Overwinterende vleermuizen op Klein Heidekamp (Schaarsbergen, Arnhem)

Het complex “Klein Heidekamp” is een militair kampement dat functioneel verbonden is met de luchtmachtbasis Deelen, ten noorden van Arnhem. Vleermuizen overwinteren hier in twee vrij grote kelders (670 en 375 m3), overblijfselen van een verwoest groot gebouw en twee kleinere objecten (120 en 56 m3). De aantallen vleermuizen werden hier voor het eerst geteld in 1982, toen er 81 dieren werden gevonden en toen alleen de grootste kelder toegankelijk was. Sinds 1988 konden alle vier de objecten worden geïnspecteerd en nam het totale aantal vleermuizen gestaag toe tot meer dan 1000 in koude winters, met een maximum van 1580. Gemiddeld zijn hier de afgelopen vijf winters (2016-2020) jaarlijks meer dan 890 vleermuizen geteld. Verreweg de meest dominante soort is de watervleermuis (Myotis daubentonii). Daarnaast was de franjestaart (M. nattereri) een snel opkomende soort, die aanvankelijk in de beginjaren 1980 nog niet werd aangetroffen, en waarvan de aantallen in de jaren 2016-2020 schommelen op een niveau van rond de 300. De aanwezigheid van twee exemplaren van de meervleermuis (M. dasycneme) bij het eerste bezoek in 1982 maakte Klein Heidekamp de tweede bekende winterslaapplaats van deze soort in Nederland buiten de mergelgrotten in Zuid-Limburg. Het aantal meervleermuizen steeg de afgelopen winters tot een niveau rond de 60 dieren per jaar. De baardvleermuis (M. mystacinus/brandtii) werd jaarlijks vertegenwoordigd door minder dan tien exemplaren over de hele periode. De gewone grootoorvleermuis (Plecotus auritus) telt meestal minder dan 20 dieren met meer dan 30 als uitzondering. Solitaire exemplaren van de vale vleermuis (M. myotis) komen hier incidenteel voor. Omdat de verblijfplaats in een militaire nederzetting ligt, is de locatie omheind en goed bewaakt; om die reden is het een veilige slaapplaats voor de hoogste aantallen overwinterende vleermuizen in de provincie Gelderland.