niet weet te determineren, maar het je wel heel nieuwsgierig maakt? Dan is een cameraval iets voor jou!
Tel ze met de camera!
Met het project 'Wild in je Achtertuin' willen we in zoveel mogelijk tuinen camera’s plaatsen, die zichtbaar maken welke bijzondere bezoekers er in die tuinen leven. Een cameraval maakt foto’s van alles wat beweegt. Denk aan egels, hazen, wezels of misschien zelfs vossen. Wildlife fotograferen in jouw eigen achtertuin! Tel jij ze mee met de camera? Wij stellen de camera ter beschikking.
Tuin aantrekkelijker maken
Je leert zo niet alleen bij over welke dieren er leven in je tuin, maar je leert ook hoe je je tuin (nog) aantrekkelijker kan maken voor deze soorten. Want je kunt de dieren natuurlijk ook een handje gaan helpen. Doe je mee met ‘Wild in je Achtertuin’, dan vragen we om (minstens) een vierkante meter tegels te verwijderen of een andere actie te ondernemen die het leven van zoogdieren aangenamer maakt. Je kunt bijvoorbeeld een doorgang in de schutting maken, door bladerhoekjes te koesteren of door drinkwater aan te bieden. Fijn voor soorten als egels, marters en eekhoorns. Hulp nodig? Geen zorgen we denken graag met je mee en sturen je tips en tricks.
Waarom tellen met de camera?
Wageningen Universiteit en de Zoogdiervereniging zijn benieuwd waar zoogdieren zoals egels, marters en eekhoorns uithangen. Want, steeds meer dieren zoeken de stad op en maken gebruik van groen in voor- en achtertuinen. Door gegevens van stads- en dorpsbewoners (jou!) op te halen met de wildcamera, krijgen wetenschappers zicht op waar de dieren zich bevinden. Fijn voor de wetenschap, maar ook heel fijn voor de zoogdieren. Zo kunnen we er samen voor zorgen dat meer dieren een goed onderkomen kunnen vinden in de stad.
Wild in je achtertuin is een samenwerking van:
en is mogelijk gemaakt door het Prins Bernhard Cultuurfonds.
Hoe kun je meedoen?
Wat heb je nodig?
- Je beschikt over een tuin waar de camera vier weken kan worden neergezet
- Je beschikt over een computer om beelden mee te kunnen verzenden en om ze mee uit te lezen
We zoeken zowel deelnemers als vrijwilligers
- Ben je in het bezit van een tuin en lijkt het je leuk om te ontdekken wat er in jouw tuin leeft? Meld je dan aan als deelnemer via het deelnemersformulier via deze link. Daarna ontvang je automatisch alle instructies over het project.
- Wil je helpen met de begeleiding van deelnemers en de verwerking van hun beeldmateriaal in een dataverwerkingssysteem? Binnenkort kun je je hiervoor aanmelden als vrijwilliger.
Tips voor zoogdieren in de tuin
Zoogdieren in de tuin
Zoogdieren kun je in je eigen achtertuin of directe omgeving aantreffen. Deze soorten kun je met jouw tuin een handje helpen. Zij stellen wel een aantal eisen, die per soort kunnen verschillen. Hier geven wij tips voor de egel, eekhoorn en vleermuizen. Maar er zijn ook tips die voor al deze soorten gelden. Die tips staan hieronder.
Wat maakt een tuin geschikt voor zoogdieren?
- Zorg voor een afwisselende tuin door een mengeling van bloeiende planten, groenten, bomen en struiken aan te planten. Een terras kan prima maar laat ook groen over in uw tuin.
- Maak een ruime keuze van planten. Gebruik zoveel mogelijk inheemse planten om daarmee insecten te lokken.
- Zorg voor drinkgelegenheid door een schaal vers water of een vijver.
- Een composthoop is goed voor de tuin en het leven in de tuin.
- Maak borders niet winterklaar en laat het blad en de afgestorven planten staan voor slaap- en schuilplaatsen.
- Zorg dat zoogdieren van de ene naar de andere tuin en naar omliggende groenstroken kunnen. De meeste soorten hebben niet voldoende ruimte aan één achtertuin. Of liever nog, leg een heg in plaats van een schutting aan.
- Gebruik geen gif (slakkengif, insecticiden, pesticiden etc.) maar trek natuurlijke belagers van plaaginsecten aan. Door het gebruik van gif gaat niet alleen het voedselaanbod voor zoogdieren achteruit, er is ook een groot risico dat ze zelf de gifstoffen binnenkrijgen en daaraan dood gaan.
