Lutra 61(2)_Meijer et al_2018
Wat horen vleermuizen van door mensen geproduceerde geluiden?
Alle soorten vleermuizen zijn wettelijk streng beschermd. De Wet natuurbescherming schrijft daarom voor dat, in het kader van voorgenomen ruimtelijke activiteiten en projecten die niet-natuurlijk geluid produceren, vooraf een onderzoek naar de te verwachten effecten op vleermuizen wordt uitgevoerd. In de regel wordt er hierbij van uitgegaan dat de in Nederland voorkomende soorten vleermuizen gevoelig zijn voor omgevingsgeluid omdat ze middels echolocatie, op het gehoor, zich oriënteren, navigeren en hun voedsel, insecten en andere geleedpotigen, bejagen. Aan de hand van een literatuuronderzoek en enkele eigen metingen aan geluidsbronnen, zoals wegverkeer, festivals en heien, komen we in dit artikel tot de conclusie dat vleermuizen andere geluiden horen dan mensen. Wij delen weliswaar onze leefomgeving met vleermuizen, maar ze horen maar weinig van ons. Dat is te danken aan anatomische en fysiologische verschillen tussen soorten vleermuizen en de mens. We denken in dit artikel aannemelijk te maken dat dit een aanpassing is van elke soort aan elementaire natuurkundige kenmerken van geluid en aan de omstandigheden uit het leefmilieu. Behalve aanvullende metingen aan geluidsbronnen is niets daarvan nieuw, maar de combinatie van gegevens leidt ons tot nieuw inzicht dat vleermuizen minder goed door geluid van genoemde bronnen of bijvoorbeeld spraak of klokgelui zijn te verstoren dan vaak wordt aangenomen. Onder 10 kHz hebben alle in Nederland voorkomende vleermuizen een dermate hoge gehoordrempel dat deze frequenties slechts beperkt, en vaak zelfs niet, worden waargenomen of storend kunnen zijn. Dat inzicht is van belang bij de bescherming van vleermuizen en bij effectenstudies voor activiteiten en projecten. Met dit artikel proberen we een onderbouwing te bieden dat het beschermen van vleermuizen tegen omgevingsgeluid in veel gevallen van minder belang is dan in de huidige praktijk gebruikelijk is.