

De VBNE heeft namens een aantal terreinbeherende organisaties aan de Zoogdiervereniging (namens de soortenorganisaties) gevraagd hoe zij kunnen worden ondersteund met een methodiek die beschikbare kennis ontsluit, zodat beheerders zonder veel werk kunnen bepalen wat belangrijke soorten zijn waarvoor zij zich willen inzetten in hun bos-regio.
In de Natura 2000-gebieden Bemelerberg & Schiepersberg (gebiedsnummer 156), Geuldal (gebiedsnummer 157), St. Pietersberg & Jekerdal (gebiedsnummer 159) en Savelsbos (gebiedsnummer 160), liggen een groot aantal mergelgroeves die belangrijk zijn voor de overwintering van drie Natura 2000-soorten van bijlage II van de Habitatrichtlijn: meervleermuis (Myotis dasycneme), ingekorven vleermuis (Myotis emarginatus) en vale vleermuis (Myotis myotis).
In Utrecht bevindt zich de Kromhoutkazerne. Het hoofdkwartier van de Koninklijke Landmacht, het Defensie Ondersteuningscommando en onderdelen van de Defensie Materieel Organisatie zijn centraal gehuisvest op dit terrein. Exploitatie Maatschappij Komfort B.V., hierna Komfort genoemd, is verantwoordelijk voor het beheer, onderhoud en de facilitaire dienstverlening van de Kromhout Kazerne.
Op het terrein van het Nationaal Militair Museum van de voormalige vliegbasis Soesterberg zijn meerdere gebouwen met vleermuisfuncties gesloopt of van gebruik veranderd. In dit proces is in relatie tot de vleermuizen gewerkt met drie verschillende ontheffingen en met gerichte mitigatie en compensatie van vleermuishabitat. Binnen het onderhavige project gaat het om het slopen van Gebouw 7a van de voormalige vliegbasis Soesterberg en ontheffing FF/75C/2014/0523. Gebouw 7a herbergde verblijfplaatsen van de gewone dwergvleermuis en de gewone grootoorvleermuis.
De bever doet het goed in Nederland, de aantallen en verspreiding nemen toe en daarmee wordt de kans groter dat de bever opduikt in gebieden binnen de invloedssfeer van infrastructuur waar Rijkswaterstaat (RWS) verantwoordelijk voor is. Met hun graaf-, bouw- en knaagactiviteiten kunnen bevers risico’s veroorzaken voor de waterveiligheid en invloed hebben op de waterafvoer van het hoofdwatersysteem, dijken en waterkeringen: kerntaken van RWS.
De vraagstelling van deze veldproef was of dassen onderscheid maken tussen verschillende maïsrassen en een voorkeur hebben voor bepaalde maïsrassen. In deze studie werden twee ultra vroege rassen vergeleken met andere rassen.
Dassen blijken een duidelijke voorkeur te hebben voor ultra vroege maïsrassen.
Net als in voorgaande jaren is ook in 2018 de populatie eikelmuizen (Eliomys quercinus) in het Savelsbos en op de Bemelerberg gemonitord door middel van een vang-terugvang-onderzoek in het voorjaar en in het najaar. Gevangen eikelmuizen zijn zoveel mogelijk individueel gemerkt met behulp van transponders. In totaal zijn daarbij in het Savelsbos 18 individuen gevangen, waarvan 5 hervangsten. Op de Bemelerberg zijn in totaal 14 individuen gevangen.
De reset van het westelijke deel van de OVP zou effect kunnen hebben op de populatie meervleermuizen van Lelystad en Almere (Limpens et al. 2016). Reden om nader onderzoek uit te voeren.
Het urbane gebied in Nederland (en wereldwijd) groeit en speelt voor vleermuizen een grote rol als verblijfs- en jachtgebied. Tevens is het een zeer dynamisch gebied waarin veel ruimtelijke ontwikkelingen spelen. Om negatieve gevolgen op (beschermde) gebouwbewonende diersoorten, zoals verschillende soorten vleermuizen, te voorkomen én de ontwikkeling van urbaan gebied mogelijk te maken, wordt steeds meer gebruik gemaakt van zogenaamde gebiedsgerichte ontheffingen. Een voorwaarde voor het werken met een dergelijke ontheffing is monitoring van de staat van instandhouding van vleermuizen.