Egel
Egels houden van groen en scharrelen niet alleen in het buitengebied maar ook graag in tuinen, parken en groenstroken. Ze gebruiken tuinen niet alleen om voedsel te zoeken maar ook om overdag te slapen of te overwinteren. Egels leggen per nacht wel een paar kilometer af. Grote kans dus dat niet steeds dezelfde egel op bezoek komt.
Wat kan ik doen?
- Bijvoeren kan geen kwaad. Egels lusten graag kattenvoer, gehakt of speciaal egelvoer. Geen melk! Daar krijgen ze diarree van.
- Egels zijn goede zwemmers maar leg wel een schuin loopplankje in de vijver of zorg voor een lichte helling bijvoorbeeld met keien, zodat egels eruit kunnen kruipen.
- Controleer voor het leeghalen van de composthoop eerst of er geen egel (soms zelfs met jongen) een nest in heeft gemaakt.
- Zorg dat egels niet verstrikt kunnen raken in rondslingerend afval en draad. Hang om die reden een net boven de moestuin hoger dan 30 cm.
- Plaats een egelhuis in de tuin.
Eekhoorn
Eekhoorns komen voor in loofbos, naaldbos of gemengd bos. Maar ook in tuinen, parken en houtwallen in de buurt van bos. Mits er voldoende voedsel beschikbaar is zijn ze ook in bebouwd gebied te vinden. Eekhoorns zijn overdag actief. Ze gebruiken tuinen om voedsel te vinden en kunnen er zelfs in een eekhoornnestkast wonen.
Wat kan ik doen?
- Om een eekhoorn in de tuin te krijgen is er aansluiting op bomen in de buurt noodzakelijk.
- Plant bomen en struiken aan (of laat deze juist staan). Eekhoorns gebruiken deze als voedselbron en als nestplaats. Favoriete boom- en struiksoorten zijn hazelaar, walnoot, beuk, zomer- en wintereik, tamme kastanje, grove den en fijnspar.
- Voer de eekhoorns. Geef ze grove zaden, naturel noten (bij voorkeur walnoten, hazelnoten en pijnboompitten), vers water en stukjes fruit en groente als komkommer en wortel te eten. Zorg dat het voedsel dat u aanbiedt vers is en geef nooit voorbereid eten.
- Er zijn speciale voerautomaten en voermengsels te verkrijgen. Hang de voerautomaat wel hoog genoeg op, minimaal op 2 meter hoogte, zodat ze niet een gemakkelijke prooi zijn voor loslopende katten.
- Maak de voederplaats regelmatig goed schoon.
- Hang een kast op minimaal op 4 meter hoogte. Laat de ingang niet naar het zuidwesten of westen wijzen (tegen inregenen).
- Maak de nestkasten alleen schoon als u zeker bent dat ze niet bewoond zijn.
Vleermuizen
Veel vleermuizen leven in de buurt van mensen. Er zijn in Nederland 17 verschillende soorten. Ze kunnen op verschillende manieren gebruik maken van huis en tuin: om te foerageren, te paren, jongen te krijgen of te overwinteren. Overdag slapen vleermuizen hangend op hun kop of weggekropen op plekken waar ze moeilijk te bereiken zijn voor hun vijanden. Ze zitten op warme, droge plekken in huis of in een boomholte. Vleermuizen verhuizen regelmatig van plek. Elke avond in de schemering worden ze wakker en vliegen ze uit op zoek naar voedsel.
Wat kan ik doen?
- Vleermuizen zijn insecteneters. Hoe aantrekkelijker de tuin is ingericht voor insecten des te meer voedsel voor de vleermuizen.
- De ideale vleermuisvijver is wat langwerpig, waarbij niet alle oevers helemaal zijn vol geplant.
- Beperk verlichting. Doe je tuinverlichting uit of let erop dat die alleen daar schijnt waar het echt nodig is.
- Zorg voor verblijfplaatsen van vleermuizen door bijvoorbeeld het ophangen van een vleermuiskast. Vleermuizen kunnen zelf geen nest maken en zijn afhankelijk van al bestaande kieren en gaten om in weg te kruipen.
- Katten weten vaak heel goed de verblijfplaatsen van vleermuizen te vinden en proberen de uit- en invliegende vleermuizen te vangen. Laat katten in de zomer een uur voor zonsondergang binnenshuis. Dit is vooral van belang van half mei tot eind augustus, de periode waarin vleermuizen grote groepen kunnen vormen.